Ze stonden onder meer in voor de levering van tienduizenden planten voor de sites van de Olympische en Paralympische Spelen van Parijs, maar Willaert heeft nog veel meer pijlen op de boog. Dat konden bezoekers onlangs ook merken op de Open Bedrijvendag, waar de familiale onderneming aan deelnam. De tweede en derde generatie staan eendrachtig aan het roer van deze groothandel, die meer dan de helft van zijn omzet uit Frankrijk haalt.
De roots van het familiebedrijf dateren van 1964. In dat jaar startte Noël Willaert een kleine plantenkwekerij op in de Roeselaarse wijk De Ruiter. “Kort daarna begon hij de kwekerij met een groothandel te combineren”, verduidelijkt Rudy Vannevel. “Toen de tweede generatie aan boord klom, is beslist om niet meer verder te gaan met de kwekerij en alles op onze rol als grossist toe te spitsen. Uit de praktijk was meermaals gebleken dat beide activiteiten nog moeilijk verenigbaar waren.”
STERCK. Was het al vrij snel duidelijk dat de tweede generatie de zaak wou verderzetten?
Rudy: “Eigenlijk wel. Mijn vrouw, Els, is meteen na het einde van haar studies in het bedrijf gestapt. Aanvankelijk zaten daar ook haar twee zussen in, maar die hebben intussen voor andere carrières gekozen. In 1989 ben ik ook in de onderneming gestapt. Dat was geen eenvoudige beslissing, want mijn ouders hadden een kleinschalig landbouwbedrijf. Nog in 1989 verhuisde Willaert naar de huidige site aan de Hazegoedweg in Roeselare, waar we over een oppervlakte van 12 hectare beschikken.”
Ervaring elders
STERCK. Intussen zijn ook jullie kinderen, Matilde en Tuur, in het bedrijf actief. Hoe evident was die keuze?
Matilde: “We zijn allebei in de schoot van de onderneming opgegroeid. Toen ik koos om handelswetenschappen te gaan studeren, was dat niet direct met een toekomst in het familiebedrijf in het achterhoofd. Tijdens het laatste jaar van mijn studies, lag de klemtoon vooral op personeel en organisatie. Nadat ik mijn diploma heb behaald, heb ik eerst nog een jaar in een vleesverwerkend bedrijf gewerkt. Toen er bij Willaert een functie vrij kwam in de personeelsafdeling, heb ik in 2022 toch al de overstap gemaakt. Dat voelde, letterlijk en figuurlijk, als thuiskomen. Ik concentreer me nu vooral op de hr voor onze arbeiders en de opvolging van de betalingen.”
Tuur: “Ik ben een jaar vroeger dan Matilde ingestapt. Na de humaniora heb ik eveneens handelswetenschappen gedaan, weliswaar met een sterke focus op het IT-luik, omdat toen al duidelijk was dat er bij Willaert op dat domein sowieso heel wat uitdagingen zouden liggen. De eerste twee jaar van mijn actieve carrière was ik aan de slag bij een specialist in software voor magazijnaansturing. Die ervaring komt me goed van pas, vermits dat bedrijf een belangrijke IT-partner voor Willaert is geworden. We zijn nog volop bezig met de integratie van een WMS-syteem (warehousemanagement), maar IT-investeringen zijn ook nuttig voor de optimalisatie van de webshop, de dagelijkse werking, de logistiek, de transportplanning, enzovoort.”
STERCK. Hoe is het om als gezin continu met elkaar samen te werken?
Rudy: “Dat valt reuze mee, ook omdat we elk duidelijk onze bevoegdheden hebben. Els en ik hebben er bewust voor gekozen om de kinderen meteen wat verantwoordelijkheid en autonomie te geven. Het heeft geen zin om voortdurend over hun schouder te loeren, om te kijken of ze het wel goed doen. De gesprekken aan de keukentafel gaan heus niet allemaal over het bedrijf, integendeel. Wel zitten we om de twee maanden samen om de gang van zaken en de plannen te bespreken. Onze jongste zoon, die niet in de zaak zit, is daar ook bij betrokken. Hij runt een zaak in containertransport en is op die manier nauw betrokken bij het afvalbeheer (zoals compost- en houtverwerking). Vorig jaar heeft hij ook de grondwerken voor de plaatsing van de nieuwe serre uitgevoerd.”
STERCK. Zijn die bijeenkomsten ook een gevolg van een familiecharter?
