“Over vijf jaar een kantoor op elk continent? Waarom niet?” Een quote die perfect de brandende ambitie van Ekopak illustreert. De West-Vlaamse specialist in waterzuivering groeit als kool en zet dat vanaf september internationaal extra in de verf met de opening van de eerste twee buitenlandse kantoren, allebei in Frankrijk. De tijd is voorbij dat het Tieltse bedrijf alleen in eigen provincie klanten had. “België is toonaangevend in waterzuivering. Daar mogen we best trots op zijn.”
De eerste bladzijden uit het Ekopak-boek dateren van 2004, toen Marc Van Nieuwenhove het bedrijf oprichtte. De focus was vanaf dag één duidelijk: proceswater, in zijn puurste vorm, leveren aan ondernemingen. Dat is vandaag nog altijd de doelstelling, al is de firma in die 17 jaar enorm geëvolueerd. De curve begon echt exponentieel te groeien toen Pieter Loose in 2013 de zaak overnam.
“Het grootste verschil met onze vroegere aanpak is dat we sinds 2014 niet meer werken met drinkwater als bron voor proceswater. Vanaf het moment dat we hetzelfde kwalitatieve eindproduct konden creëren met andere bronnen, is onze groei in een stroomversnelling terechtgekomen.”
Boerenverstand
STERCK. Hoe uitdagend was het om met andere waterbronnen dan drinkwater te werken?
Pieter Loose: “Dat is natuurlijk niet van vandaag op morgen gelukt, maar het resultaat van doorgedreven inspanningen op vlak van onderzoek en ontwikkeling. Er komt heel wat expertise bij kijken om dat te kunnen realiseren. Het resultaat is wel dat we onze klanten voor hun proceswater kunnen afschakelen van het drinkwaternet, wat een grote stap vooruit betekent. Drinkwater devalueert van zodra het voor de aanmaak van proceswater wordt gebruikt, terwijl het zo belangrijk is om drinkwater in te zetten waarvoor het eigenlijk dient. Het is vooral door de manier waarop de maatschappij decennialang met drinkwater is omgesprongen, dat problemen als droogte en schaarste dreigen. Het vergt niet meer dan gezond boerenverstand om te beseffen dat je de reserves aan drinkwater best benut voor kritische momenten.”
STERCK. Welke zijn de andere grote verdiensten van jullie R&D-team?
Loose: “Je kan de consumptie van drinkwater alleen reduceren als je andere waterbronnen, zoals afvalwater, gaat hergebruiken. We slagen erin om door het gebruik van spitsvondige technologieën gebruikte waterstromen telkens weer te recycleren. De voorbije jaren hebben we geïnvesteerd in drie mobiele testlabs. Die zijn uitgerust met de meest recente technieken en analyseren hoe we, met de beschikbare waterstromen, proceswater van de vereiste kwaliteit kunnen maken. Daarbij houden we ook rekening met de fluctuaties van de afvalwaterkwaliteit bij de klant. Op basis van die parameters kunnen we de operationele kosten inschatten en een offerte maken die de waterkost van de klant op langere termijn berekent.”
De beursgang was cruciaal om onze dromen te kunnen realiseren.
STERCK. Moesten jullie de bedrijven sensibiliseren om duurzamer met water om te springen?
Loose: “Het bewustzijn inzake de nood aan waterhergebruik is gegroeid, het vergt almaar minder inspanningen om het ‘waarom’ van onze business aan ondernemers uit te leggen. De mentaliteitsverandering is volop bezig. Dat was ook nodig. Vroeger had waterrecyclage te kampen met hetzelfde NIMBY-syndroom (‘not in my backyard’) als windmolens: ‘doe maar, maar niet hier.’ De tegenwind is afgenomen, wat eigenlijk ook maar logisch is. Als je duurzamer kan werken én je waterfactuur kan reduceren: daar is toch niemand tegen? Dat besef is doorgesijpeld en laat ons toe sneller ter zake te komen.”
Intensieve consumptie
STERCK. In hoeverre heeft de beursgang van dit jaar jullie bekendheid verhoogd?
Loose: “Sowieso had onze geloofwaardigheid de voorbije jaren al een aanzienlijke boost gekregen door projecten in erg veeleisende markten, zoals de voedingssector en de farmacie, te realiseren. Vroeger was het bij voedselproducenten taboe om ander water dan drinkwater als proceswater in te zetten, dat stadium zijn we gelukkig voorbij. Dat illustreert ook de innovatiedrang bij de doorsnee Belgische ondernemer: op dat vlak zijn we echt wel een voorbeeld. Nu, vroeg of laat zouden ze sowieso genoodzaakt zijn geweest om de mogelijkheid van hergebruik te overwegen. We leven in een klein land met veel bedrijven die intensief water consumeren, terwijl de voorraad niet onuitputtelijk is. Dat neemt niet weg dat zij voor ons mee de poort naar het buitenland hebben geopend. Nadat we onze eerste projecten hadden gerealiseerd op internationale sites van Belgische bedrijven, kregen we vrij snel vragen van buitenlandse klanten en begon de bal op volle snelheid te rollen.”
