Antwerpen is het centrum van de wereld, al de rest is parking. Het is een boutade die ze onder meer in Beveren, en bij uitbreiding in het hele Waasland, nooit konden appreciëren, zeker niet toen vanuit de Brabostad ‘over het water’ werd gekeken om de haven uit te breiden. Dat was meteen één van de redenen waarom in 1968 de intercommunale Interwaas werd opgericht. Vandaag bundelt die de krachten van tien Wase gemeenten en steden, met het bevorderen van de economische ontwikkeling als één van de belangrijkste doelstellingen. Samen met directeur Bart Casier overlopen we de belangrijkste uitdagingen van de regio.
Twee belangrijke redenen leidden exact 52 jaar geleden tot de oprichting van Interwaas. “Ten eerste was dat de wetgeving over economische expansie, die erop gefocust was om in de naoorlogse periode meer tewerkstelling in de regio te creëren, onder meer door de opstart van bedrijventerreinen. Secundo was er de ambitie van de Antwerpse haven om een uitbreiding op de Linkerscheldeoever te realiseren, inclusief het plan om in functie daarvan een deel van het Waasland te annexeren. Ook mede door het protest dat daardoor in deze regio ontstond, is Interwaas boven de doopvont gehouden”, zegt Bart Casier.
Wet-Chabert
In hoeverre slaagde Interwaas er in de pioniersjaren in om de ambities te realiseren?
Bart Casier: “Destijds is men hier in volle vaart van start gegaan, we telden al snel veertig personeelsleden en hadden al behoorlijk wat terreinen verworven, zowel voor economische ontwikkeling als voor huisvesting. De (olie)crisis van de jaren zeventig zette een sterke rem op die expansie en zorgde voor een dip die toch circa tien jaar heeft geduurd. We slaagden er in die periode wel in om voldoende tegengewicht te bieden tegen Antwerpen: na langdurig overleg werden in juni 1978 een aantal basisprincipes vastgelegd in de wet-Chabert. Die stipuleerde dat de maritieme ontwikkeling of de exploitatie van de haven werd toevertrouwd aan de stad Antwerpen (vandaag het Gemeentelijk Havenbedrijf, red.). Het grond- en industriebeheer kwam in handen van een bijzondere maatschappij. In functie daarvan ontstond in december 1982 MLSO (Maatschappij Linkerscheldeoever) die dat in goede banen leidt. In MLSO zijn zowel het Vlaams Gewest, het havenbedrijf Antwerpen als drie Wase partners (Beveren, Zwijndrecht en Interwaas) vertegenwoordigd.”
In de jaren zeventig is gestart met de uitbreiding van het havengebied op de linkeroever. Hoe belangrijk is de Waaslandhaven vandaag?
Casier: “Daar werken momenteel meer dan 20.000 mensen. De ontwikkeling ervan is traag op gang gekomen, mede door de economische crisis van de jaren zeventig. Pas vanaf de ‘nineties’ kwam de invulling in een stroomversnelling terecht. Ook de bouw van het Deurganckdok in 2005 is van groot belang geweest. Door het voorkeursbesluit inzake de realisatie van extra containercapaciteit in het havengebied, met de aanleg van bijkomende container- en logistieke capaciteit, zou er een nieuw dok komen vlakbij het Deurganckdok. Dat kan voor ons, op voorwaarde dat er voorafgaand aan de bouw daarvan meteen extra mobiliteitsoplossingen komen. De congestie zal de komende jaren immers sowieso al toenemen, onder meer door de werken aan de Oosterweelverbinding. We pleiten voor het voorzien van een dubbele kamstructuur door de aanleg van parallelwegen langs de E17 tussen Sint-Niklaas en Zwijndrecht enerzijds, en de verbetering van de wegen langs de E34 anderzijds. Dat zou leiden tot een betere drainage van het regionaal verkeer naar het hoofdwegennet en een ontlasting van de kernen. De belangrijkste ontbrekende tand op die kamstructuur is een verbinding tussen de N70 (vanaf het bedrijventerrein Doornpark in Beveren) en de E34-Waaslandhaven.”
Inbreidingsprojecten
Eén van jullie doelstellingen is het versterken van de ruimtelijke kwaliteit en de vertaling daarvan naar projecten. In hoeverre resulteert dat in de aanleg van extra bedrijventerreinen en huisvestingsmogelijkheden?
Casier: “We zijn geen sociale huisvestingsmaatschappij, maar werken met die instanties wel samen om bepaalde doelgroepen te helpen. We komen op een punt dat er weinig gronden over blijven om te verkavelen en we steeds meer in de richting van inbreidingsprojecten evolueren, door bepaalde sites in centra van onze gemeenten en steden nieuwe bestemmingen te geven. Zo zal de Paterskerk in Sint-Niklaas bijvoorbeeld worden omgevormd tot een zone met verschillende woonvormen en gemeenschapsvoorzieningen. Het eerste bedrijventerrein dat we destijds hebben ontwikkeld, is de TTS-zone in Temse, een zone die nu aan een reconversie toe is en waarvoor we een moderniseringskuur hebben gepland. Daarnaast merk ik tot mijn spijt dat de aanleg van nieuwe bedrijventerreinen een moeilijk verhaal is.”
