De regio Midwest vormt letterlijk het hart van de provincie West-Vlaanderen. Zestien gemeenten en steden zijn in dat samenwerkingsverband betrokken. Roeselare, Izegem en Hooglede spelen een trekkende rol in het geheel. Dat resulteert in stadsoverschrijdende samenwerking op allerlei vlakken. Samen met burgemeesters Kris Declercq (Roeselare), Frederik Demeyere (Hooglede) en Bert Maertens (Izegem) analyseren we het huidig en toekomstig economisch weefsel van de drie ambitieuze entiteiten.
STERCK. Hoe evolueert het aantal bewoners tegenover de ruimte voor bedrijvigheid?
Frederik Demeyere: “Het aantal inwoners is tussen 2010 en 2023 gestaag gegroeid van 9950 tot 10150. Met recent gestarte en in realisatie zijnde bouwprojecten zullen we de komende jaren wel een versnelling hoger schakelen: in totaal 300 nieuwe wooneenheden kunnen al snel tot 500 extra inwoners leiden. In 2008 is er met de afbakening van het regionaal-stedelijk gebied Roeselare regionaal bedrijventerrein bij gekomen, oorspronkelijk bedoeld voor de firma Deceuninck. Sinds 2016 is die grond ook beschikbaar voor andere ondernemingen, waardoor deze site langs de R32 momenteel volop in ontwikkeling is, met onder meer 24/7 Tailor Steel, Eutraco,… Daarnaast is de site-Olivier nu ook in ontwikkeling voor lokale bedrijven en kmo-units.”
- 25,6% oppervlakte voor bedrijvigheid t.o.v. bebouwde oppervlakte
- 77,9% werkzaamheidsgraad aantal werkenden t.o.v. bevolking 20-64 jaar
- 80,3% jobratio verhouding van totale tewerkstelling t.o.v. totaal aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd
- 3.289 actieve ondernemingen 2361 in 2013
- 29.041 inwoners 2023
“14% van onze bebouwde ruimte is voor economie bestemd. De bezettingsgraad van de bedrijventerreinen steeg tussen 2014 en 2023 van 77% naar 83%. Over dezelfde periode is het aantal ondernemingen met circa 5% gestegen.”
Zuinig ruimtegebruik
Kris Declercq: “Volgens het Rijksregister is het bevolkingsaantal gestegen van 59.768 inwoners in 2013 naar 65.624 inwoners in 2023 (+9,8%). De oppervlakte van bestemde bedrijfsgrond is gestegen van 8.963.408m2 in 2013 naar 8.977.559m2 in 2023 (+0,2%). We weten dat er een grote vraag is naar gronden voor bedrijvigheid, maar de mogelijkheden zijn beperkt. De stad anticipeert hierop door principes van zuinig ruimtegebruik toe te passen in de bestaande bedrijventerreinen. We zetten reconversiesites niet blindelings om naar sites voor wonen, maar onderzoeken wat de economische component kan zijn. Ook is de stad benieuwd hoe het PRUP van de bijkomende bedrijventerreinen voor de regio Roeselare zal evolueren en welke zoekzones zullen worden weerhouden.”
We willen bedrijven motiveren om zoveel mogelijk voor hoogbouw te kiezen.
Bert Maertens: “Met een bevolkingsdichtheid van 1132 inwoners per km2, zetten we in West-Vlaanderen de vierde hoogste score neer. Dat creëert een grote druk op grond. Meer dan de helft van de terreinen in onze stad is bebouwd, terwijl het Vlaams gemiddelde onder de 30% zit.”
“Er is vanuit de bedrijven een grote vraag naar uitbreiding of herlokalisatie, maar helaas zijn de mogelijkheden zeer beperkt. De zone Sasbrug (14 ha) biedt in principe potentieel, maar is heel overstromingsgevoelig en is daarom door Vlaanderen ook ingekleurd als ‘watergevoelig openruimtegebied’ (WORG). Dat is zowat een synoniem voor onbebouwbaar. Er loopt nog een openbaar onderzoek, maar vermoedelijk zal het een WORG blijven.”
STERCK. Hoe kan je dat compenseren?
Maertens: “Dat doen we door vier sites te herbestemmen. Voor de site-Verbist is de verkavelingsvergunning al in orde. Daarnaast zijn er nog zones langs de Rijksweg, de Gentseheerweg en de Mezegemstraat in Kachtem. Samen zijn die goed voor 11,3 ha. We willen ook bedrijven motiveren om zoveel mogelijk voor hoogbouw te kiezen.Handsaeme Machinery doet dat bijvoorbeeld prima: door een parkeerhaven op het dak te creëren, kan het de oorspronkelijke parking benutten als extra ruimte voor kantoren en werkplaats.”
STERCK. Welke evolutie merk je in de aanvragen van jonge, startende bedrijven?