STERCK. Welke referentieprojecten helpen om geïnteresseerden definitief te overtuigen?
Loose: “Nadat we eigenlijk jarenlang vooral rond de West-Vlaamse kerktorens hebben gebivakkeerd, heeft een project dat we in 2016 in Pakistan realiseerden, letterlijk en figuurlijk onze blik verruimd. Het ging om een proceswaterinstallatie voor een biomassacentrale van Vyncke (uit Harelbeke). Uiteraard was het geen optie om met pakweg de helft van onze mensen enkele maanden ter plaatse aan de slag te gaan. Zo zijn we gekomen tot de ontwikkeling van een containerconcept: we bouwden de benodigde installatie helemaal op in onze ateliers, om ze vervolgens te demonteren, naar Pakistan te transporteren en daar weer helemaal op te bouwen en op te starten. Bovendien laat de huidige technologie ook toe om zo’n installatie vlot van op afstand te monitoren. Die aanpak deed ons beseffen dat onze oplossing schaalbaar en mobiel was. Initieel was het concept vooral bestemd voor export naar verre landen, inmiddels passen we dit eigenlijk toe op elk project. Bovendien onderstreept het onze duurzaamheidsaanpak en kunnen we de ecologische impact van het proces tot het absolute minimum beperken.”
STERCK. Intussen staan er Ekopak-installaties in twaalf landen. Op welke manier gaan jullie daarvoor te werk?
Loose: “Die exportprojecten bundelen we niet in een aparte businessunit, als je dat bedoelt. Tot nu toe wordt alles vanuit Tielt gestuurd. De productie van de installaties zal sowieso hier blijven, net als de engineering en de opvolging.”
- 12 landen waarin projecten zijn gerealiseerd
- 80 medewerkers, waarvan tien in Frankrijk
- 2004 oprichtingsjaar
- 2013 overname door Pieter Loose
- 2019 participatie van Alychlo (Marc Coucke)
- 2021 beursgang
Twee hubs
STERCK. Onlangs openden jullie twee filialen in Frankrijk, met name in Rouen en Lyon. Vanwaar die keuze?
Loose: “Frankrijk is een gigantische markt, maar net als zoveel andere landen zijn er maar weinig spelers die de technologische oplossingen en het concept (‘water as a service’) aanbieden zoals wij dat doen. Die voorsprong willen we benutten door onze zuiderburen te benaderen met lokale specialisten die de markt kennen. In die kantoren zullen zowel commerciële als technische profielen werken, om van daaruit ook de service te kunnen verzorgen. Ik zal zelf de eerste maanden vaak vanuit Frankrijk opereren, tot onze nieuwe mensen daar helemaal doordrongen zijn van onze waarden en missie, om die vervolgens zelf uit te dragen. Rouen wordt onze hub voor Noord-Frankrijk, terwijl we in Lyon echt in het hart van de industrie zullen zitten. Bovendien vindt daar om de twee jaar Pollutec plaats, de grootste milieubeurs ter wereld.”
STERCK. Had het evengoed Nederland of Duitsland kunnen zijn?
Loose: “Neen. Frankrijk is vrij protectionistisch, lokale bedrijven laten zich er liever bedienen door leveranciers met een Frans postnummer. Hoe verder je naar het zuiden gaat, hoe belangrijker dat wordt. We merken er nu al veel enthousiasme over onze aanpak, die echt vernieuwend is. Begrijpelijk: bedrijven hoeven niet langer zelf in een proceswaterinstallatie te investeren, maar besteden dat aspect van hun business gewoon uit aan ons en betalen het proceswater dat ze afnemen. Ze hoeven er geen eigen medewerkers mee te belasten. Het komt er voor ons vooral op aan dat concept proactief te promoten. Net als zoveel andere West-Vlaamse bedrijven, huldigden we jarenlang het principe ‘stille deure doen’. Als je met je aanpak écht impact kan hebben, moet je dat kenbaar maken aan de markt.”
STERCK. Is het één van de inzichten die je hebt opgestoken van aandeelhouder Marc Coucke?
