Temse heeft sinds 1 juni een nieuwe burgemeester. Hugo Maes treedt in de diep uitgesleten voetsporen van voorganger Luc De Ryck, die net geen 30 jaar burgervader was. Eveneens 30 jaar geleden ging de wereldvermaarde Boelwerf failliet, maar vandaag bruist het weer op ‘de Zaat’. We gaan praten over verleden, heden en toekomst met team Temse.
We ontmoeten burgemeester Hugo Maes exact 30 jaar na het (eerste) faillissement van de vermaarde Boelwerf, de plek die lokaal en regionaal bekend staat als ‘De Zaat’. Hij laat zich voor de gelegenheid vergezellen van drie schepenen: Lieve Truyman (Mobiliteit, Openbare Werken en Nutsvoorzieningen, Cultuur & Erfgoed), Wim Van Rossen (Ruimtelijke Planning en Omgevingsvergunningen, Sport, IT & Digitalisering) en Stephan Van der Gucht (Financiën, Personeel, Economie, Overheidsopdrachten).
Plaats van afspraak is het moderne AC De Zaat, de plek waar nagenoeg alle gemeentelijke diensten zijn ondergebracht. Dat gebouw is overigens de glazen reïncarnatie van de burelen van de voormalige scheepswerf. In ons gezichtsveld pronkt een oude scheepskraan. Werkloos, versleten, symbolischer wordt het niet. Burgemeester Hugo Maes steekt van wal met een streepje voorgeschiedenis.
Hugo Maes: “Het klopt, de Boelwerf ging voor een eerste keer failliet in 1992. De werf werd prompt bezet door vakbonden en personeel want er was nog werk. Na moeizame onderhandelingen werd Boelwerf Vlaanderen opgericht, met als aandeelhouders de Vlaamse overheidsholding Gimvindus en de Nederlandse Begemanngroep, zodat de resterende zeven schepen konden afgewerkt worden. Twee jaar later viel het doek definitief en kwam curator Jef Dauwe aan zet. Zijn opdracht: de scheepswerf integraal verkopen. Die was destijds 87 ha groot. Het gemeentebestuur kocht 2 ha, namelijk het stuk waarop de burelen van de Boelwerf zich destijds bevonden.”
Lieve Truyman: “We bevinden ons nu exact op die plek. We hebben de oude kantoorgebouwen van de voormalige scheepswerf volledig gestript en het volume werd integraal in een nieuw jasje gestopt.”
STERCK. Wat is er met de overige gronden gebeurd?
Hugo: “De overige gronden werden aangekocht door NV Nieuw Temse, voor de gelegenheid opgericht door Cordeel Temse en Aertssen. 40 ha is via 5 bpa’s (bijzonder plan van aanleg, red.) omgevormd van industriezone naar woonzone. Daar bevinden zich op dit moment 900 woningen waarvan zo’n 700 appartementen. De overige 40 ha bleef en werd kmo- en industriezone. Het eerste bedrijf opende de deuren in 2005 en vandaag telt de site 60 ondernemingen.”
STERCK. Is er nog ruimte voor uitbreiding?
Stephan Van der Gucht: “Neen, op deze plek (De Zaat, red.) zitten we vol. Hier kan voorlopig niks meer bij. Intussen werken er op deze plek opnieuw zo’n 1000 mensen. Let wel, in de hoogdagen van de scheepswerf waren hier zo’n 3500 mensen aan de slag.”
STERCK. Is hier überhaupt nog watergebonden industrie aanwezig?
Lieve: “Ja, toch wel. Er zijn een aantal bedrijven die de Schelde gebruiken als transportmiddel. AVIA, net voorbij de Temsebrug, is er één van maar ook Cordeel verderop is een typisch watergebonden bedrijf. Ze beschikken zelfs over hun eigen aanlegsteiger. Ze gebruiken de Schelde zowel voor het vervoer van grondstoffen als voor afgewerkte producten, zoals onder meer prefab betonconstructies. Ook firma De Meyer maakt van die steiger gebruik voor het transport van hun afgewerkte producten.”
Wat de nieuwe afrit betreft, kan ik enkel bevestigen dat de zogeheten Oostelijke Tangent er komt.
STERCK. Wat gebeurt er met de Steenbakkerijsite in Steendorp? Wienerberger is er in 2011 vertrokken, maar veel animo voor de conversie naar nieuwe industriegronden was er niet. Hoever staat het met de plannen voor de herbestemming?