Demeyere: “Op vlak van ruimtelijke planning en vergunningenbeleid zien we vaak (door)startende ondernemingen met specifieke ruimtelijke vragen worstelen. Vanuit onze administratie sturen we altijd aan op constructief overleg op maat met alle betrokken stakeholders. Dat voorkomt ellenlange heen-en-weer discussies en veel nodeloos planningswerk. Als duidelijk is welke de vragen zijn en binnen welk kader we die kunnen invullen en oplossen, loopt een dossier sneller. Dat is toch onze ervaring.”
Maertens: “Onder meer in de kleinhandel en in de technologische sector zijn er toch een aantal spelers bijgekomen. Het vinden van ruimte is daarbij vaak een uitdaging, al biedt onder andere het bedrijf Skyline op dat vlak wel een goede oplossing: in hun tweede gebouw bieden ze veel ruimte die andere ondernemingen kunnen huren.”
- 15% oppervlakte voor bedrijvigheid t.o.v. bebouwde oppervlakte
- 82,1% werkzaamheidsgraad aantal werkenden t.o.v. bevolking 20-64 jaar
- 101,6% jobratio verhouding van totale tewerkstelling t.o.v. totaal aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd
- 1.382 actieve ondernemingen 2361 in 2013
- 10.159 inwoners 2023
Declercq: “De laatste jaren telde onze stad tussen de 600 en 700 starters, met een uitschieter van 750 in 2021. Waar we nog trotser op zijn, is dat 77% van die starters na vijf jaar nog actief is, wat een heel hoog cijfer is in vergelijking met de rest van Vlaanderen.”
Ontsluiting
STERCK. Welke zijn de belangrijkste initiatieven voor de uitbouw van speerpuntclusters?
Declercq: “Roeselare zet, als hoofdstad van de ‘Vallei van de Voeding’, sterk op die sector in. Op ons grondgebied zijn er drie plekken met een grote concentratie van dergelijke bedrijven: van oudsher langs het Kanaal Roeselare-Leie, aan het kruispunt van de Oostnieuwkerkesteenweg en de Grote Ring (met onder meer Agrotopia waar Inagro innovatief en praktijkgericht onderzoek uitvoert richting de glastuinbouw, en het vorig jaar geopende Food Innovation Park) en Nieuwe Abele, dat zich als voedings-, gezondheids- en technologievallei in de regio kan ontwikkelen. AZ Delta en onderzoekcentrum RADAR vormen op die site een sterke aantrekkingspool.”
STERCK. Wat is typerend voor de economie van Hooglede?
Demeyere: “Dat zijn de goede ontsluiting naar het hogere wegennet (R32, N36, N32 en op enkele km’s de E403) en de centrale ligging, maar ook de nabijheid van veel potentiële werknemers en een sterke bedrijvencluster in de gemeente en de streek. Met onder meer Deceuninck, Sadef en de bedrijven van de groep Turbo’s Hoet, hebben we behoorlijk wat grote bedrijven. Daarnaast is ook Groep Gidts (non-profitorganisatie, met onder meer ook maatwerkbedrijf Mariasteen) qua tewerkstelling zeer belangrijk. Dankzij een aantal middelgrote bedrijven en flink wat kmo’s, hebben we een heel divers aanbod.”
Met onder meer Deceuninck, Sadef en de bedrijven van de groep Turbo’s Hoet, hebben we behoorlijk wat grote bedrijven.
STERCK. Welke plannen zitten er in de pijplijn op vlak van multimodaal transport?
Maertens: “Het beter benutten van het Kanaal Roeselare-Leie – en watertransport in het algemeen – is mijn stokpaardje. Kijk, 80 procent van alle Vlaamse bedrijven bevinden zich op minder dan tien kilometer van een bevaarbare waterweg. Binnenvaart leent zich in principe uitstekend voor aan- en afvoer van grondstoffen en goederen, op voorwaarde dat de faciliteiten goed zijn. Daarom pleiten we al langer voor een verhoging van vier bruggen op ons kanaal, zodat ook containerschepen met drie lagen containers (in plaats van twee) daar probleemloos onder kunnen varen. Ook de noodzakelijke versterking van kaaimuren moet een aandachtspunt zijn. Toch moeten we realistisch zijn: zolang transport over het water of per spoor duurder dan wegtransport is, zullen vrachtwagens niet zomaar ‘verdwijnen’.”
“Op termijn geloof ik dat er minder wagens in het verkeer te zien zullen zijn. Door de (dure) elektrificatie en de populariteit van fietsleasing, mag je verwachten dat nogal wat gezinnen zullen kiezen voor een auto minder, aangevuld met (elektrische) fietsen. In functie daarvan is het cruciaal dat we verder blijven investeren in fietsinfrastructuur voor woon-werkverkeer. Dat zullen we bijvoorbeeld doen bij de heraanleg van de Ambachtenstraat en door aparte fietspaden op de Rijksweg te voorzien.”
