Roll-on en roll-off goederenbehandeling, met vlotte verbindingen wereldwijd en distributie binnen Europa: het zijn maar enkele van de redenen waarom de automobielindustrie graag samenwerkt met ICO (International Car Operators). CEO Marc Adriansens was er al bij in 1984, toen het bedrijf pas uit de startblokken was geschoten. Hij maakte de stevige expansie van de onderneming mee en bereidt ICO voor op een groenere toekomst. “De Brexit en corona spelen ons parten, maar door optimaal in te spelen op nieuwe trends in de automarkt zie ik de komende jaren toch rooskleurig tegemoet.”
ICO was destijds één van de eerste ondernemingen die zich vestigden in de achterhaven van Zeebrugge. Daar ontwikkelde het een breed dienstenpalet voor alles wat met zeetransport te maken heeft: schepen binnenhalen en lossen, terminal handling, agentuur, logistieke activiteiten én toegevoegde waarde creëren voor de autosector.
“Dat doen we onder meer door een kwaliteitsinspectie uit te voeren, montage van accessoires en levering van de wagens aan de dealers en tegenwoordig zelfs aan de eindklant. In het begin werkten we nog voor andere markten, maar sinds de komst van Toyota focussen we ons quasi integraal op deze industrie”, vertelt Marc Adriansens. “Een belangrijke mijlpaal in onze geschiedenis was 2007, toen we een dochteronderneming van Nippon Yusen Kaisha (NYK) werden. De Japanse rederij is één van de belangrijkste transportbedrijven ter wereld”.
- 2,6 miljoen wagens per jaar
- 11 windmolens
- 1982 oprichtingsjaar
- 20.000 elektrische wagens opladen per week op termijn
STERCK. Wat maakt de haven van Zeebrugge zo belangrijk voor jullie?
Marc Adriansens: “We liggen centraal in Europa én aan de zee, waardoor schepen hier vrij snel binnen en weer buiten zijn. Bovendien kunnen we vanuit deze locatie alle landen bedienen, met zowel short-sea- (Europa) als deepsea-verbindingen (andere continenten). Services naar landen zoals Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Zwitserland en Italië verzorgen we ook via vrachtwagens. Het mooiste compliment kregen we enkele jaren geleden van Tesla. Toen de elektrische autobouwer naar Europa wou komen, liet het een uitgebreide studie uitvoeren over bij wie ze het best terechtkonden. Wij kwamen daar als beste uit, omdat we van hieruit rechtstreeks 14 landen beleveren.”
STERCK. Jullie werken in eerste instantie voor de automobielsector. Zijn er nog andere activiteiten die ICO op het lijf geschreven zijn?
Adriansens: “We hebben een voorliefde voor alles wat ‘high and heavy’ is, onze RoRo-schepen zijn daar perfect voor uitgerust. We verzorgen niet alleen auto’s en alles wat daarbij komt kijken, maar beschikken ook over alle vereiste equipment en knowhow om buitengewone ladingen te verzorgen. Een mooi referentieproject in dat kader is het contract dat we in juni 2014 tekenden met Yamal LNG. Gedurende twee jaar werden alle onderdelen voor een gigantische gasproductie-installatie aangevoerd met schepen vanuit China en tijdelijk gestockeerd in de haven van Zeebrugge, om nadien geladen te worden in ijsbestendige schepen richting Noord-Rusland (Sabetta). Heel die operatie voerden we zelf uit.”
Elektrificatie
STERCK. Een belangrijke trend in de automarkt is de opkomst van elektrische wagens en plug-in hybrides. Hoe spelen jullie daarop in?
Adriansens: “We waren bij de eersten om ons daar verregaand in te specialiseren. De uitdaging bestaat er vooral in om voldoende capaciteit te genereren om al die voertuigen aan land op te laden. Uit veiligheidsoverwegingen hebben rederijen liever dat de wagens voor het transport over zee maar voor 10 tot 20% opgeladen zijn, terwijl de autobouwers verlangen dat de auto’s voor circa 80% opgeladen zijn als ze bij de dealers aankomen. In functie daarvan nemen wij de stroom af die wordt opgewekt via elf windmolens (die voor 44 MW hernieuwbare energie zorgen). Het opladen van de wagens gebeurt via 300 laadpalen, waardoor we elke week 3.000 wagens kunnen bevoorraden met groene stroom. Daarvoor hebben we maar het vermogen van 1,5 windmolens nodig. Met onze 11 windmolens kunnen we dus verder uitbreiden tot 20.000 wagens per week. Er is dus nog heel wat ruimte voor uitbreiding, wat ook nodig zal zijn. Momenteel zijn circa 10% van de wagens die hier aankomen, elektrisch of plug-in hybrides. Dat aandeel zal snel groeien, want corona heeft de shift naar elektrisch rijden in een stroomversnelling gebracht.”
