Een goede accountant maakt het leven van een ondernemer nog zo aangenaam. Met 15.000 zijn ze, die accountants, en sinds dit jaar zijn ze allemaal lid van de gloednieuwe ITAA (Instituut voor Tax Advisors & Accountants), het gevolg van een fusie tussen IAB en BIBF. Dat is niet alleen goed nieuws voor de sector, maar ook voor de ondernemers. “Accountants hebben altijd al dicht bij de ondernemer gestaan, de trend naar digitalisering zal dat zelfs nog versterken”, is Bart Van Coile, voorzitter van ITAA, overtuigd. Tegelijk breekt hij een lans voor een gelijkwaardige behandeling van werknemers en ondernemers door de overheid.
Sinds de wet van 27 maart 2019 is ITAA het enige erkende orgaan dat de belangen van de accountants en belastingadviseurs groepeert. De fusie tussen IAB (Instituut van de Accountants en de Belastingconsulenten) en BIBF (Beroepsinstituut van Erkende Boekhouders en Fiscalisten) creëert transparantie. Dat zal voor iedereen voordelen opleveren, klinkt het.
STERCK. Waarom is dat zo?
Bart Van Coile: “Kijk, wij oefenen een beroep uit waarbij we volledig ten dienste van onze cliënten staan. Een accountant werkt onafhankelijk en begeleidt een ondernemer doorheen het integrale traject van diens bedrijf – beginnend bij de opstart, door alle groeifases heen – en laat die ondernemer toe om winst te maken. Als die accountant ergens een steek heeft laten vallen of, erger, een deontologische fout heeft gemaakt, was het voor de cliënt moeilijk om weten waar hij met zijn grieven terecht kon. Nu hebben ze, met ITAA, daarvoor een centraal aanspreekpunt. Zo’n deontologische fout is bijvoorbeeld het schenden van het beroepsgeheim, dat cruciaal is om een vertrouwensband op te bouwen. Als een ondernemer zelf ergens een fout heeft gemaakt, rekent hij op die accountant om dat fiscaal te regulariseren. Dat moet in volledige discretie kunnen gebeuren.”
STERCK. Weten ondernemers al dat ITAA dat centrale aanspreekpunt is?
Van Coile: “Om het met een vergelijking te zeggen: in 2019 is ons schip van het dok gehaald (wij hebben dit jaar benut om alles naar onze leden toe te verduidelijken), vanaf volgend jaar varen we in volle zee en willen we de integrale markt informeren via een reclamecampagne. We willen ook nauw gaan samenwerken met het onderwijs, wat essentieel is om de toegang tot ons beroep te verduidelijken. Daarnaast hebben we bij de FOD Economie ook de erkenning aangevraagd om een ombudsdienst in het leven te roepen voor klachten van ondernemers over hun accountant.”
Unified by Invoicing
STERCK. Met welke diensten pakken jullie uit voor die ondernemers?
Van Coile: “Met Unified by Invoicing lanceren we een erg nuttige tool voor de facturatie. We zijn anderhalf jaar geleden met dit platform gestart en hebben het eerst intern gelanceerd. Dat heeft ons toegelaten om, met feedback van accountants die het systeem hebben getest, een aantal functionaliteitsverbeteringen door te voeren. Deze tool laat de ondernemers toe om op één plaats al hun facturen te bewaren, en ze snel en efficiënt terug te vinden. Bovendien is het gebruik ervan gratis. Het systeem is ook erg interessant als bedrijven plots beslissen van accountant te veranderen. Vroeger was het vaak een hele poespas om die hele administratie over te hevelen, nu ‘reizen’ de documenten als het ware mee met de ondernemer. We verwachten heel veel van dit systeem. “
De almaar complexere wetten maken het stilaan onmogelijk dat iemand nog alle facetten van de stiel beheerst.
STERCK. Unified by Invoicing illustreert de verregaande trend naar digitalisering die ook jullie sector typeert. Zijn al jullie leden mee met dat verhaal?
