William Van Steenberge en Vincent Lefevere namen eerder dit jaar Vanotex over in Deinze. Het bedrijf is al bijna 50 jaar actief in het recyclen van productieuitval in de textielindustrie. ‘Effilocheren’ is de hoofdactiviteit van het bedrijf, maar wat dat betekent? We stellen de vraag aan de twee nieuwe eigenaars die elkaar op een toch wel zeer merkwaardige manier hebben leren kennen.
William Van Steenberge en Vincent Lefevere kenden elkaar niet toen ze – geheel onafhankelijk van elkaar én quasi tegelijkertijd – hun oog lieten vallen op Vanotex in Deinze. Bovendien hadden ze niet veel ervaring in de textielsector, maar de neuzen staan klaarblijkelijk in dezelfde richting. We laten de heren zelf aan het woord.
Hier gaan we dat textiel effilocheren, dat is vakjargon voor uitrafelen.
William Van Steenberge: “Mijn achtergrond situeert zich veeleer in de juridische wereld, maar die heb ik verlaten in 2019. In dat jaar nam ik een klein bedrijf over, Rotexco, een bedrijf gespecialiseerd in verpakkingstextiel. Meer concreet: geweven zakken in polypropyleen voor de post- en edelmetaalsector en andere industriële toepassingen. Op die manier ben ik dus in de textiel beland.”
STERCK. Was er een directe aanleiding?
William: “Vorig jaar zag ik een vrachtwagen rijden van Vanotex en mijn interesse was meteen gewekt. Ik had er al over nagedacht om iets te doen met recyclen van textiel en ik heb toen prompt de eigenaars gebeld, Tom en Jef Van Overschelde. Daar kwam dan een gesprek van en tijdens dat proces ben ik Vincent tegengekomen.”
Vincent Lefevere: “Ik was toevallig met mijn auto bij de keuring toen ik daar een vrachtwagen van Vanotex zag. Ik had al een beetje ervaring met de textielsector en heb uit interesse opgezocht wat Vanotex deed. Dus feitelijk zaten William en ik op hetzelfde dossier zonder dat van elkaar te weten. Maar omdat William al wat ervaring had met Rotexco, heb ik ‘m gecontacteerd. We hebben dan vrij snel besloten om onze krachten te bundelen en samen onze schouders te zetten onder dit bedrijf.”
STERCK. Hadden jullie los van elkaar dan ook dezelfde ambities of ideeën om dit bedrijf te leiden?
William: “Wel, ik zat (met Rotexco, red.) al in die markt, namelijk die van het technisch textiel. Daarmee bedoel ik dat het maken van die zakken eigenlijk een technische toepassing is. Door in die markt aanwezig te zijn, had ik al veel gehoord over het recyclen van textiel maar veel van die zaken zijn nog weinig concreet. Toen ik die vrachtwagen van Vanotex zag passeren, kwam ik er al snel achter dat het een mooie aanvulling kon zijn op wat ik al deed. Er waren ook wel wat raakvlakken vond ik, dus die piste ben ik dan verder gaan uitzoeken.”
Vincent: “Bij mij was de insteek enigszins anders. Ik bekeek het veeleer als een traditionele sector en wat mij inspireerde waren de uitdagingen waarvoor de textielsector staat. Zoals duurzaamheid, zoeken naar nieuwe grondstoffen, nieuwe regelgeving en dergelijke. Dat was voor mij de trigger om met de eigenaars, de twee broers, te gaan praten. Al snel bleek dat ze op zoek waren naar opvolging.”
William: “Inderdaad. En om de overdracht succesvol te laten verlopen, is er een transitieperiode met de nodige kennisoverdracht want het is een zeer specifieke business. Maar er is een zeer goede verstandhouding.”
- 7.000 aantal ton verwerkt textieluitval/jaar
- 14 medewerkers
- 1975 oprichtingsdatum
STERCK. Voor een buitenstaander is niet meteen duidelijk wat Vanotex precies doet. Kan je kort toelichten wat er hier achter de schermen gebeurt?
Vincent: “Wat wij doen, is het recyclen van textiel maar dan wel textiel van productie-uitvallen dus nieuw afval of beter: uitval. Wij gaan die ‘uitval’ verzamelen bij productiebedrijven, hier gaan we dat textiel effilocheren. Dat is vakjargon voor uitrafelen. Ons eindproduct is een vezel die opnieuw kan gebruikt worden in diverse nieuwe toepassingen.”
William: “Die vezels gaan naar onze klanten en die zijn voornamelijk actief in de non-woven sector. Denk daarbij aan bedrijven die producten ontwikkelen voor geotextiel of de automotive sector. Ons eindproduct zijn balen van samengeperste vezels.”
STERCK. Waar willen jullie met Vanotex heen?
Vincent: “In eerste instantie willen we de sector eigen worden. We willen eerst de skills in de vingers krijgen vooraleer we gaan bekijken welke mogelijkheden deze sector nog meer te bieden heeft. We merken dat er heel wat initiatieven leven bij onze klanten, maar ook bij andere bedrijven. Daar willen we bekijken of wij mee kunnen helpen ontwikkelen. We zitten ook met onze klanten rond de tafel die aan onderzoek en ontwikkeling doen en ook daar bekijken we welke meerwaarde we kunnen bieden.”
STERCK. Merken jullie een mentaliteitsaanpassing bij bedrijven? Wordt er bij afval en uitval standaard aan recyclen gedacht?
William: “Er is heel zeker een toename van het aantal bedrijven dat beter wil nadenken over wat er met hun afval – uitval is een beter woord trouwens – nog gedaan kan worden. Dus die vragen krijgen we wel eens, maar we stellen wel vast dat die bedrijven vaak nog geen concrete plannen hebben maar nog in de denkfase verkeren.”
STERCK. Gaan jullie actief op zoek naar bedrijven waarvan je vermoedt dat er mogelijkheden zijn om samen te werken of waar er uitval af te nemen valt?
Vincent: “We bouwen op een solide basis en sommige bedrijven gaan we actief benaderen. We krijgen zelf ook veel vragen of we bepaalde zaken kunnen verwerken want waar sommigen nu betalen voor hun restafval kunnen wij het gebruiken als grondstof en op die manier is er een win-win.”
STERCK. Is er nog veel nood aan sensibilisering?
Vincent: “Bij het inzamelen moeten we blijven waken over het goed sorteren van de verschillende stromen. Daarnaast nemen we deel aan werkgroepen bij zowel vakverenigingen als bij klanten om een nog grotere impact na te streven.”
William: “Ook vanuit de academische wereld is er interesse. Wat wij doen, is mechanisch recyclen en de academische wereld onderzoekt welke andere mogelijkheden er op dat vlak nog in het verschiet liggen. Heel concreet gaan die vragen over synthetisch afval zoals polypropyleen en polyester. Maar er komen net zo goed ook vragen uit de klassieke kledingsector.”
STERCK. Speelt de ligging van het bedrijf in jullie voordeel?
Vincent: “Onze bereikbaarheid is zeer belangrijk in onze sector. Deinze is zeer centraal gelegen in Vlaanderen, het kloppend hart van de textiel-industrie. Met ons eigen transport kunnen we kort op de bal spelen.”