STERCK. Zal dat ook gevolgen hebben voor de werkgelegenheid?
Adriansens: “Heel wat van onze mensen hebben een schat aan ervaring in schadecontrole, carrosseriewerken en het monteren van accessoires zoals lederen zetels of trekhaken. Intussen hebben we ook andere profielen nodig die kennis hebben over het programmeren van elektrische wagens en die, via internetverbindingen, de nodige updates kunnen installeren. De kans is groot dat we op termijn nog meer dergelijke specialisten zullen aanwerven.”
STERCK. ICO heeft terminals in zowel Zeebrugge als Antwerpen. Heeft de fusie tussen beide havens verstrekkende gevolgen voor jullie?
Adriansens: “Doordat we in beide havens al langer operationeel zijn, verwacht ik dat onze workflow en logistieke processen grotendeels op dezelfde manier zullen blijven verlopen. Antwerpen is vooral sterk omwille van de distributiemogelijkheden, terwijl Zeebrugge dankzij de ligging betere faciliteiten biedt voor transport van en naar Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk. Wel hopen we dat de fusie zal leiden tot een nog professioneler kader om te anticiperen op de vergroening en de energie-omslag. Zeker voor ‘high and heavy’-transporten zou het een goede zaak zijn, mocht er zo snel mogelijk worden geïnvesteerd in betere verbindingen met het hinterland.”
Brexit
STERCK. In welke mate lijdt ICO onder de Brexit?
Adriansens: “De uitstap van de Britten uit de Europese Unie heeft ertoe geleid dat de wagentrafiek met die markt voor ICO op enkele jaren tijd gehalveerd is, tot circa 250.000 wagens nu. Die dalende trend was al bezig in aanloop naar de officialisering van de Brexit en kreeg een extra impuls omdat de autoverkoop in Engeland omwille van corona dramatisch is gedaald. Omdat we nu geen toegevoegde waarde meer kunnen creëren met de montage van accessoires (want daar moeten invoerrechten op worden betaald, red.) hebben sommige autobouwers beslist om niet meer via Zeebrugge te passeren, maar zelf Engeland aan te lopen. Dat zou weer kunnen veranderen mochten we het statuut van een ‘free-port’ krijgen, waarbij we meerwaarde kunnen creëren zonder tussenkomst van de douane.”
STERCK. Als essentiële sector mocht ICO ook tijdens de lockdowns blijven werken. Hoe heeft u dat aangepakt?
Adriansens: “Voor het lossen van de schepen rijden we onze mensen met bussen aan boord. We hebben al die bussen moeten uitrusten met plexiglas en hebben ook schoolbussen ingezet omdat die meer ruimte bieden. Alle beschermingsmaatregelen hebben ons 1,6 miljoen euro gekost, zonder over het dalend volume te spreken. Tijdens de eerste lockdown hadden we te maken met een reductie van 70 procent. Gelukkig is de markt zich nu stilaan aan het herstellen en verwachten we, zeker naar eind dit jaar toe, een forse groei. Mensen hebben veel gespaard en willen onder meer in mobiliteit investeren, waardoor we waarschijnlijk en hopelijk voor een drukke herfst en winter staan.”
Zeker voor ‘high and heavy’-transporten zou het een goede zaak zijn mocht er zo snel mogelijk worden geïnvesteerd in betere verbindingen met het hinterland.
STERCK. Welke andere trends merkt u in de automarkt?
Adriansens: “Er zijn nieuwe modellen op de markt gekomen, zoals Lynk & Co, die auto’s niet langer verkopen, maar wel maximaal inzetten op verhuren en delen. Daarnaast zien we ook dat steeds meer auto’s via internet worden gekocht. In Europa geldt dat zelfs al voor één op de twee wagens. Die worden dan aan de dealer geleverd, of zelfs rechtstreeks aan de eindklant. Concessiehouders zullen het in de toekomst vermoedelijk vooral van hun showroomfunctie en onderhoudscontracten moeten hebben, maar de elektrificatie is voor hen niet zo’n goed nieuws. Een conventionele auto omvat 20.000 stukken, bij een elektrische zijn dat er maar 2000, waardoor er minder kans is op defecten en reparaties. Wij daarentegen zullen wél meerwaarde kunnen creëren, omdat we de wagen helemaal gebruiksklaar aan de eindgebruiker zullen kunnen afleveren: voorzien van alle accessoires, proper gewassen én voorzien van een nummerplaat. Dat zal leiden tot nieuwe bronnen van inkomsten.”