Bouw speelt voortrekkersrol
Karel Derde Embuild Oost-Vlaanderen

Bouw speelt voortrekkersrol

Sector bouw - Embuild Oost-Vlaanderen

Je leest het ook in ons gesprek met Vlaanderen Circulair (OVAM): circulair bouwen zet forse stappen in ons land. De basisprincipes zijn bij de meeste betrokken partijen bekend, maar we kunnen pas van een succesverhaal spreken als alle neuzen in dezelfde richting staan en de daad bij het woord wordt gevoegd. Het standpunt van de bouwsector is ondubbelzinnig: er is geen weg meer terug. Maar tegelijk is er nog een lange weg te gaan. Karel Derde, voorzitter van Embuild Oost-Vlaanderen (voorheen: Confederatie Bouw Oost-Vlaanderen), loodst ons langs de obstakels op weg naar een duurzame toekomst.

Embuild verdedigt en adviseert alle bouwbedrijven in de sector en houdt ook de vinger aan de pols wat betreft het duurzamer maken van de sector. Daarin spelen een hoop parameters, maar de puzzel lijkt toch stilaan vorm te krijgen. Bij Vlaanderen Circulair beweert men alvast dat de Vlaming het qua circulair bouwen goed doet in vergelijking met onze buurlanden. Zijn er cijfers die dat bevestigen?

Karel Derde: “OVAM is het beste geplaatst om daar cijfers op te kleven, maar ik ben het volmondig met hen eens: we doen het inderdaad goed. Ik denk dat de wegenbouwers en de sloopsector de eerste waren om bouw- en sloopafval te recyclen. Vandaag wordt tot 95% gerecycled, er wordt bijna niks meer gestort. Maar de bouw is er zich van bewust dat het circulaire verhaal veel verder gaat dan dat. We kijken bijvoorbeeld ook naar de materialen die nog waardevol zijn. Die gaan we dan veeleer demonteren in plaats van afbreken. Het nut ervan moet natuurlijk kunnen aangetoond worden. Dat is bijvoorbeeld het geval bij de opbouw van platte daken waar bepaalde isolatieplaten perfect kunnen verwijderd worden om ze elders opnieuw te gebruiken. Dat vraagt uiteraard veel meer inspanningen van de dakdekker, maar dat is de toekomst. Ook wat het constructief beton betreft, zien we een evolutie. Tot op vandaag mag beton enkel gemaakt worden op basis van nieuwe grondstoffen, maar er zijn al vergevorderde testen gedaan om beton met recyclagemateriaal te maken. Men is uitermate op zijn hoede natuurlijk, want aan de huidige kwaliteitsnormen moet voldaan worden. Geen sinecure, maar we moeten er evenwel op toezien dat de slinger niet volledig doorslaat. In Brussel zijn er een aantal projecten waar men lavabo’s van de muur haalt en ze in het tweedehandscircuit wil ‘recyclen’. Daar zijn we bezorgd over, want of dat economisch haalbaar en verstandig is, is maar zeer de vraag.”

STERCK. Circulair bouwen is ook een kwestie van een goede verstandhouding tussen bouwonderneming, bouwheer en architect. Maar daar loopt het wel eens mank, niet?

Karel: “In grote projecten zien we dat men vroeger eerder geneigd was in een conflictmodel verzeild te geraken. Het is misschien wat cru gesteld, maar bij overheidsopdrachten was de regel dat er een aanbesteding werd uitgeschreven, er vervolgens een dossier werd uitgewerkt door architecten en dat de aannemer vervolgens puur op budget werd geselecteerd. Dat creëert een groot spanningsveld tussen aannemers, die het daarmee hebben gehad. Om die reden zien we steeds meer aannemers die opteren voor een sterker samenwerkingsmodel. Dat komt het circulaire van het project ten goede, want elke partij wil daar de vruchten van plukken. Die aanpak lijkt aanvankelijk meer te kosten, maar op het einde van de rit kom je goedkoper uit. Aan die mindset moet nog gewerkt worden.”

STERCK. In dat verband spelen jullie een sensibiliserende rol. In die optiek hebben jullie vorig jaar samen met het WTCB aan aantal ‘lerende netwerken’ in Vlaanderen opgezet. Blijven die informatiesessies ook in de toekomst op de agenda staan?

