Wie recent na een lange tijd nog eens in Ronse is geweest, zal het beamen: de stad, gelegen in het hart van de Vlaamse Ardennen, heeft extra cachet gekregen. Dat dankt het aan investeringen in de verfraaiing van het stadscentrum, aan nieuwe residentiële ontwikkelingen én aan extra bedrijfsinfrastructuur. Bovendien ligt ook het werkloosheidscijfer lager dan voorheen. Burgemeester Luc Dupont hoopt dat al die inspanningen niet teniet worden gedaan door de coronacrisis en benadrukt het belang van een betere ontsluiting voor zijn stad.
Wie Ronse zegt, denkt aan textiel, de pracht van de Vlaamse Ardennen en… de koers. Op economisch vlak stond Ronse ook altijd synoniem voor een hoog werkloosheidscijfer, maar daar zijn de voorbije jaren – met succes – mooie inspanningen voor geleverd.
Luc Dupont: “Voor het coronavirus toesloeg, hadden we inderdaad heel wat progressie geboekt, wat zich onder meer vertaalde in een werkloosheidscijfer dat recent van 12,7 naar 9,7 procent was gezakt. De daling was sterker dan het Vlaams gemiddelde, al beseffen we dat we er nog lang niet zijn. De combinatie van veel laaggeschoolde mensen, veel mensen van buitenlandse origine, onze ligging op de taalgrens en de daarmee gepaard gaande gebrekkige kennis van het Nederlands bij veel mensen speelt ons al lang parten. Vaak cumuleren de hierboven vermelde handicaps zich, ook bij de jeugd, waardoor het extra uitdagend is om die doelgroep aan het werk te krijgen, hoewel we daar onder meer via het Maatwerkplan in samenwerking met de VDAB al veel voor gedaan hebben. Anderzijds is die grote arbeidsreserve ook een troef voor nieuwe bedrijven.”
Duurzaamheidsfocus
STERCK. Intussen gebeurt er veel om de infrastructuur voor bedrijven te verbeteren. Is Pont-West daar het beste voorbeeld van?
Dupont: “Dit is een nieuw regionaal bedrijventerrein van 48 hectare, dat ontwikkeld wordt door de intercommunale Solva. Nadat het afwerken van de hele administratieve molen heel wat voeten in de aarde had, is de ontwikkeling van de eerste fase (17 ha) nagenoeg afgerond. Er is nog één perceel te koop. Intussen zijn we al volop bezig met onteigeningen in functie van de opstart van de tweede fase (20 ha). Die tweede fase is de belangrijkste stadsinvestering op economisch vlak van deze legislatuur. Van zodra daar 70 procent van verkocht is, kunnen we op termijn ook aan de laatste fase beginnen.”
“Op Pont-West zullen vooral bedrijven met een sterke duurzaamheidsfocus zich vestigen. De zone is gelegen vlakbij het toekomstig knooppunt N60-N48, wat vooral om mobiliteitsredenen cruciaal was. Elk bedrijf dat er zich vestigt, wordt deels eigenaar van gemeenschappelijke delen, zoals een groenzone en een eventueel toekomstig gemeenschappelijk parkeergebouw. De bedrijven beheren die delen samen via een vereniging waarbij Solva als syndicus optreedt. We streven er ook naar rationeel energiegebruik. Op dat vlak zou de komst van Biosynergy, dat biomassaverbrandingsinstallaties verkoopt en er op Pont-West ook zelf één bouwt, met aansluitend een warmtenet, voor heel wat ondernemingen interessante opportuniteiten kunnen bieden.”
De gewezen textielstad staat ook op de ‘bucketlist’ van heel wat binnen- en buitenlandse toeristen. “We hebben toeristen heel wat te bieden”, is Luc Dupont overtuigd. “Ons textielverleden, de beleving rond Sint-Hermes (met de basiliek en haar wondermooie crypte als voornaamste trekpleisters) en de natuurpracht zijn maar drie van de aspecten die mensen naar onze stad lokken. Wij ontvangen hen graag in het onthaal- en belevingscentrum, dat over een uitkijktoren beschikt en de ideale start voor menige stadswandeling of regioverkenning vormt. Samen met Oudenaarde vormt Ronse het hart van de Vlaamse Ardennen. Toerisme is een belangrijke draaischijf geworden, niet toevallig is het dé inkomstenbron van uitbaters van bed and breakfasts en vakantiewoningen.”
STERCK. Hoe ver staat het intussen met de nieuwe invulling van de oude textielfabriek Cyr-Cambier?
Dupont: “Deze site hebben we, deels met subsidies, volledig gesaneerd. Ze bevindt zich vlakbij ons ondernemerscentrum, Utexbel en een woonzone. In samenwerking met Voka en een private ontwikkelaar werken we er aan een project met een vermenging van functies: er komen elf bedrijfsunits, zeven daarvan beschikken over een verdieping die als woonentiteit zal worden ingevuld. Van zodra we alle vergunningen binnen hebben, kan het vrij snel gaan. Er zijn bovendien mogelijkheden tot synergie met ons ondernemerscentrum. Dat beschikt zelf over vijf loodsen en vier kantoorruimtes, maar dat blijkt iets te weinig om de behoefte op te vangen. Daarom zouden een aantal units zonder woonfunctie op Cyr Cambier ook door het ondernemerscentrum kunnen worden gebruikt.”
STERCK. Ook uit de realisatie van TIO3 blijkt dat Ronse ondernemers een warm hart toedraagt.
Dupont: “Wist je dat wij, exact twintig jaar geleden, de eerste stad waren die met een eigen Dienst Lokale Economie uitpakte? Die focus om bedrijven aan te trekken, heeft ons geen windeieren gelegd. TIO3 is een goed voorbeeld van onze ondernemende spirit. We hebben dit gebouw, waar vroeger een ziekenhuis in was ondergebracht, met Europese steun gemoderniseerd en er een business- en eventlocatie van gemaakt waar innovatie, ondernemen, opleiding en ontmoeting centraal staan. Naast de VDAB zijn er een aantal ICT-spelers en innovatieve bedrijven in ondergebracht en er werken circa 160 mensen. Van de negen verdiepingen staan amper één verdieping (440 m² netto) en een paar kleinere units nog te huur.”
Tijdens deze legislatuur gaat de belangrijkste economische focus naar de verdere ontwikkeling van Pont-West.
Nieuwe projecten
STERCK. Over huur gesproken: hoe staat het met de residentiële mogelijkheden in Ronse?
Dupont: “Door de talrijke investeringen die we met de stad hebben gedaan, onder meer om het centrum op te frissen, hebben nogal wat projectontwikkelaars en investeerders mooie woonprojecten in Ronse gepland of al gerealiseerd. De stad is aantrekkelijker geworden, wat zich vertaalt naar een stijgende interesse van mensen om op ons grondgebied te komen wonen. Op dat vlak zijn we aan een knappe inhaalbeweging bezig. Zo komt er op de hoek van de Peperstraat met de Grote Markt een grootschalig appartement met retail op het gelijkvloers. Ook in de Stationsstraat staat een nieuw project, evenzeer met retail op het gelijkvloers, in de steigers.”
STERCK. Welke inspanningen levert de stad om het leegstandsprobleem aan te pakken?
Dupont: “Hoewel we een mooi en dynamisch handelscentrum hebben, staat circa tien procent van de panden leeg. Retailers in het centrum kreunen onder de stevige concurrentie van e-commerce en baanwinkels aan de rand van de stad. Sinds 2002 ondersteunen we hen met subsidies uit het handelspandenfonds, een initiatief dat ons destijds de titel van ‘meest ondernemende stad van Vlaanderen’ opleverde. We hebben ook zelf een aantal panden gekocht, samengevoegd en gemoderniseerd om ze vervolgens weer te verhuren, maar het blijft een moeilijk verhaal dat door de coronacrisis helaas nog uitdagender wordt. Ik heb echt te doen met die zelfstandigen. Denk maar aan kledingwinkels: hun huidige collecties krijgen ze nog moeilijk verkocht omdat hun winkels een tijdlang noodgedwongen moesten sluiten, intussen moeten ze al investeren in nieuwe collecties, de solden staan voor de deur… Begin er maar aan.”
STERCK. Wat frappeert u het meest aan de gevolgen van de coronapandemie?
Dupont: “Door de gedwongen lockdown veranderde een levendige entiteit in een mum van tijd in een dode stad. We hebben door de jaren heen al wat crisissen meegemaakt, maar nooit ging het zo ver dat die een hele maatschappij lamlegde. Net in deze periode voelde je hoe cruciaal handelszaken zijn om een centrum levendig te houden: neem de retail en de horeca weg en eigenlijk heb je dan gewoon geen stad meer. We kunnen alleen maar hopen dat alles zo snel mogelijk weer zo normaal mogelijk wordt.”
De stad is aantrekkelijker geworden, wat zich weerspiegelt in een groeiende interesse van mensen om hier te komen wonen.
Rond Ronse
STERCK. De ontsluiting van Ronse is al decennialang een heet hangijzer. Is er op dat vlak de jongste jaren vooruitgang geboekt?
Dupont: “Het gebakkelei over hoe dat moeten worden aangepakt, duurt intussen al zowat veertig jaar. De vernietiging door de Raad van State van het laatste dossier over de N60 heeft ons bepaald niet geholpen. Gelukkig is er nu het initiatief ‘Rond Ronse’, waarbij de initiatiefnemers erin geslaagd zijn een breed samenwerkingsverband te creëren dat de mogelijkheden voor een betere ontsluiting in kaart brengt. We hebben absoluut, en dringend, nood aan nieuwe wegen die de verkeersflow doorheen het centrum kunnen verminderen en de verkeersveiligheid kunnen verhogen. Ronse is de Vlaamse stad waar de meeste gewestwegen elkaar kruisen, die lopen bovendien allemaal door ons centrum. ‘Rond Ronse’ bestaat intussen één jaar en heeft recent een aantal varianten voor de mobiliteits- en leefbaarheidsproblematiek voorgesteld na intens studiewerk en overleg. Er vonden al verschillende infomarkten plaats om die plannen toe te lichten.”