Eten is genieten, zeker als de smaken van een gerecht harmonieus samengaan. Het is iets waar ze bij Snick EuroIngredients goed in thuis zijn. Als producent en distributeur van culinaire en functionele ingrediënten voor Europese voedingsbedrijven, is de onderneming eerst in de Benelux en intussen ook in andere landen uitgegroeid tot een essentiële partner. “Onze ‘lean’ organisatie maakt het mogelijk om snel en krachtig op trends en situaties te anticiperen.”
Philippe Snick startte 31 jaar geleden in zijn eigen garage met de ontwikkeling en distributie van allerlei ingrediënten. In 2009 liet hij zijn zaak over aan Acomo, een internationale groep die voedingsproducenten in ruim 100 landen met elkaar verbindt. Mede dankzij de grotere financiële slagkracht kon de onderneming in 2014 van Beernem naar Ruddervoorde verhuizen.
Erik Engbersen (managing director): “Op die manier konden we het gebouw volledig volgens onze activiteiten inrichten. Dat was een hefboom naar verdere groei, waardoor we sinds drie jaar onze Europese aanwezigheid gevoelig hebben kunnen vergroten. Vroeger mikten we puur op de Benelux, vandaag spreiden onze tentakels zich verder uit.”
STERCK. Hoe zou je de organisatorische structuur van het bedrijf omschrijven?
Erik: “We hebben hard ingezet op een ‘lean’ structuur, waardoor iedereen perfect weet waar we naartoe willen en wat onze missie is: de creatie van innovatieve concepten met toegevoegde waarde voor onze klanten in de voedingssector. Die b2b-klant staat centraal: door aan te voelen wat zijn noden zijn, willen we hem volledig ontzorgen en een win-winsituatie creëren. Kwaliteit, service en onze waarden (passie, rechtvaardigheid, kennis en verbinden) zijn daarbij essentieel.”
Stilaan groeien we hier uit ons jasje. Daarom bekijken we mogelijkheden om onze workflow te optimaliseren.
STERCK. Hoe doen jullie dat concreet?
Carl Vandermeulen (sales director): “Distributie van afzonderlijke ingrediënten is een eerste pijler: dat doen we op exclusieve basis voor een 15-tal merken uit alle windstreken. Van al die merken beschikken we over een uitgebreide voorraad, waardoor we onze klanten snel kunnen beleveren. Daarnaast ontwikkelen en produceren we mengsels voor voedingsproducten die door onze klanten worden gefabriceerd. 95% van wat we mengen, is klantspecifiek maatwerk. Dat kan omdat we een heel kennisgedreven organisatie zijn: één op vier van onze medewerkers is bezig met onderzoek, ontwikkeling en/of kwaliteit. In ons lab creëren we ingrediënten die qua smaak, textuur en stabiliteit volledig stroken met wat de klant wil én die zij in hun machinepark perfect kunnen verwerken. Het komt erop neer dat wij ‘kleine’ keukenprocessen naar industriële productieprocessen vertalen.”
Brede scope
STERCK. Op welke productgroepen focussen jullie zich?
Carl: “De klemtoon ligt op ingrediënten voor bereide maaltijden, soepen, sauzen, vlees(waren), vegetarische en ‘vegan’-producten. In alles wat hartig is, zijn we heel goed thuis, al laat onze expertise ook toe om bijvoorbeeld in het zoete gamma te innoveren.”
STERCK. Hoe zijn jullie erin geslaagd om ook buiten de Benelux marktaandeel te veroveren?
Carl: “Via een senior business development manager bedienen we bepaalde klanten rechtstreeks (onder meer in Tsjechië, Hongarije, Oekraïne en Spanje), terwijl we in Noorwegen, Engeland, Ierland, Zwitserland en Italië betrouwbare distributeurs hebben gevonden die hun thuismarkt goed kennen. Ook daar steunen we op distributie én eigen ontwikkelingen, vooral van fonds en bouillons met een intensere smaakconcentratie dan de ‘standaard’ producten. Daarnaast helpt het dat we regelmatig als standhouder op internationale beurzen aanwezig zijn. Ook op die manier willen we onze olievlek in Europa stilaan uitbreiden, al zal de productie sowieso vanuit Oostkamp blijven gebeuren.”
STERCK. Welke impact hadden de voorbije crisisjaren op jullie evolutie?
Erik: “Van de Brexit hadden we geen last, aangezien we op dat moment nog niet in het Verenigd Koninkrijk aanwezig waren. Daar willen we in de toekomst wel op inzetten. De opeenvolgende (loon)-
indexeringen hebben we vanzelfsprekend wel gevoeld, net als de oorlog in Oekraïne. We importeren zonnebloemolie uit dat land, maar de prijzen zijn verdubbeld. Logischerwijs zorgt dat ervoor dat de prijzen van onze blends en marinades ook omhoog gaan.”
- >25 miljoen euro omzet
- 26 medewerkers
- >500 klanten
- 10.000 ton producten op jaarbasis
- 1993 oprichtingsjaar
Carl: “Daarnaast verloopt het transport via de Rode Zee nu ook minder vlot, waardoor de containerprijzen – en als gevolg daarvan de grondstofprijzen – zijn gestegen. Gelukkig hebben we altijd al geïnvesteerd in een grote voorraad, waardoor we over een aanzienlijke buffer beschikken. Ook tijdens de pandemie heeft die aanpak zijn vruchten afgeworpen.”
Digitalisering
STERCK. Hoe slagen jullie erin om met een relatief beperkte organisatie toch blijvende groei te genereren?
Carl: “Dat kan door op alle niveaus (ontwikkeling, productie, logistiek,…) heel systeemgericht en gedigitaliseerd te werken. Het ERP-systeem vormt de motor van onze organisatie, zorgvuldig geassisteerd door een krachtig softwareplatform voor magazijnbeheer (WMS) en overkoepelende Power BI-datasoftware.”
Erik: “De digitalisering laat toe om in enkele muisklikken over elk detail de nodige informatie te consulteren, daar heb je geen mensen voor nodig. Onze strakke organisatie helpt ons om onze koers aan te houden en gevat in te spelen op bedreigingen en externe factoren: die mogen geen beletsel vormen om vooruit te gaan, want die omstandigheden zijn voor iedereen – dus ook onze concurrenten – hetzelfde. ‘Winners have a plan, losers an excuse’.”
STERCK. De voedingsindustrie is, onder meer omwille van kwaliteitsdoeleinden, enorm gereglementeerd. Creëert dat extra druk?
Erik: “Eigenlijk niet, want ook dat is voor iedereen hetzelfde. We beschikken over een hele rist certificaten – BRC, halal, koosjer, noem maar op… - maar in principe hebben onze concurrenten die ook. Dat zijn dus geen troeven, maar basisvoorwaarden. Onze toegevoegde waarde bevindt zich vooral in de eigen maatwerkontwikkelingen, mede mogelijk gemaakt door het hoge kennisniveau van onze mensen, gecombineerd met onze geavanceerde lab- en productie-infrastructuur.”
Hefboom
STERCK. In welke mate beantwoordt de huidige site nog aan de groeiende capaciteit?
Erik: “Dit gebouw is volledig op onze activiteiten toegespitst. Dankzij Acomo konden we, bijvoorbeeld op vlak van R&D, sneller stappen zetten. Stilaan zijn we hier wel ‘uit ons jasje’ aan het groeien, daarom kijken we ook uit naar mogelijkheden om onze workflow te blijven optimaliseren.”
Carl: “Deze locatie heeft op alle vlakken onze uitstraling en credibiliteit verhoogd, we merken regelmatig dat sollicitanten en klanten ervan onder de indruk zijn. Zo beschikken we in het magazijn bijvoorbeeld over 3000 paletplaatsen, waar dat er op de vorige site maar circa 600 waren. De capaciteit uitbreiden kan bijvoorbeeld door van een dagshift naar een ploegenstelsel over te schakelen. ‘Fysiek’ groeien is hier vermoedelijk niet meer mogelijk. Mocht er zich op termijn een nieuwe verhuis opdringen, zullen we sowieso in de buurt blijven. Alleen al om ons menselijk kapitaal aan boord te houden, is dat een evidentie.”
Erik: “Blijven groeien is de ambitie, maar alleen als dat het gevolg is van een continue focus op prijs, kwaliteit en service. Onze investeringen in duurzaamheid kaderen eveneens in die ambitie. Zo wekken we hier bijvoorbeeld meer zonne-energie op dan we zelf verbruiken, is ons machinepark erg modern (geen enkele installatie dateert van voor 2014), heeft het gebouw een hoge isolatiewaarde en ontlasten we onze medewerkers met ergonomische toestellen zoals tilhulpen. We zijn daarnaast ook volop bezig met ons Europees label voor SDG’s (Sustainable Development Goals, red.) te behalen, wat als een hefboom kan werken om extra business in Europa aan te trekken.”