Wim Van Rossen: “Er was inderdaad veel weerstand toen de nieuwe eigenaars van de terreinen hun plannen bekendmaakten voor de reconversie naar kmo-terrein en bewoning. Dat stuitte niet alleen op hevig verzet bij de omwonenden, de plannen werden ook niet langer aanvaard door de gemeenteraad. Om die reden werd in 2018 de intentie getekend voor de opmaak van een zogeheten brownfieldconvenant. Het Lokaal Bestuur Temse werkte samen met de Vlaamse regering, de eigenaars en een aantal stakeholders uit lokale verenigingen een project uit waarbij de structurele herbestemming moest aansluiten bij de reeds aanwezige natuur- en erfgoedgebieden. De Vlaamse regering heeft in juni het brownfieldconvenant goedgekeurd waardoor het traject nu inhoudelijk verder kan worden uitgewerkt met de nodige participatie, opmaak van masterplan en RUP (ruimtelijke uitvoeringsplannen, red.).
STERCK. Wat betekent dat concreet voor die zone?
Wim: “We willen er een groene en toeristisch-recreatieve functie aan kunnen geven. De langetermijnvisie omvat een vorm van landschapsherstel door aanvoer van gronden en bebossing, in combinatie met toeristisch-recreatieve functies. Op korte termijn bekijken we of een gedeeltelijke realisatie, of tijdelijke invulling die vergunbaar is, in de huidige plannen kan ingepast worden.”
STERCK. Als die zone groen wordt, is er dan elders nog ruimte voor een eventuele uitbreiding van industrie- of kmo-zones?
Stephan: “Wat in Steendorp is verdwenen, wordt niet elders gecompenseerd. We kijken veeleer naar een optimalisatie van de bestaande industrieterreinen. We focussen op een duurzame ruimtelijke ordening en bekijken alternatieven waaronder het beter invullen van de bestaande infrastructuur. Zo moet met de nieuwe RUP bouwen in de hoogte mogelijk worden bijvoorbeeld.”
STERCK. Dat was voorheen niet mogelijk?
Stephan: “Neen, dat werd inderdaad steevast geweigerd, maar voortaan staan we daar bij nieuwe bouwaanvragen wel voor open.”
STERCK. De ontsluiting van de T.T.S.-zone, het industrieterrein ten noorden van Temse, blijft wel een heikel punt, niet? Komt er überhaupt nog iets van die extra afrit langs de E17?
Lieve: “Het nieuwe kruispunt van de Hoogkamerstraat is alvast een deel van de oplossing. Door een eenrichtingslus via de Kapelanielaan te voorzien, kan er ook geen verkeer meer linksaf vanuit de Eurolaan komen. Dat zorgt voor een vlottere doorstroming. Bovendien werden de restgronden aangesneden waardoor we het kruispunt groter konden maken en meerdere en langere voorsorteringsstroken konden inrichten. Niet onbelangrijk: het kruispunt is voortaan conflictvrij voor fietsers omdat ze enkel groen licht krijgen als er geen kruisende autobewegingen zijn. Fietsers hebben evenwel samen groen licht met de auto’s die het kruispunt rechtdoor oversteken. Auto’s en vrachtwagens die richting Bornem moeten, staan op dat ogenblik voor het rood licht. Wat de nieuwe afrit betreft, kan ik enkel bevestigen dat de zogeheten Oostelijke Tangent er komt. Maar wanneer? Weet echter dat die eveneens is opgenomen in het masterplan van de T.T.S.-zone.”
- 5,8% werkzoekenden
- 74,7% werkzaamheidsgraad 18-64 jaar
- 2.886 ondernemingen
- 30.833 inwoners
STERCK. Tot slot: de iconische scheepskraan op De Zaat. Die zou kunnen verdwijnen omdat de renovatiekosten onbetaalbaar hoog blijken te zijn. Maar kun je dat wel maken?
Hugo: “Dat is een gevoelig dossier. Feit is dat de kosten voor renovatie veel te hoog zijn. Dat geld kunnen we in andere, meer dwingende dossiers veel beter aanwenden. Maar het is de enige kraan van dit type in ons land. Ze staat symbool voor de scheepswerfarbeiders in het algemeen en heel zeker voor diegenen die hier in Temse hebben gewerkt. We bekijken momenteel of we het monument niet kunnen declasseren. De regelgeving voor het monument is uitermate streng waardoor de kosten buiten proportie hoog zijn voor een gemeente van onze omvang. Als het geen officieel monument meer is, dan lonken er tal van andere opties om de scheepskraan te behouden.”
Lieve: “De huidige renovatie houdt een volledige ontmanteling en demontage in en vervolgens een allesomvattende renovatie van de onderdelen op een andere locatie. Alleen al die afbraak- en transportkosten zijn astronomisch hoog. Kortom, we gaan ervoor zorgen dat ze hier ter plaatse kan gerestaureerd worden waar nodig en dus niet integraal gerenoveerd hoeft te worden zoals aanvankelijk de bedoeling was. Daarnaast zoeken we naar partijen die dit mee kunnen helpen financieren. Er zijn er genoeg die een hart hebben voor de scheepsbouw langs de Schelde.”