Hoe komt dat?
Casier: “Zoals in veel andere regio’s, worden we regelmatig geconfronteerd met NIMBY-protesten. Dat is jammer, want door onze strategische ligging tussen de havens van Gent en Antwerpen, informeren bedrijven regelmatig naar mogelijkheden om zich hier te vestigen. Dergelijke aanvragen moeten we vaak weigeren, waardoor we mooie kansen laten liggen om extra werkgelegenheid te creëren. Lokeren is de uitzondering: daar wordt gewerkt aan de uitbreiding van een bedrijventerrein met liefst 50 hectare, dat normaal binnen een jaar klaar moet zijn. Onder meer Beveren, Temse en Sint-Niklaas voldoen niet aan de taakstelling die het Structuurplan Vlaanderen oplegt.”
Welk gevoel heb je daarbij?
Casier: “Zeker in het geval van Beveren, dat al de Waaslandhaven op het grondgebied heeft liggen en geen zin heeft om de extra mobiliteit van een nieuw bedrijventerrein op te vangen, valt dat te begrijpen. Stekene wil niets liever dan de faciliteiten voor bedrijven uitbreiden, maar mag niet omdat het gesitueerd is in buitengebied. Toch zal ik altijd op die nagel blijven kloppen en blijven pleiten voor een ‘ijzeren voorraad’, een permanent en voldoende ruim aanbod aan bedrijventerreinen, omdat het cruciaal is dat de dynamiek die deze regio momenteel kenmerkt, niet verloren mag gaan. Met Heidebaan Noord (Sint-Niklaas), Veld 3 (suikerfabriek Moerbeke) en het toekomstig bedrijventerrein BEK (Bijzonder Economisch Knooppunt) Kluizenmolen in Sint-Gillis-Waas zijn er gelukkig toch nog enkele belangrijke initiatieven gepland.”
- 10 gemeenten (Beveren, Kruibeke, Lokeren, Moerbeke, Sint-Gillis-Waas, Sint-Niklaas, Stekene, Temse, Waasmunster en Zwijndrecht)
- 1968 oprichtingsjaar
- 20.562 rechtstreekse jobs in de Waaslandhaven
- 286.000 inwoners in de regio
Klimaatneutrale regio
Welke ambities koestert Interwaas op vlak van duurzaamheid?
Casier: “Een aantal jaren geleden hadden de Wase gemeenten zich tot doel gesteld om tegen 2020 de CO2-uitstoot met 20 procent te verminderen, een cijfer dat we vermoedelijk niet zullen halen, maar er gebeuren wel inspanningen. De nieuwe klimaatdoelstelling bedraagt nu een reductie van de CO2-uitstoot met 40 procent tegen 2030. In functie daarvan zetten we een aantal regionale acties voor mitigatie op in samenwerking met diverse sectoren en doelgroepen, maar we willen ook inzetten op adaptatie en ondersteunen kleinschalige lokale initiatieven. We steunen daarnaast vormen van hernieuwbare energie.”
Mogen we stellen dat jullie op cultureel vlak een pioniersrol vertolken?
Casier: “We hadden de eerste regionale erfgoedcel voor cultureel erfgoed in Vlaanderen en hebben recent een dossier bovenlokaal cultuurbeleid ingediend om subsidies van de Vlaamse overheid te bekomen. Vanuit de overtuiging dat iedereen het basisrecht op cultuur heeft, willen we ook elk kind en jongere de kans geven daaraan deel te nemen.”
Op welke andere doelstellingen zetten jullie zoal nog in?
Casier: “We willen kwaliteitsvol en duurzaam wonen bevorderen, bijvoorbeeld door lokale woonbeleidsvisies vorm te geven vanuit een forum van lokale stakeholders. Recent kregen we de bevestiging dat de Vlaamse overheid ons project intergemeentelijk wonen zal steunen. Dit omhelst onder meer het ondersteunen van lokaal woonoverleg, de uitvoering van woonkwaliteitsonderzoeken en de opmaak van een leegstandsregister. Vanuit de ambitie om werk en welzijn voor alle Waaslanders te creëren, willen we onze opgebouwde werking rond sociale economie verderzetten.”
Onder meer Beveren, Temse en Sint-Niklaas voldoen niet aan de taakstelling die het Structuurplan Vlaanderen oplegt.
Op welke pijlers steunt die werking?
Casier: “Dit impliceert dat iedereen die niet meteen inzetbaar is voor de reguliere economie, toch kansen moet krijgen. Dit kan bijvoorbeeld via de organisatie van Wijk-Werken, iets wat we samen met VDAB organiseren. Dit houdt in dat mensen tot maximum 60 uur per maand taken mogen uitvoeren, bijvoorbeeld bij iemand thuis, in een school of een niet-commerciële vereniging. Daarnaast willen we de bestuurskracht van onze gemeenten versterken door het delen van expertise in bepaalde domeinen, bijvoorbeeld door de organisatie van rioolkolkenreiniging, het voorzien van wegmarkeringen of het ter beschikking stellen van intergemeentelijke ambtenaren. Last but not least is het ook onze rol om de belangen van deze regio bij hogere overheden te behartigen.”