In een aandeelhoudersovereenkomst maken aandeelhouders afspraken over dividendbeleid, het bestuur, overdracht van aandelen … Vergeet echter ook niet afspraken te maken over het voorkomen of het oplossen van discussies tussen aandeelhouders.
Patstelling. Een deadlocksituatie is een situatie waarin een vennootschapsorgaan (het bestuur of de algemene vergadering) geen beslissing kan nemen omwille van staking van stemmen. Hoe vermijdt of remedieert u aan zo’n patstelling? Benoem een oneven aantal bestuurders. Of benoem een onafhankelijk bestuurder als voorzitter van het bestuur en aan wie u bij staking van stemmen een doorslaggevende stem geeft. U kunt ook een bestuurder ad hoc aanstellen. Vermijd in de mate van het mogelijke 50-50-verhoudingen. Voorzie in een wipaandeel, waarbij elke aandeelhouder één aandeel plaatst bij een persoon die door beide partijen wordt vertrouwd en die de doorslaggevende stem heeft.
Geschillen minnelijk oplossen. Las een afkoelingsperiode in en/of voorzie in een bemiddelingsclausule. Bemiddeling is een begeleide onderhandeling waarin vertrouwelijkheid vooropstaat. De (erkende) bemiddelaar is een onpartijdig, onafhankelijk en neutraal persoon die partijen begeleidt in het zoeken naar de meest optimale oplossing voor hun discussie. De partijen houden zélf de oplossing van hun geschil in handen, en die is vaak veel creatiever dan wanneer een rechtbank uitspraak moet doen. Bemiddeling is ook kostenbesparend. Voorzie als finale oplossing één of meerdere vormen van een shoot-out, een wederzijdse put- en call-optie. Kenmerkend is dat het onzeker is welke partij de vennootschap moet verlaten. De meest bekende is de Texas Shoot Out, waarbij aandeelhouder A een bod doet op de aandelen van aandeelhouder B. B kan het bod van A aanvaarden of verwerpen. Verwerpt B het bod, dan moet hij een hoger bod op de aandelen van A doen. Nu kan A het bod van B aanvaarden of verwerpen. Op die manier wordt over en weer geboden tot één van beide het bod van de ander aanvaardt.
Alternatieven voor de gewone rechtbanken. Partijen grijpen in vennootschapsgeschillen vaak terug naar een arbitrageclausule. Bij arbitrage worden door partijen één of meerdere arbiters benoemd (meestal specialisten in de materie) die het geschil zullen beslechten. Arbitrage is – indien correct gevoerd en opgevolgd – sneller dan een gewone rechtbank (omdat hoger beroep meestal wordt uitgesloten), maar wel duurder.