Van Coile: “Een heel grote groep heeft de omslag al gemaakt. Anderen vragen zich af of ze zich op die manier moeten reorganiseren. In sommige, maar zeker niet alle gevallen, heeft dat met leeftijd te maken. Overigens merken we dat bepaalde ondernemers ook nog niet op die trein zijn gesprongen, sommigen schrijven zelfs nog manueel facturen uit.”
‘Mutual understanding’
STERCK. Bepaalde softwareleveranciers beweerden destijds dat hun oplossingen het beroep van accountant overbodig zouden maken…
Van Coile: “Daar hebben ze de bal echt schromelijk misgeslagen. Kijk: in ons beroep staan we erg dicht bij de ondernemer. Een IT-programma kan die functie onmogelijk overnemen. We zijn ook nog de enige partij die zo dicht bij het financiële luik van onze cliënten staat. Bankiers en verzekeringsmakelaars stonden daar vroeger ook, maar hebben dat pad verlaten. Het is spijtig dat die boutade van de softwaremarkt een totaal verkeerde perceptie heeft gecreëerd, waardoor jongeren zich afvroegen of ze nog wel voor ons beroep moesten kiezen. In de praktijk zijn het net wij die frequent gebruik maken van de oplossingen van de softwareaanbieders. Bovendien vermindert de digitalisering ons werk niet, wel integendeel. Ondernemers gaan nu net nóg meer van ons verwachten. Dat bewijst ook de doctoraatsstudie over ‘mutual understanding’.”
Digitalisering vermindert ons werk niet, wel integendeel. Onder-nemers gaan nu net nóg meer van ons verwachten.
STERCK. Waarover gaat die studie?
Van Coile: “Er was al een studie over ‘mutual understanding’ over de patiënt-arts-relatie. Die bewijst dat het genezingsproces bij de patiënt sneller gaat als de (vertrouwens)relatie met de arts optimaal is. Naar aanleiding daarvan heeft Stefanie De Bruyckere (van de vakgroep Financieel Management binnen de Faculteit Bedrijf en Organisatie van HoGent, red.) een gelijkaardige studie gemaakt, maar dan over de relatie tussen externe accountants en eigenaars/managers van kmo’s. De conclusie daarvan is dat als die band optimaal is, de ondernemer in staat is om meer winst te maken. Met andere woorden: hoe beter we de klant servicen en informeren, hoe meer voordeel die daarmee doet.”
Complexiteit
STERCK. Welke bewegingen merk je in de accountantswereld?
Van Coile: “We zien meer samenwerking tussen kantoren. Soms gebeurt dat door overnames – vooral op regionaal niveau – waarbij grotere spelers kleinere kantoren in hun organisatie opnemen. Dat gebeurt niet altijd vanuit een groei-ambitie, maar vaak ook vanuit een behoefte aan extra personeel en vanuit het besef dat ondernemers zich ook in de toekomst door hun accountant graag laten begeleiden in een één-op-één-relatie. Tegelijk maken de almaar complexere wetten het stilaan onmogelijk dat iemand nog alle facetten van de stiel beheerst. Dat leidt tot een trend naar specialisatie, wat evenwel niet betekent dat allround accountants geen bestaansrecht meer hebben, integendeel. Zij vallen voor specifieke vragen van hun cliënten dan terug op een netwerk, wat hen toelaat om die één-op-één-relatie vlot in stand te houden. Die generalisatie zie je vaak nog bij oudere accountants, maar gelukkig hebben wij een heel gezond beroep. Sommigen werken tot hun tachtigste, gepassioneerd door de stiel. Moeten ze hun zaak vroeg of laat toch overlaten, doen ze dat regelmatig aan een groter kantoor dat dit aankan.”
STERCK. Hoe groot zal de lacune zijn als de uitstroom van oudere accountants begint?