Declercq: “Het Kanaal Roeselare-Leie kan fungeren als ‘Port Midwest’, een haven voor centraal West-Vlaanderen. De heraanleg van de Bruanebrug, die voor 2026-2027 gepland is, is in dat opzicht zeker een goed signaal. Ook in functie van de Seine-Scheldeverbinding, is het cruciaal dat we krachtig inzetten op betere ontsluiting via waterwegen. Aan de oevers van waterwegen kunnen ook ecosystemen voor hernieuwbare energie ontstaan. Op dat vlak moeten we ook figuurlijk bruggen slaan met alle mogelijke partijen die een meerwaarde kunnen bieden.”
Bestuurlijke lasagne
STERCK. Hoe goed werken Roeselare, Hooglede en Izegem samen?
Maertens: “De onderlinge relaties zijn heel goed. We zijn erin geslaagd om de circa 200 ‘historische’ samenwerkingsverbanden te reduceren tot 20, die sinds 2017 allemaal zijn ingekanteld in de dienstverlenende vereniging (DVV) Midwest. De andere deelnemende besturen zijn die van Ardooie, Ingelmunster, Ledegem, Lichtervelde, Meulebeke, Moorslede, Oostrozebeke, Pittem, Ruiselede, Staden, Tielt, Wielsbeke en Wingene. Vanaf 2025 komt daar ook Dentergem bij.”
- 26,4% oppervlakte voor bedrijvigheid t.o.v. bebouwde oppervlakte
- 110,5% werkzaamheidsgraad aantal werkenden t.o.v. bevolking 20-64 jaar
- 77,8% jobratio verhouding van totale tewerkstelling t.o.v. totaal aantal inwoners op beroepsactieve leeftijd
- 7.551 actieve ondernemingen 2361 in 2013
- 65.624 inwoners 2023
Declercq: “Voor alle duidelijkheid: dat is geen extra bestuurslaag, er is in ons land al genoeg bestuurlijke ‘lasagne’. Die samenwerking helpt ons om grensoverschrijdend samen te werken. Zo loopt er bijvoorbeeld een onderzoek naar potentiële oplossingen op lange termijn voor de verzadiging op de N36.”
Demeyere: “De samenwerking tussen de drie entiteiten is behoorlijk verweven op regionaal niveau. Op vlak van politie zitten we samen in politiezone RIHO, bij de brandweer is dat de ruimere regio op niveau van Midwest. Ook bestuurlijk werken we binnen de regio Midwest goed samen, met verschillende taken en projecten die we regionaal opvatten en uitvoeren. Economisch heeft Midwest evenzeer haar voorbereidend huiswerk voor de toekomst gemaakt: met de Next Midwest is een socio-economisch beleidsplan voor het komende decennium afgewerkt dat als leidraad voor onze regionale ontwikkeling kan dienen.”
We zetten reconversiesites niet blindelings om naar sites voor wonen, maar onderzoeken wat de economische component kan zijn.
STERCK. Tot slot: op welke realisatie uit de aflopende legislatuur zijn jullie het meest trots?
Demeyere: “Dat is de komst van het innovatieve bedrijf 24/7 Tailorsteel. We bezochten de site in Nederland en werkten samen met het Agentschap Innoveren en Ondernemen. De ligging naast een woonwijk was een belangrijk aandachtspunt: van bij het ontwerp is altijd maximale aandacht naar de verweefbaarheid met de woonomgeving gegaan. Tussen het bedrijf en de woonwijk bevindt zich een mooie groene zone, die wandelaars en fietsers nu al graag gebruiken.”
Declercq: “In Roeselare hebben we voor economische groei kunnen zorgen en zagen we heel wat bedrijven zich verder ontwikkelen. De versterking van het voedingscluster, met Agrotopia en Food Innovation Park als grootste uithangborden, is een toegevoegde waarde om een geslaagde harmonie te creëren tussen voeding, de maakindustrie, de klassieke retail en horeca. Daarnaast doen we veel inspanningen om ondernemingen fiscaal en administratief zo goed mogelijk te ondersteunen. Met Beveren-Krommebeek konden we een duurzaam bedrijvenpark realiseren en ook het behoud van VDL (busfabrikant) op een volledig nieuwe site is een pluspunt.”
Maertens: “De creatie van de 4 RUP’s voor de reconversie van 11,3 ha bedrijventerreinen, is belangrijk. Daarnaast blijven we werk maken van een beleid dat toelaat om vlot vergunningsaanvragen te beoordelen. Het verbeteren van wegen in functie van vlot woon-werkverkeer, is ook een meerwaarde. Daarnaast moeten we vooral zorgen dat het voor mensen plezant wonen is, door mooie sport- en cultuurinfrastructuur, een interessant horeca-aanbod en voldoende groen. Dat helpt om West-Vlaams talent in eigen streek te houden, zodat het een meerwaarde betekent voor werkgevers uit eigen regio.”