Als drie broers met complementaire capaciteiten eendrachtig en harmonieus een zaak runnen, is de kans groot dat ze samen een succesverhaal schrijven. Bij Group De Keyzer is dat zeker het geval. Bart, Hans en Koen kwamen destijds bijna gelijktijdig in de zaak om vader Willy op te volgen. Vandaag is het bedrijf, met hoofdzetel in Menen, uitgegroeid tot een stevige referentie in de Belgische keukenmarkt, al heeft De Keyzer wel nog meer pijlen op de boog. Daar kan zelfs een vervelend virus als COVID-19 gelukkig niet veel aan veranderen.
De zakelijke saga van de familie De Keyzer startte in de jaren dertig, toen smid Adhemar De Keyzer zich vooral toelegde op het beslaan van paarden en later ook Leuvense stoven zou maken. Onder impuls van de tweede generatie (vertegenwoordigd door Willy De Keyzer, samen met zijn broer en twee schoonbroers) koos het bedrijf tijdelijk een ander pad.
“Onze ouders maakten een omweg via de elektromarkt, verkochten onder meer hifiapparatuur en inbouwtoestellen voor de keuken”, verduidelijkt Koen De Keyzer. “Later werd dat aangevuld met keukenmeubilair van Duitse leveranciers. Toen de rustieke stijltrend in Belgie opkwam en de Duitse toeleveranciers dit type meubilair niet konden aanbieden, verlegde ons aanbod zich stelselmatig naar eigen productie en de uitbouw van ons productiebedrijf, toen nog in het centrum van Wevelgem. Zo ontpopten we ons in de jaren zeventig tot een belangrijke speler op de Belgische keukenmarkt, een positie die nog verbeterde toen onze vader de eerste greeploze keukenkast in België op de markt bracht.”
Onze marktpositie kreeg een boost toen vader Willy de eerste greeploze keukenkast in België op de markt bracht.
Vreemde eend
STERCK. Vanaf wanneer begon zich dat te vertalen naar de uitbouw van een eigen winkelnetwerk?
Bart De Keyzer: “Dat was eigenlijk een logisch gevolg van de evolutie in de keukenmarkt. Destijds was een keukenzaak eigenlijk de etalage van een vakbekwame schrijnwerker, die met het potlood achter het oor in zijn winkel stond en vanuit zijn stielkennis gewapend was om ook op complexere wensen van klanten in te gaan. Die affiniteit met ingewikkelde vragen deemsterde geleidelijk weg toen het marketingaspect van die winkels belangrijker werd en niet elke verkoopmedewerker vertrouwd was met het technische karakter van een keuken. Omdat wij, als producent, zowel seriewerk als maatwerk konden aanbieden, beschikten we over alle troeven om in dat gat te duiken.”
Hans De Keyzer: “Die tendens inspireerde ons tot de opstart van een eigen winkel voor particulieren in Menen. Dat bleek een schot in de roos, waardoor we later vooral in West- en Oost-Vlaanderen dat netwerk hebben uitgebreid. Vandaag hebben we – naast Menen – ook filialen in Sint-Martens-Latem, Roeselare, Boortmeerbeek, Kruisem, Sijsele en Waregem. Even hadden we ook showrooms in Beveren-Waas en Brasschaat, maar omdat die niet naar wens presteerden, hebben we die stopgezet. In ons huidig netwerk is Boortmeerbeek gezien de ligging (het verst gelegen van de fabricage) de vreemde eend in de bijt, maar we merken er toch heel wat interesse in onze diensten. Het is dan ook niet uitgesloten dat we op termijn in deze provincies misschien nog zullen uitbreiden.”
STERCK. Hoe belangrijk is het eigen winkelnetwerk omzetmatig?
Hans: “De zeven winkels zijn samen toch verantwoordelijk voor 85% van de keukenproductie. De overige 15% realiseren we nog steeds via dealers. Pas op, de uitbouw van die eigen filialen is niet altijd eenvoudig geweest. Zeker toen we de eerste winkel in Menen pas hadden opgestart, zaten onze interieurarchitecten in de winkel regelmatig te wachten tot de eerste klanten binnenkwamen. Stelselmatig ging de bal aan het rollen en hebben we een mooie expansie doorgemaakt.”
- 3 familiale bestuurders
- 3 pijlers: eigen keukenwinkels, Alke-badkamermeubilair en projectmarkt
- 7 mogelijke overnemers in de vierde generatie
- 7 filialen in eigen keukennetwerk
- 100 medewerkers
Kajuituitrusting
STERCK. De keukens vormen de belangrijkste pijler, maar jullie hebben wel nog meer ijzers in het vuur?
Koen: “Onder de merknaam Alke produceren we badkamermeubilair, dat verdeeld wordt via sanitaire groothandels. Ook binnen dit gamma zijn we innovatief en proberen we steeds de anderen een stap voor te zijn. Zo ontwikkelden we recent een spiegelsysteem dat je dadelijk de voor- en achterkant toont en waardoor je ook op de nekstreek een perfect zicht krijgt. Naast Alke hebben we nog een belangrijke projectpoot, die inspeelt op bepaalde noden van de markt van woningbouw via bouwpromotie.”