Van Coile: “We weten dat er in de komende tien jaar 25 à 30 procent van onze beroepsbeoefenaars zullen stoppen. Daarom is het cruciaal om nu veel inspanningen te leveren om de instroom aan te zwengelen. We willen jongeren laten kennismaken met de talrijke voordelen van het accountantsberoep: er is een hoge werkzekerheid, want ondernemers zullen meer dan ooit op ons terugvallen om gericht advies te krijgen. We zien namelijk ook een trend naar outsourcing: bedrijven die zelf over een beperkte boekhoudafdeling beschikken, kunnen dat luik dankzij intelligente software aan ons toevertrouwen en de mensen die zich vroeger met de boekhouding bezig hielden, inzetten voor andere taken. Ook om dat op te vangen, hebben onze leden extra mensen nodig. We zien gelukkig dat jongeren via diverse kanalen instromen, omdat er heel wat opleidingen bestaan, zowel op hogeschool- als op universiteitsniveau, terwijl ook werkplekleren populair blijft. Talrijke stagiairs leren de finesses van de stiel kennen bij één van onze 15.000 leden, die op hun beurt nog circa 20.000 mensen tewerk stellen. In ons land zijn dus zo’n 35.000 mensen bezig met onze stiel.”
ITAA streeft naar meer overleg met de overheid om het probleem van de complexe wetgeving te bespreken. Van Coile: “Vincent Van Quickenborne heeft gedurende zijn periode als Staatssecretaris voor Administratieve Vereenvoudig goed werk geleverd. Zo kwam hij tot een akkoord dat nieuwe wetgeving het beroep van een accountant niet complexer mag maken. Alleen bestaat er geen orgaan dat bepaalt dat een wet niet in voege mag treden als die voorwaarde niet is ingevuld. Op een bepaald moment is het nodig geweest dat de overheid een beter kader creëerde door extra wetten in het leven te roepen, maar nu mag het stilaan ophouden. Gelukkig zijn we ‘on speaking terms’ en hopen we hier vroeg of laat met de overheid opnieuw over in dialoog te kunnen gaan.”
STERCK. Hoe ver hopen jullie binnen pakweg vijf jaar te staan?
Van Coile: “Het zou fantastisch zijn als we er tegen dan in geslaagd zijn om iedereen samen te brengen rond digitalisering, waarbij het gebruik van Unified by Invoicing overal ingeburgerd is. In de praktijk zal dat vermoedelijk nog niet gebeurd zijn, omdat zowel accountants als ondernemers tijd nodig hebben om allemaal de omslag naar digitalisering te maken. Elke ondernemer heeft het pokkedruk, bovendien is accountancy hun core business niet. Aan onze leden om hen daar maximaal in te ondersteunen."
STERCK. Zal het ITAA tijdens dat overleg ook een lans breken voor een gelijkwaardige sociale behandeling van werknemers en ondernemers?
Van Coile: “Absoluut, dat is één van onze stokpaardjes. In de jaren zestig heeft de overheid meer sociale zekerheid gecreëerd voor werknemers dan voor zelfstandigen, vanuit de overtuiging dat die laatsten ‘in het zwart’ hun eigen appeltje voor de dorst creëerden. Ik durf te stellen dat die tijd voorbij is. Minstens 95 procent – ik durf zelfs van 99 procent spreken – van de ondernemers kleurt binnen de lijntjes. We moeten daarom evolueren naar een aanpak van wederzijds respect, naar een systeem van horizontaal toezicht. Hierbij gaat de fiscale administratie ervan uit dat de accountant werkt volgens vooraf overeengekomen standaarden en dat de ingediende aangiften correct zijn. Uiteraard is het daarbij noodzakelijk om afspraken schriftelijk vast te leggen in convenanten. En natuurlijk is dat allerminst een vrijgeleide voor fraude. Dubieuze praktijken moeten krachtdadig worden aangepakt.”
In de komende tien jaar zal 25 à 30 procent van onze beroeps-beoefenaars stoppen.