Sporters beleven meer. Het is een boutade die Jessica De Smet volmondig kan onderschrijven. Nadat ze jarenlang zelf volleybal speelde op het hoogste niveau, is ze als directeur van Parantee-Psylos dagelijks in de weer om mensen met een beperking het genot van sporten te laten ervaren.
Bewegen is altijd een prominent deel van mijn leven geweest”, zegt de geboren en getogen Gentse. “Met de diploma’s sport- en bewegingswetenschappen én kinesitherapie achter de hand, ben ik eerst acht jaar aan de slag geweest bij moev, de Vlaamse schoolsportfederatie. Toen een nieuw decreet in 1998 stipuleerde dat sportfederaties iemand met een diploma LO in dienst moesten hebben, heb ik met succes deelgenomen aan de selectieproeven voor het directeurschap bij de G-sportfederatie. Hier stimuleren we zowel breedtesport als topsport. We ondersteunen dat via een managementteam en gerichte communicatie en marketing. Het doel? Sporten met een beperking ook buiten de sportwereld sterker op de kaart zetten, door samen te werken met bedrijven die initiatieven nemen inzake maatschappelijk verantwoord ondernemen.”
Trots?
“De meeste voldoening haal ik uit de warmte van onze onderneming. We hebben een gepassioneerd en dynamisch team van vijftien medewerkers. Dat enthousiasme stralen we uit op het werkveld, maar perfect is het natuurlijk nooit. Daarom blijven we onszelf uitdagen, ons best doen om te remediëren waar nodig én om G-sport ook bij het brede publiek nog bekender te maken. Twintig jaar geleden werd G-sport in de media nog stiefmoederlijk behandeld, nu merk je meer respect.”
Hokjes- denken is niet aan mij besteed.
Visie?
“Een non-profitorganisatie leiden verschilt niet veel van een regulier bedrijf aansturen. Ook hier gaat het om een ‘zaak’ runnen, personeel inzetten, correct omgaan met budgetten. Het grote verschil is dat we werken met en voor mensen, niet met producten. Onze winst drukt zich niet uit in euro’s, maar in méér mensen met een fysieke, verstandelijke, visuele beperking of psychische kwetsbaarheid duurzaam laten sporten. Ik ben altijd een coachende leider geweest maar lesgeven zei me weinig. Om deze functie te vervullen, kan ik wel veel dingen toepassen uit mijn periode als spelverdeelster in het volleybalteam van Kieldrecht. Managementvaardigheden heb ik onder meer geleerd tijdens de Belgische Olympische Academie. Van boekhouding of IT heb ik minder kaas gegeten, maar de kunst bestaat er dan in daarvoor specialisten in te zetten en zelf altijd de helikoptervisie te bewaren.”
Maken vrouwen het verschil?
“Hokjesdenken is niet aan mij besteed. Elke organisatie moet een goede mix zijn van genders, aanvullende kwaliteiten en competenties. Ik zie wel snel wanneer iemand met iets worstelt. Dan spreek ik die persoon aan en nodig ik hem of haar uit om erover te babbelen. Een informeel gesprekje op de gang of in mijn bureau kan veel doen. Open communicatie is cruciaal voor elke biotoop waar mensen met elkaar omgaan. Ik hou niet zo van afstand tussen de ‘top’ en de rest van de organisatie. Ik wil me zo bereikbaar mogelijk opstellen, mensen verantwoordelijkheid geven en er tegelijk over waken dat de organisatie als één coherent geheel blijft functioneren.”
Tips voor starters?
“Eerst en vooral moet je een basisstructuur creëren in een organisatie. Het is belangrijk goed af te bakenen wat de taken van iedereen zijn. Mensen moeten op een zo autonoom mogelijke manier kunnen werken, wat niet betekent dat je als directeur alles moet loslaten. Tegelijk vinden mensen het ook leuk bevestiging te krijgen. Een schouderklopje werkt heilzaam.”