Aanzien worden als de koffiejuffrouw, terwijl je eigenlijk de zaakvoerder van het bedrijf bent: Ann-Sofie Denoo zucht als ze enkele anekdotes uit haar recente professionele carrière opdiept. Ook haar grootvader had nooit verwacht dat ze in zijn voetsporen zou treden. Toch slaagt ze er samen met echtgenoot Dave Piron in om het 50-jarige succesverhaal van Matrijzen Denoo verder te zetten.
Voor mijn grootvader stond het altijd al vast dat mijn pa het familiebedrijf zou verderzetten. De druk die mijn vader daardoor heeft gevoeld, heeft hij zijn drie kinderen nooit willen opleggen, hoewel mijn jongere broer al van in zijn wieg door opa als de nieuwe opvolger werd bestempeld. Ik ben er lang van overtuigd geweest dat mijn toekomst hier niet zou liggen, tot mijn grootvader aan moeders kant stierf. Dat was voor iedereen een reflectiemoment. Ik was op dat moment werkzaam bij Alpro en zat vaak in het buitenland, maar wou graag dichter bij huis werken, ook omdat ik net was bevallen van onze eerste dochter. Op hetzelfde moment gaf mijn vader aan dat hij minder voldoening uit het bedrijf haalde. Zo vielen de puzzelstukjes samen. Zes jaar geleden ben ik hier aan de slag gegaan, begin 2021 nam ik samen met mijn man Dave de zaak over.”
Trots?
“In de eerste plaats ben ik apetrots op onze dochters van zeven en vijf jaar, vooral op de onbevangen en neutrale bril waardoor ze het leven bekijken. Zij vinden het de normaalste zaak van de wereld dat er geen typisch mannelijke en vrouwelijke beroepen zijn en kunnen het perfect begrijpen als een jongetje uit hun klas liever een meisje zou zijn, of vice versa. Die open mindset hebben veel volwassenen niet. Intern vond iedereen het prima dat ik mijn vader opvolgde, maar buiten de bedrijfsmuren moet ik erg op mijn strepen staan. Een vrouw aan het hoofd van een matrijzenbedrijf is een rariteit. Als we op een beurs staan en ik loop eens de andere standen af, kan ik zonder problemen alle details van een machine bekijken zonder dat iemand me aanspreekt. Bezoekers van onze stand zijn altijd sneller geneigd naar een mannelijke medewerker dan naar mij te komen. Dat is soms best frustrerend.”
Als het plaatje klopt, doe je automatisch wel de juiste opofferingen.
Visie?
“Als ondernemer weet je nooit wat de dag van morgen zal brengen en draag je de verantwoordelijkheid over de broodwinning van al je medewerkers. Het is een druk die ik liefst niet alleen draag. Daarom ben ik supergelukkig dat ook mijn man hier werkt. Hij is niet bij de productie betrokken, maar doet de boekhouding en alle klusjes die niet tot het takenpakket van een andere medewerker behoren. Daardoor kan hij alles meer vanuit een helikoptervisie bekijken. Zijn mening zet me soms aan het denken over bepaalde optimalisaties. Toen hij hier nog niet werkte, had ik regelmatig het gevoel op een eiland te staan. We bekijken het bedrijf vanuit een ander, complementair perspectief. Dat komt de zaak zeker ten goede.”
Maken vrouwen het verschil?
“Neen, zo voel ik het voor mezelf alleszins niet aan. Ik ben heel rationeel, niet extreem empathisch, baseer me voor beslissingen vooral op feiten. Toch merk ik behoorlijk wat raakvlakken als ik verhalen van andere CEO’s lees, maar dan vooral op vlak van de ‘work life’-balans. Van vrouwen wordt sneller verwacht dat zij voor de kinderen zorgen, terwijl in ons gezin mijn man degene is die hen naar school brengt, hen afhaalt en hun huiswerk opvolgt, zodat ik verder kan werken in het bedrijf. Daar ben ik soms wel gezond jaloers op.”
Tips voor starters?
“Je moet het gewoon doen: durven springen, niet te veel over nadenken. Als het plaatje klopt, doe je automatisch wel de juiste opofferingen. Vaak is het de schrik om te mislukken, die potentiële starters verlamt. Daarom is het jammer dat falen nog zo’n taboe is. Meer openheid daarover zou de geesten verruimen.”