Loose: “Onder meer, ja. Toen hij met zijn vennootschap Alychlo twee jaar geleden een participatie van 49% nam, zorgde dat voor een eerste forse versnelling. Het was ook Marc die de IPO (beursgang, red.) voorstelde. Die strategie was cruciaal voor ons internationaal verhaal, het bewijst dat ons bedrijf geen onemanshow is. De beursnotering genereerde een tweede acceleratie, omdat ook grote internationale klanten het wateraspect van hun business nu aan ons toevertrouwen. Toch zou ik je in 2016, toen we net verkozen waren tot beloftevolle onderneming, nooit geloofd hebben als je me toen had verteld dat ik vijf jaar later (31 maart 2021, red.) de openingsbel zou luiden op Euronext Stock Exchange. Die stap was cruciaal om onze dromen te kunnen realiseren. Voor de expansie die we voor ogen hebben, is kapitaal nodig. Ter vergelijking: je durft in je auto ook pas echt gas geven als de benzinetank goed is gevuld.”
STERCK. Mogen we daaruit concluderen dat er op termijn nog andere vestigingen zullen bijkomen?
Loose: “Dat is absoluut de bedoeling, ja. Of je dat op korte termijn mag verwachten, is weer een andere vraag. Na de intensieve jaren die we achter de rug hebben, met ook een overname van een waterservicebedrijf uit Limburg (iServ, red.), is het verstandig om nu even aan consolidatie te denken. Dat belet ons niet om de markt te blijven verkennen en op zoek te gaan naar opportuniteiten. De ervaringen die we in Frankrijk opdoen, zullen ongetwijfeld nog van pas komen als we onze voelsprieten ook in andere landen uitsteken. Welke landen? Daar ga ik me nog niet over uitspreken. We zullen vooral bekijken waar de vraag het grootst is. Het hart van de engineering en de productie blijft sowieso in Tielt.”
Dankzij een project in Pakistan zijn we tot de ontwikkeling van een containerconcept gekomen.
Wolfpack
STERCK. Kadert de sponsoring van wielerteam QuickStep eveneens in dat internationale verhaal?
Loose: “Absoluut. QuickStep staat bekend als ‘the Wolfpack’, een ploeg die hecht aan elkaar hangt. Het is een succesteam, qua aantal zeges kwamen andere ploegen de voorbije jaren amper in de buurt. Ik ben ervan overtuigd dat we als hun commerciële partner onze naamsbekendheid verder kunnen verhogen. We zijn trouwens niet het enige West-Vlaamse bedrijf dat deze ploeg steunt: ook ondernemingen zoals Renson en Latexco participeren in het verhaal (tot eind dit jaar ook Deceuninck, red.).”
“Het is de bedoeling via dit kanaal ook een duidelijke boodschap te brengen. Op de drinkbidons maken we reclame met ‘Water as a Service’. Zoals een onderneming proceswater nodig heeft om kwaliteitsproducten te kunnen maken, kan een renner niet zonder de juiste voeding om topprestaties te leveren. Water speelt in dat opzicht een belangrijke rol. Via de sponsoring willen we ons merk in de kijker zetten, maar het gaat echt wel verder dan een logo op de borstzone van het shirt. We willen ook via hen de duurzaamheidsgedachte uitdragen. Ik hoor regelmatig bedrijven beweren dat ze duurzaamheidsinspanningen leveren, maar vaak is het ‘bla bla’ zonder ‘boem boem’. Wie met ons in zee gaat, draagt rechtstreeks bij aan duurzaamheid.”
Met behulp van waterbehandelingsapparatuur, desinfectieoplossingen en chemicaliën levert Ekopak water op maat aan bedrijven. Op die manier produceert de onderneming koel-, ketel- en proceswater, staat het in voor ultrafiltratie, controle over corrosie en legionellabestrijding. “Ons businessmodel is door de jaren heen geëvolueerd. Waar we vroeger vooral installaties verkochten, kiezen almaar meer klanten voor het WaaS-concept (‘water as a service’). Daarbij blijven wij de eigenaar en de exploitant van de installatie en betaalt de klant periodiek een factuur aan een gegarandeerde kostprijs, zonder extra (operationele) kosten. Onze servicepoot in België is onlangs versterkt door de overname van iServ, dat in WaaS wordt geïntegreerd”, besluit Pieter Loose.
STERCK. En aan humanitaire projecten?
Loose: “We kunnen het ons in België amper voorstellen, maar wereldwijd hebben 785 miljoen mensen (11% van de globale bevolking) thuis geen toegang tot veilig water. Meer nog: twee miljard mensen hebben niet eens een eigen toilet. Daar willen we iets aan doen: met ons initiatief ‘Save water, give water’, kunnen we de drinkwatervoorziening in ontwikkelingslanden verbeteren. Stel dat een bedrijf met 1000 personeelsleden per medewerker een donatie doet, verdubbelt Ekopak dat aantal en kunnen we voor 2000 mensen drinkwater voorzien. Eigenlijk komt het neer op een soort peterschap, waarbij elke medewerker van onze klant dus peter wordt van iemand die amper aan drinkwater geraakt. Ook op die manier willen we mensen laten beseffen dat water wel degelijk waarde heeft.”