17 redenen waarom
Sarah Spenninck
& Hélène De Rore
POM - Voka

17 redenen waarom

Dossier - POM - Voka

Een broertje dood hebben aan duurzaamheid? Het is anno 2022 een zeer gewaagde, op termijn vermoedelijk zelfs fatale filosofie. Almaar meer bedrijven engageren zich dan ook om maatschappelijk verantwoord te ondernemen. Het Voka Charter Duurzaam Ondernemen (VCDO) is een geschikte kapstok om dat naar de praktijk te vertalen. Sarah Spenninck en Hélène De Rore, in West-Vlaanderen namens respectievelijk Voka en POM West-Vlaanderen verantwoordelijk voor het VCDO, ondersteunen bedrijven in die ambities. “Het enthousiasme waarmee verantwoordelijken binnen een bedrijf hun acties verdedigen tijdens de evaluatie, is zeer aanstekelijk.”

Ja, West-Vlaanderen mag zich eigenlijk wel een pionier noemen in het introduceren van de duurzaamheidsgedachte bij bedrijven. De eerste aanzet daartoe kwam er in 1993 met het Milieucharter, een initiatief van de POM West-Vlaanderen (Provinciale Ontwikkelingsmaatschappij) dat meteen ondersteuning kreeg van Voka. 

Hélène De Rore: “Twee jaar later lanceerde ook Limburg en vier jaar later Oost-Vlaanderen een milieucharter. In 2008 veranderde de naam naar het West-Vlaams Charter Duurzaam Ondernemen, waarbij de POM nog altijd het voortouw nam. Toen Voka in 2017 uitpakte met een gelijkaardig charter in alle provincies, gebaseerd op de SDG’s (duurzaamheidsdoelstellingen van de Verenigde Naties, red.) leek het ons beter om de krachten te bundelen. Het zou zinloos zijn om twee aparte systemen te behouden. De organisatie ligt nu in handen van Voka, waarbij ik als medewerker van de POM ben gedetacheerd.”

Helene_De_Rore_POM_West-Vlaanderen_Sarah_Spenninck_Voka_West_Vlaanderen

Ideale houvast

Sarah Spenninck: “De duurzaamheidsgedachte zat altijd al in het DNA van Voka, aanvankelijk vooral via initiatieven zoals Bryo (netwerk voor startende ondernemers) en Welt (bouwen aan een inclusieve onderneming) die onbedoeld praktische invullingen waren van respectievelijk ‘prosperity’ en ‘people. De lancering van de SDG’s was de ideale houvast om dat meer systematisch aan te pakken en de theorie van de SDG’s praktisch en pragmatisch in te vullen.”

STERCK. Is het VCDO eerder geschikt voor productiebedrijven?

Hélène: “Ook voor dienstenbedrijven biedt het zeker opportuniteiten. We zien vooral bedrijven met minstens tien mensen op de payroll die zich inschrijven. Die schaalgrootte is doorgaans wel vereist, omdat het toch bepaalde inspanningen vergt, die idealiter niet op één paar schouders terechtkomen. Hoe meer mensen erbij betrokken zijn, hoe meer ambassadeurs je automatisch krijgt.”

Sarah: “Hoewel het inzake tijdsbesteding zeker een uitdaging met zich meebrengt, is de omvang van het bedrijf niet allesbepalend. Ook ondernemingen die over minder mankracht beschikken, durven het engagement aan te gaan. Ik vind het altijd positief als kmo’s niet over een specifieke duurzaamheidsafdeling beschikken, omdat het engagement dan meer verspreid zit. De sector op zich maakt niet uit, al zijn voedings- en maatwerkbedrijven in West-Vlaanderen proportioneel beter vertegenwoordigd dan in andere provincies.”

Hoe meer mensen erbij betrokken zijn, hoe meer ambassadeurs je automatisch krijgt.

STERCK. Welk voordeel biedt de koppeling van het VCDO aan de SDG’s?

Hélène: “Vroeger waren de acties voor het charter eerder themagebonden, waarbij ze bijvoorbeeld waren gelinkt aan energie- en waterbesparing of het bevorderen van de mobiliteit. Vandaag zijn er twee basisvoorwaarden: ten eerste moeten bedrijven op het eind van een cyclus nog altijd tien acties hebben afgewerkt, alleen moeten die nu mooi verdeeld zijn over vier van de vijf P’s (People, Planet, Prosperity, Peace en Partnership), vanuit de overtuiging dat je duurzaamheid niet kan bereiken door op één thema in te zetten. ‘Peace’ en ‘Partnership’ zijn er met de lancering van de SDG’s in 2015 bijgekomen, omdat de VN vinden dat je duurzaamheid niet in je eentje kan bereiken. ‘Partnership’ moedigt aan om klanten en leveranciers te overhalen om in het verhaal mee te stappen en zo een maximaal effect te bereiken.”

Sarah: “Het internationaal karakter van de SDG’s is zeker een voordeel: doordat ze visueel aantrekkelijk zijn gebracht, is het makkelijker om ze via de iconen te communiceren en ze te kennen. Dat helpt zeker bij ondernemingen waar bijvoorbeeld verschillende nationaliteiten werken. Het is een universele kapstok, wat de herkenbaarheid bevordert.”

Europese Green Deal

Eén van de doelstellingen van de Europese Commissie is om van Europa het eerste klimaatneutrale continent te maken tegen 2050. Om dat op een concurrerende en eerlijke manier te doen, zijn een aantal maatregelen voorgesteld. Die moeten zorgen voor een betere gezondheid en meer welzijn, minder uitstoot, minder energieafhankelijkheid en armoede, nieuwe banen en groei.

Bijenkorf

STERCK. Wat is er belangrijk aan een actieplan?

Hélène: “Het is altijd leuk als er een goed evenwicht is tussen aspecten die voordelig zijn voor de corebusiness van een bedrijf en ‘nice to haves’. Als je via het terugdringen van de energiefactuur gevoelig op kosten kan besparen, is dat interessant voor de firma. ‘Nice to haves’ zijn iets ludiekere acties, die wel nuttig zijn om medewerkers te sensibiliseren. Zo kan je uitleggen waarom je bijenkorf nuttig is voor de biodiversiteit, of waarom de herbruikbare waterfles die je medewerkers krijgen een bescheiden begin is om komaf te maken met de ‘plastic soep’ in de oceanen. Dat is een voorbeeld van SDG 14.”

STERCK. In hoeverre nemen bedrijven zelf initiatief om zich voor het VCDO te engageren?

Hélène: “Tot twee jaar geleden was het voornamelijk trekken en sleuren, terwijl we voor de cyclus 2021-2022 19 spontane aanvragen binnen kregen. Dat is, voor dit initiatief, een record. Het besef dat er iets moet gebeuren, is groter dan ooit, mede doordat de Green Deal van de EU toch bepaalde verplichtingen oplegt.”

Helene_De_Rore_POM_West-Vlaanderen_Sarah_Spenninck_Voka_West_Vlaanderen

Sarah: “De druk komt van meerdere fronten: steeds meer leveranciers, klanten en consumenten vragen aan ondernemingen wat ze concreet doen om duurzaam te ondernemen. Met het VCDO kunnen ze ten eerste hun actieplan voorleggen én aantonen dat ze daarop ook worden geëvalueerd. Het belangrijkste effect is evenwel dat je door integraal duurzaam te ondernemen je eigen productie en werking kan optimaliseren. Laten we ook het belang van ‘employer branding’ niet vergeten: met het engagement voor VCDO, waarvoor je ook een certificaat krijgt, kan je ook aan geïnteresseerde sollicitanten bewijzen dat je sociaal, ecologisch en economisch de juiste dingen doet. In tijden waarin iedereen haast smeekt om nieuwe mensen te kunnen aanwerven, is dat een cruciale troef om zich te onderscheiden.”

STERCK. Op welke manier ondersteunen jullie bedrijven daarbij?

Sarah: “De meeste mensen zoeken naar een houvast: in welke mate kunnen ze acties die nu al lopen, ophangen aan de SDG-kapstok? Die vormen een ‘passe partout’ voor alle initiatieven die binnen de bedrijfscontext vorm moeten krijgen.”

Hélène: “De eerste vraag die we ons stellen is altijd in hoeverre ze vandaag volledig conform de geldende wetgeving werken. Als daar nog hiaten zijn, vragen we hen om die eerst weg te werken. Bij het wervingsproces gaan we de onderneming eerst en vooral uitleggen waarom het VCDO voor hen interessant kan zijn. Daarnaast impliceert onze rol dat we de wet én de SDG’s goed kennen. We voeren ook een nulmeting (welke acties lopen er al bij de ‘kick off’) en, een jaar later, een evaluatie-audit uit. Als we de resultaten van acties zien, leidt dat automatisch tot suggesties over hoe ze nog verder kunnen groeien, bijvoorbeeld door inspanningen op vlak van biodiversiteit.”

17 SDG'S van de vn
  • Geen armoede

  • Geen honger

  • Goede gezondheid en welzijn

  • Kwaliteitsonderwijs

  • Gendergelijkheid

  • Schoon water en sanitair

  • Betaalbare en duurzame energie

  • Waardig werk en economische groei

  • Veerkrachtige infrastructuur; stimuleren van innovatie, inclusieve en duurzame industrialisering

  • Ongelijkheid verminderen

  • Duurzame steden en gemeenschappen

  • Verantwoorde consumptie en productie

  • Klimaatactie

  • Leven in het water

  • Leven op het land

  • Vrede, justitie en sterke publieke diensten

  • Partnerschap om doelstellingen te bereiken

Sarah: “Onze job omvat alle praktische organisatie, vier keer per jaar een ervaringsuitwisseling over recente initiatieven (zoals een update over de aankomende wijziging in duurzaamheidsrapportering) en de organisatie van de certificaatuitreiking. Ik voel me vooral een klankbord, een ‘sparring partner’ van de deelnemende firma’s. Boeiend is het sowieso, want elke bedrijfscontext is specifiek.”

STERCK. Welke impact had corona op de nobele intenties van ondernemingen voor het VCDO?

Sarah: “Het is duidelijk dat de implementatie van bepaalde duurzaamheidsacties vertraging zal hebben opgelopen, onder meer omdat sommige investeringen wat zijn uitgesteld. De achterliggende motivatie om als bedrijf bij te dragen aan duurzaamheid is daarentegen nog steeds aanwezig, zo blijkt uit een bevraging die we in 2021 samen met de Universiteit Antwerpen organiseerden.”

STERCK. Slotvraag: zijn jullie tevreden over waar het VCDO op vandaag staat?

Hélène: “Voor de huidige cyclus tellen we 42 deelnemers. In vergelijking met andere jaren is dat relatief veel (afgelopen cyclus behaalden 33 bedrijven hun certificaat, red.), maar afgemeten tegenover het totaal aantal ondernemingen is dat nog altijd beperkt. Voor heel wat deelnemers is het een eerste stap in de goede richting.”

Sarah: “Heel wat ondernemingen staan al behoorlijk ver op dat vlak. Dan hebben ze het VCDO in principe niet nodig om te starten met de structurele inbedding van duurzaamheid in hun organisatie.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels