13 maart 2020: alles was in kannen en kruiken om die dag, met veel toeters en bellen, de gloednieuwe campus Rumbeke van AZ Delta feestelijk te openen. Corona stak er een stokje voor, waardoor de verhuis pas in de zomer van vorig jaar doorging. Maar niet getreurd, enkele maanden later was het dan toch zover. Johan Hellings. “Dankzij dat uitstel konden we ons nog beter voorbereiden en verliep de ingebruikname van de nieuwe campus vlekkeloos. Het AZ Delta-project is een toekomstgericht transitietraject van intussen ruim acht jaar, met als belangrijke maatschappelijke finaliteit de best mogelijke zorg voor elke patiënt die beroep op ons doet. De nieuwe infrastructuur in campus Rumbeke is daarvoor een nieuwe stap voorwaarts.”
We schrijven zomer 2012 als AZ Delta een feit is door de fusie tussen het vroegere H. Hartziekenhuis Roeselare-Menen en het Stedelijk Ziekenhuis Roeselare. In 2018 sluit ook het ziekenhuis van Torhout daarbij aan. Intussen was in Rumbeke al gestart met de bouw van een gloednieuwe campus, waardoor AZ Delta vandaag vier vestigingen telt. CEO Johan Hellings licht toe wat waar gebeurt.
Organisatie
“In Menen en Torhout hebben we twee lokale ziekenhuizen met een duidelijk zorgaanbod. Op beide locaties vind je een dagziekenhuis, materniteit en kinderziekten, spoedafdeling, afdeling voor interne geneeskunde en chirurgie, revalidatie en een afdeling voor oudere patiënten. Aan de locatie in de Brugsesteenweg in Roeselare vind je, na nieuwbouw en verbouwing, vooral planbare zorg, met onder meer een locomotorisch centrum (fysiotherapie, orthopedie, revalidatie, sportmedisch centrum …), raadplegingen, een oogziekenhuis, multidisciplinaire pijnkliniek, slaapkliniek, dagziekenhuis, parkinson-kliniek en een revalidatieafdeling. Deze zomer komt daar nog een samenwerkingsproject voor palliatieve zorg bij. De nieuwe campus in Rumbeke integreert een aantal zorgprogramma’s voor patiënten met meer complexe zorgnoden, intensieve zorgen, maar ook materniteit, kinderziekten en spoedeisende zorg. Artsen werken daarbij over de verschillende campussen, waardoor de patiënt in de juiste context kan behandeld worden.”
STERCK. De nieuwbouw in Rumbeke is een pareltje, een investering die 425 miljoen euro heeft gekost. Zet die vestiging de drie andere campussen in de schaduw?
Hellings: “Die perceptie wil ik absoluut ontkrachten. De nieuwbouw van campus Rumbeke is een cruciale schakel van een duidelijk omschreven zorgstrategie in een sterke complementariteit met de drie andere campussen, die meegenieten van de schaalvergroting die we kunnen realiseren. Het is wel degelijk een goed gebalanceerd geheel dat elkaar versterkt en zich voluit kan richten op de veranderende zorgnoden in de samenleving. Kijk, de jongste acht jaar zijn we van het ene transitietraject in het andere gerold. Het was eerst niet zo simpel om iedereen in Roeselare te overtuigen dat we moesten evolueren van een concurrentiemodel naar een sterk, complementair geheel. Gelukkig is iedereen nu mee in dat toekomstgericht project.”
- 385 artsen
- 1.403 bedden
- 4.000 medewerkers
- 50.000 chirurgische ingrepen op jaarbasis
- 55.000 patiënten in daghospitalisatie
- 650.000 patiënten op raadplegingen
STERCK. 2020 was voor de zorgsector sowieso al een erg intensief jaar. Voor jullie kwam daar nog eens een gigantische verhuisoperatie bij. Hoe is dat verlopen?
Hellings: “Het is een godsgeschenk geweest dat we van de Vlaamse overheid de toelating hebben gekregen om in de zomer te verhuizen. Door te verhuizen in juni hebben we ons momentum gegrepen tussen de twee grote golven door, waardoor we de tweede golf – die een veel grotere piek met zich meebracht – veel beter konden opvangen in onze gloednieuwe infrastructuur. Ik ben in die periode veel ‘on the field’ geweest en zag dat er in alle echelons een sterke spirit aanwezig was, een ‘we gaan er samen voor’-drive. We voelden ons goed gesteund door de hele regio, door de steden, verenigingen en bedrijven. Het was zeker wel een titanenwerk, ook omdat we voordien al veel energie hadden besteed aan het behalen van onze ziekenhuisaccreditatie, de integratie van campus Torhout en de implementatie van het cruciale EPD (elektronisch patiëntendossier, red.) … Stuk voor stuk heel intense processen, waar we met fierheid op kunnen terugblikken.”
Nauwe betrokkenheid
STERCK. Het nieuwe ziekenhuis is nu bijna een jaar in gebruik. Waar situeren de belangrijkste kinderziektes zich nog?
Hellings: “We zijn zeer tevreden met het uitgewerkte concept, met de uitrusting, de patiëntgerichte clustering van afdelingen en diensten, de logistieke flows en de ‘look en feel’. Het is een enorme stap voorwaarts voor onze patiënten, maar ook voor onze artsen en medewerkers. Het is logisch dat, als je een complex neerpoot dat 100.000 m2 groot is, bepaalde kwesties nog bijgestuurd moeten worden of minstens voor verbetering vatbaar zijn. We hebben een lijst van werkpunten opgemaakt, waarin sommige zaken een prioritaire behandeling zullen krijgen, maar globaal genomen zijn we erg tevreden over het concept van het gebouw, een resultaat van de nauwe betrokkenheid van onze artsen en medewerkers.”
Het is een godsgeschenk geweest dat we van de Vlaamse overheid de toelating hebben gekregen om in de zomer te verhuizen.
STERCK. Hoe heeft u dat aangepakt?
Hellings: “Voor alle afdelingen hadden we draaiboeken uitgewerkt, maar het zijn de mensen op de werkvloer die het best de processen kunnen inschatten. Zij hebben ons op bepaalde zaken gewezen en bijsturingen voorgesteld. Het is bijvoorbeeld een erg grote meerwaarde dat alle logistieke operaties ondergronds gebeuren: alle afdelingen worden op die manier bevoorraad, wat in de wandelgangen voor heel wat rust zorgt. Als we vandaag in een positieve context kunnen werken, is dat omdat we intens overleggen met artsen, vakbonden en andere organisaties. Alles wordt met open vizier besproken, goed in lijn met onze maatschappelijke opdracht. Die betrokkenheid en dat overleg zijn essentieel. Het tijdperk waarin een ziekenhuis vanuit een piramidaal model kon worden geleid, is definitief voorbij. Samenwerking en interactie zijn een ‘conditio sine qua non’.”
STERCK. In welke mate gebeurt dat ook over de grenzen van AZ Delta heen?
Hellings: “We maken deel uit van het TRIaz-netwerk waartoe ook het Jan Ypermanziekenhuis in Ieper en het Sint-Andriesziekenhuis in Tielt behoren. Dat willen we in goed overleg en stap voor stap samen gaan uitbouwen. De ontwikkeling van een regionaal zorgstrategisch plan is daarbij een belangrijke uitdaging. Er is ook een goede interactie met de eerstelijnszorg. Innovatie en cocreatie bieden mooie opportuniteiten in een sterk evoluerend zorglandschap. We hopen in de zomer, of ten laatste in het najaar, RADar te mogen openen, ons leer- en innovatiecentrum waar specifieke opleidingen zullen doorgaan, wetenschappelijk onderzoek gestimuleerd wordt en nieuwe technologische toepassingen en samenwerkingsverbanden ontwikkeld zullen worden, in partnerschap met onze artsen. Door onze grote schaal en doordachte investeringen beschikken we over steeds meer en betere data, cruciaal om vele redenen. We willen ook investeren in de ontwikkeling van gezondheidsvaardigheden in samenwerking met het kenniscentrum ARhus, gezien de toenemende nood op dit vlak. ”
Geïntegreerd verhaal
STERCK. Hoe fel leunt het huidige AZ Delta aan bij het ‘ziekenhuis van de toekomst’?
Hellings: “Het ‘ziekenhuis van de toekomst’ durft muren doorbreken en bouwt zorg uit vanuit transmurale zorgtrajecten in lijn met de noden van de patiënt. We hebben daarvoor het AZ Delta-project en plan ontwikkeld, met een sterke interactie tussen de vier campussen, waardoor we gezamenlijk een geïntegreerd verhaal schrijven. Het aantal bedden zal op termijn verder dalen, omdat we over steeds betere inzichten en behandelingen beschikken waardoor mensen minder lang in het ziekenhuis zullen moeten blijven. Anderzijds zullen bepaalde zorgnoden door de veroudering en de toename van de chronische ziekten toenemen, maar zeker ook de geestelijke gezondheidszorg, een thema dat vermoedelijk nooit zo actueel was als nu. We zien het als onze maatschappelijke plicht om capaciteit te creëren voor die nieuwe behoeften, net zoals we in volle coronagolf ruimte hebben gecreëerd om ook patiënten uit het Brusselse op te vangen.”
STERCK. Wat was voor u de aangenaamste verrassing tijdens de coronaperiode?
Hellings: “Het gaf me erg veel voldoening om tal van onze artsen en medewerkers boven zichzelf te zien uitstijgen én hun leiderschap te ontdekken. Ronduit fantastisch hoe onze medewerkers hun rol hebben opgenomen en daarin gegroeid zijn, in een stimulerende spirit. De impact was en is groot, maar we komen ook gesterkt uit deze periode.”
Het tijdperk waarin een ziekenhuis vanuit een piramidaal model kon worden geleid, is definitief voorbij.
Slokdarmchirurgie
STERCK. Beschikte u daarvoor over voldoende personeel, of zijn er toch hier en daar hiaten?
Hellings: “Het is geen geheim dat een aantal jobs in de gezondheidszorg tot de knelpuntberoepen behoren. Daardoor staan ook bij ons permanent vacatures open. Het is een goede zaak dat vanaf deze zomer het nieuwe sociaal akkoord in werking treedt, waardoor onze verpleegkundigen en paramedici een hogere bezoldiging zullen krijgen. Net als overal heeft corona ook hier stevig op de mensen ingehakt en was het belangrijk om voor voldoende ondersteuning te zorgen. Gelukkig zijn er in de brede regio goede opleidingen. We hopen op een verhoogde instroom, want ook in de toekomst zullen we iedereen nodig hebben om elke patiënt waardegedreven zorg te bieden.”
STERCK. AZ Delta koestert de ambitie om naar het ‘next level’ door te groeien. Hoe wil u dat doen?
Hellings: “Dat kan door, in samenwerking met onze artsen, ons potentieel verder op te tillen, te kapitaliseren op de weg die we samen hebben afgelegd. Het aantal inspirerende voorbeelden daarvan neemt toe. Zo zijn we het enige ziekenhuis in West-Vlaanderen dat slokdarmchirurgie mag aanbieden. Dankzij een team topartsen, een topinfrastructuur en voldoende volume zijn we in die specialisatie al tot de Belgische top drie doorgegroeid. Ons klinisch labo is een ander voorbeeld, met een sterke uitbouw in ‘genoom sequencing’, waardoor we voor elke coronapatiënt nauwkeurig konden vaststellen met welke virusvariant hij of zij besmet werd. Door onze grote capaciteit voor PCR-testing konden we niet alleen onze eigen patiënten uitvoerig controleren, maar vonden hier ook de analyses plaats van alle coronatests afgenomen bij voetballers uit de Jupiler Pro League. Door alle uitdagingen waarmee we sinds de start van het fusieverhaal zijn geconfronteerd en het ondernemerschap van onze artsen, konden we ook in volle crisistijd de flexibiliteit om snel te schakelen volop ontwikkelen. Die goede eigenschap zal ons in de toekomst ongetwijfeld nog van pas komen.”