Hans: “Gedurende een hele periode waren we een essentiële partner voor bouwers van cruiseschepen. Zij zochten in eerste instantie naar in de hoogte verstelbare tafeltjes, waarvoor we een oplossing bedachten die we lieten beschermen via een Europees patent. Het zorgde ervoor dat Italiaanse scheepsbouwers ons contacteerden om ook bed-ombouwen en (nacht)tafeltjes te maken. Dat is tijdlang een belangrijk segment geweest: acht cruiseschepen met circa 4000 kajuiten per schip, daar hadden we onze handen mee vol. Dat is vrij abrupt stilgevallen toen door een crisis de markt richting de Verenigde Staten verschoof, waar ons patent niet van toepassing was. Daardoor konden anderen onze oplossing kopiëren.”
We zijn allemaal tot de sector aangetrokken, maar iedereen is geïnteresseerd in andere aspecten.
STERCK. Stond het voor jullie altijd al vast om in de zakelijke voetsporen van jullie ouders te treden?
Koen: “Eigenlijk wel, tijdens onze jeugdjaren werd er thuis haast alleen over de zaak gepraat. Automatisch groei je daarin mee.”
Bart: “We hebben het geluk dat we allemaal tot de sector aangetrokken waren, maar iedereen was geïnteresseerd in andere aspecten. Hans is houtingenieur en groeide uit tot productieverantwoordelijke. Koen staat als economist in voor het financiële luik. Zelf behartig ik, vanuit mijn achtergrond als interieurarchitect, het esthetische aspect. Ook onze zus, Mieke, was enkele jaren bij de zaak betrokken, tot ze besliste om haar man te volgen richting Limburg.”
Hans: “Nadat wij in de zaak zijn gekomen, hebben onze ouders gaandeweg hun functies afgebouwd. Ze zijn meer dan tien jaar geleden uit de zaak gestapt, maar houden via ons uiteraard wel de vinger aan de pols van het bedrijf.”
STERCK. Draaien familiefeestjes niet uit op veredelde vergaderingen?
Bart: “We moeten daar wel over waken, ja. Vaak zijn we na tien minuten al over het bedrijf bezig, waarna onze echtgenotes ons tot de orde roepen. Vergeefse moeite, want automatisch gaat het kort nadien weer over de zaak (lacht).”
Koen: “Dat familiale karakter is echt wel een pluspunt. Het creëert bij onze klanten automatisch vertrouwen dat eigenlijk mee deel uitmaakt van de verkoop. Drie broers die samen de zaak runnen, staan sowieso garant voor een grotere betrokkenheid dan een externe CEO die, naast zijn loon, vaak geen echte binding met een bedrijf heeft.”
Troonopvolgers
STERCK. Jullie kunnen stuk voor stuk nog jaren mee, maar staat er al een vierde generatie klaar om op termijn de fakkel over te nemen?
Bart: “Onze drie gezinnen samen tellen zeven kinderen. Enkelen toonden al interesse, maar als anderen dat niet doen, moet je alles ook financieel mooi opgelost en verdeeld krijgen natuurlijk. Zoiets regel je niet van vandaag op morgen. Dat is een proces van jaren waar we nu toch stilaan mee bezig zijn. Op zich is één ‘troonopvolger’ al voldoende. Veel hangt ook af van de bekwaamheid, het karakter … Twee van de kinderen zijn al in andere bedrijven aan de slag, de rest komt eraan. Mijn zoon, een industrieel productontwerper, past wel in het plaatje, maar voor hetzelfde geld start hij morgen met een eigen bedrijf, al is dat natuurlijk ook een fikse uitdaging. Op een goed bollende trein springen, vergt moed. Iets van scratch opbouwen is nog een ander paar mouwen. Ach, we zien wel. Er zijn nog zoveel scenario’s mogelijk voor de toekomst.”
De lockdown in maart en april had uiteraard ook verregaande gevolgen voor de workflow bij Group De Keyzer. “Aanvankelijk verliep de productie nog op volle toeren, tot toeleveranciers niet alles meer konden blijven bezorgen en ook het uitleveren stokte. Bovendien werd het in het atelier ook moeilijker om alle gezondheidsvoorschriften te respecteren. Uiteindelijk lag de productie zowat vier weken volledig stil. Daarna konden we alles met mondjesmaat weer opstarten. Toen de winkels begin mei weer open mochten, hebben we klanten aanvankelijk uitsluitend op afspraak verwelkomd. Sowieso verwachten we dit jaar een omzetdaling van circa 20 procent: mensen die al met een keukenproject bezig waren, zullen dat wel nog willen realiseren. Maar niet-dringende realisaties zullen vermoedelijk worden uitgesteld. Uiteraard koesteren we de ambitie om al onze medewerkers aan boord te houden. De realiteit zal uitwijzen of dat ook praktisch haalbaar is.”