Tuur: “Toen wij aan de vooravond van onze studies stonden, hebben onze ouders inderdaad werk gemaakt van een familiecharter. Daarvoor kregen we begeleiding van een adviesbureau. Dat charter vormt een goede basis, waar we intussen aan verder blijven werken. Mede door de opmaak van dat document, hebben we geleerd om ook binnen de context van de onderneming met elkaar om te gaan.”
Rudy: “De opmaak van dat charter was vooral bedoeld om op lange termijn de toekomst van de zaak veilig te stellen, idealiter met input van onze kinderen. Uiteindelijk is ook hun toekomst en carrière daaraan gelinkt.”
Erg breed spectrum
STERCK. De lente was een piekperiode, november wordt ook weer razend druk. Wat doen jullie vooral in het tussenseizoen?
Rudy: “Er is altijd veel te doen, zoals de voorbereiding van de Herfstdagen. Daarin selecteren onze klanten, zoals tuincentra, het assortiment waarmee ze het najaar induiken. Tegelijk benutten we de zomer om wat van de lentepiek te bekomen. Ook voor onze 115 medewerkers is dat ideaal: in de vakantie kunnen ze al hun verlof en overuren opnemen, wat zeker handig is voor gezinnen met kinderen. Ze weten dat deze job gepaard gaat met veel flexibiliteit, maar dat biedt voor hen dus ook interessante voordelen.”
STERCK. Welke zijn de voornaamste uitdagingen waarmee jullie te maken krijgen?
Rudy: “De optimalisering van ons assortiment is een continue opgave. Ons gamma is ontzettend breed: van de inhoud van de kleinste bloempotten, tot de grootste bomen. In dat wijde spectrum komt het erop neer de vraag en het aanbod uitstekend te kennen, hoofdzakelijk voor de Belgische en Franse markt. Die vergen een gelijkaardige benadering. We zijn ook actief in onder meer Italië, Noorwegen en Duitsland, maar dan op veel beperktere basis. Je moet het niet ver zoeken als er dichtbij genoeg marktpotentieel is. We bedienen onze klanten nu vanuit vestigingen in Roeselare en Oudsbergen en bekijken mogelijkheden om eventueel ook in het buitenland iets te doen.”
STERCK. In welke mate speelt de klimaatverandering jullie parten?
Tuur: “Voor onze eigen werking heeft die niet zoveel gevolgen. We kunnen klanten wel adviseren over planten die beter of minder beschermd zijn tegen hitte en natheid, maar veel meer kunnen we niet doen.”
We hebben er bewust voor gekozen om de kinderen meteen wat verantwoordelijkheid en autonomie te geven.
STERCK. Hoe zijn jullie als groothandel bij de aankleding van de sites van de Olympische Spelen betrokken geraakt?
Rudy: “Eén van onze klanten had de aanbesteding voor een deel van de groenaankleding van de olympische infrastructuur binnengehaald. Het ging om ruim 50.000 planten. In overleg met onze klant en de tuinarchitect hebben we de plantensoorten gekozen. Een aanzienlijk deel daarvan hebben we op maat laten kweken bij kwekerijen die exclusief voor ons werken. De leveringen gebeurden stapsgewijs, afhankelijk van de voortgang van de verschillende werven. We hebben daar veel reactie op gekregen en het heeft onze naamsbekendheid bevorderd, maar de aanplanting zelf gebeurt dus door onze klanten."
Matilde: “Onze planten vind je bijvoorbeeld ook in en om het stadhuis van Roeselare, het kasteel van Versailles, het nieuwe casino van Middelkerke,… Dat zijn stuk voor stuk mooie referenties, waar we misschien een tikkeltje te bescheiden over zijn.”
Personeel
STERCK. Welke ‘werven’ staan in de nabije toekomst op jullie te wachten?
Tuur: “De verdere optimalisatie van de IT-infrastructuur is daar zeker een van. Een deel van onze interne processen zullen sowieso manueel blijven gebeuren, maar digitalisering en automatisering kunnen zeker een ondersteunende rol spelen. Simpel is dat niet, want vooraleer je daaraan begint, moet je heel goed begrijpen hoe de processen ineen zitten. Anders schiet automatisering zijn doel voorbij.”
Rudy: “Er zijn hier nog uitbreidingsmogelijkheden, die we ook zullen benutten. Zo is er vorig jaar dus een grote serre bijgekomen. Het is een voordeel dat we nog niet alle capaciteit hebben benut. Op alle vlakken zijn er nog verbeteringen mogelijk en er is ook nog voldoende marktpotentieel om te blijven groeien.”
Matilde: “Misschien is de zoektocht naar de juiste én voldoende mensen, nog de grootste hinderpaal. Zeker orderpickers en chauffeurs zijn hier sowieso welkom.”