Karel: “Op dat nageltje moeten we inderdaad blijven kloppen. Een aantal bedrijven is mee in het verhaal, voor anderen is het nieuw. Maar ook de klanten, de bouwheren dus, moeten gesensibiliseerd worden. Als we goedkoper willen gaan bouwen, dan zal het eerder modulair zijn dan wel circulair. Dat zal af en toe de architectuur wat onder druk zetten, maar we voelen als sector toch aan dat dat de enige weg is naar een meer duurzame wereld. Het zal wennen worden voor de sector en de markt. Een enorme uitdaging natuurlijk.”

Karel_Derde_Embuild_Oost-Vlaanderen

STERCK. Zijn we op alles voorbereid of staan er ons nog vervelende hindernissen te wachten?

Karel: “We blijven met Embuild, samen met het WTCB, onze leden sensibiliseren maar we willen hen ook waarschuwen voor wat er op ons afkomt. Om een concreet voorbeeld te noemen: heel wat gebouwen werden en worden geïsoleerd met gespoten PUR. Welnu, dat is bijzonder moeilijk te verwijderen en bijgevolg moeilijk circulair te maken. Het is onze taak om ervoor te zorgen dat er naar alternatieven wordt gekeken. We beseffen dat er nog een lange weg te gaan is, maar we geloven er sterk in bij Embuild. Kijk naar wat er gebeurd is toen OVAM op de proppen kwam met het idee om afval te gaan sorteren. PMD moest apart, GFT moest apart, de opkomst van de containerparken … Vandaag moeten bedrijven in onze sector maar liefst 22 verschillende producten sorteren. Die bedrijven spelen een voortrekkersrol en komen finaal performanter uit de hoek omdat ze hun kostenstructuur veel beter onder controle hebben. Het lijkt op het eerste gezicht een kostelijke aangelegenheid, maar iedereen weet intussen dat een container willekeurig volstorten uiteindelijk veel duurder uitkomt.”

STERCK. Wat zijn de belangrijkste werkpunten voor de bouwsector?

Karel: “Veel bouwondernemingen voeren uit wat bouwheer en architect voorschrijven. Maar in dat verhaal zijn ze niet enkel al ver gevorderd qua afvalselectie, maar wordt al goed nagedacht over de te gebruiken materialen. Neem nu hout, en voornamelijk dat met het FSC-label. Dat is zodanig ingeburgerd dat niemand nog hout gebruikt dat dat label niet heeft, toch? De grootste werkpunten zijn het beter afstemmen onderling van wat de wensen zijn van de bouwheren, de aannemer en de architect. Die driehoeksverhouding zal veranderen en we doen er als sector alles aan om dat te realiseren.”

STERCK. Kan subsidiëring helpen in het circulaire verhaal?

Karel: “Over subsidies kunnen we een boom opzetten, vrees ik. Het verstoort namelijk deels het marktmechanisme omdat de marktprijs bepaald wordt, rekening houdende met die subsidies. Daarnaast zijn subsidies vaak ook niet toereikend waardoor sommigen vroegtijdig afhaken. Wat wij betrachten, is dat we er aan de basis voor zorgen dat de aannemers een duurzaam geheel aanbieden en de klant van meet af aan in een duurzaam verhaal stapt. Zo hebben wij sterk gelobbyd voor de maatregel dat wanneer een pand van eigenaar verandert, het binnen de vijf jaar energetisch moet gerenoveerd worden. De maatregel is er nu en daar zijn we heel blij mee. Maar toegegeven, we kunnen nog niet goed in kaart brengen wat de gevolgen zullen zijn. Zal oud vastgoed in waarde dalen? Valt de markt stil? Er moeten nog wat zaken opgehelderd worden en dat zal voornamelijk aan de orde zijn eens de maatregel van kracht is. In dat verband is de renovatielening voor energie een goede zaak, want de investering zal zichzelf terugbetalen als de energiekosten voldoende kunnen gedrukt worden.”

STERCK. Dat klinkt plausibel, maar veel producten die daarvoor moeten zorgen zijn moeilijk verkrijgbaar en ook duurder geworden. Wat zijn de vooruitzichten op dat vlak?

Karel: “Zeker naar isolatie toe zijn er problemen geweest. Ook tijdens de pandemie is gebleken dat de ganse toeleveringsketen onderbroken is geweest. Maar intussen hebben een aantal zaken zich hersteld. Ik ben er ook van overtuigd dat de wereld in 2019 lichtjes oververhit was met alle gevolgen van dien. Ik denk en hoop dat dat de markt op termijn wat meer ademruimte zal geven. Er wordt toch een recessie voorspeld, en de markt zal nadien wel in zijn plooi vallen.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels