Als enig kind van Jean-Marie Coen en diens echtgenote Carine, stapte Marion acht jaar geleden in het familiebedrijf Avor-Colordecor. De telg van de derde generatie had het als vrouw niet onder de markt in een sector die een waar mannenbastion is, maar slaagde er toch in om het vertrouwen van medewerkers en klanten te winnen. Zo groeide ze steeds meer uit tot de leading lady van het bedrijf. Eind dit jaar neemt ze officieel de scepter over.
In een familiebedrijf stappen heeft voor- en nadelen, maar ik had het geluk veel van mijn ouders te kunnen leren. Zij hebben me nooit in deze richting geduwd, maar nadat ik een poosje voor een baas had gewerkt, vond ik het toch prettiger om zélf de sleutel van een zaak in handen te hebben. Het doet mijn ouders veel plezier dat ik in hun voetsporen treed en dat geeft ook mij een goed gevoel.”
Trots?
“Ik ben er toch fier op deze zaak verder te zetten. Dat gevoel én mijn vertrouwen kregen nog een boost toen ik de opluchting bij het personeel zag, nadat mijn ouders net bekend hadden gemaakt dat ze het roer in mijn handen zouden overlaten. De voorbije jaren hebben we de zaak fors gemoderniseerd. Onze website is vernieuwd én we zagen op twee jaar tijd ons aantal filialen groeien van twee naar vijf. Dat doen we vooral om dichterbij onze klanten te zijn: zij willen geen halfuur rijden om zich te kunnen bevoorraden. Het is onze ambitie om het Oost-Vlaamse aanspreekpunt voor verf en decoratie te zijn, op termijn mikken we in Gent op een nog verdere uitbreiding.”
Visie?
“Mijn grootvader en ouders hebben me altijd geleerd respect voor iedereen op te brengen. Een onderneming is maar zo sterk als zijn zwakste schakel. De visie van mijn vader en mezelf op ondernemerschap komt grotendeels overeen, met dat verschil dat we ons in de toekomst nog sneller zullen moeten aanpassen aan de continu veranderende marktsituatie. De klemtoon ligt op een snelle en vlotte bereikbaarheid. Ik vind het belangrijk om zelf alle offertes en opmerkingen te behartigen. Elke week wil ik al onze filialen minstens één keer hebben bezocht, dat is noodzakelijk om het overzicht te bewaren.”
De scepsis zou nog veel groter zijn geweest als ik meteen in een leidinggevende positie was gedropt.
Maken vrouwen het verschil?
“Vrouwen hebben veel meerwaarde te bieden, maar moeten zich constant bewijzen. Dat heb ik aan den lijve ondervonden. Stelselmatig raakte ik beter geaccepteerd door iedereen in deze zeer complexe, technische markt, omdat ik alle facetten van het bedrijf leerde kennen en onderaan de ladder startte. Dat bood me de kans om heel veel kennis te vergaren en op te slaan. Stel dat ik meteen in een leidinggevende positie was gedropt, zou de scepsis nog veel groter zijn geweest. Het heeft veel inzet en doorzettingsvermogen gekost, maar gaandeweg groeide bij iedereen het vertrouwen dat ik dit echt wel kan.”
Work-life balance?
“Als zelfstandige stopt het werk in principe nooit, maar ik hecht er veel belang aan regelmatig te sporten met mijn echtgenoot. We trainen samen bij een personal trainer, die ons motiveert en ons pusht. Dat houdt ons scherp in het alledaagse zakelijke leven en is een enorme uitlaatklep. In augustus krijg ik er nog een uitdaging van formaat bij: dan beval ik van ons eerste kindje. Er zijn voorbeelden op overschot dat ook voor een vrouw het professioneel en sociaal leven niet hoeft te stoppen van zodra je moeder wordt.”
Tips voor starters?
“In de buitenwereld leeft vaak de perceptie dat het vrij makkelijk is om als nieuwe generatie in een familiebedrijf te stappen. Het is evenwel een kunst om het bedrijf nog succesvoller te maken en aan te passen aan de noden van de veranderende samenleving. Los daarvan mogen jonge starters zich niet laten afschrikken. Tegenkanting van non-believers heb je sowieso. En bereik je dan toch succes, zien de meeste mensen niet hoeveel energie je er hebt ingestoken om dat resultaat te bereiken. Daarom: durf ondernemen en laat je niet afschrikken door obstakels. Wees ook niet bang om af en toe eens te vallen: dat overkomt de besten, maar die ervaringen helpen je net om nog succesvoller te worden.”