Al meer dan vijftig jaar zet Westlandia in Ieper mensen met een beperking aan het werk. De beschutte werkplaats van destijds is ondertussen een maatwerkbedrijf geworden en het aanbod is doorheen de jaren voortdurend uitgebreid. Toch zijn ook heel wat dingen hetzelfde gebleven. De gezonde ambitie, de nuchtere kijk op de zaken en het sociaal engagement, bijvoorbeeld. Samen met de sterke, lokale binding vormen zij het DNA van Westlandia. En die aanpak werkt, zo blijkt. “Zelfs met heel wat medewerkers in de risicogroep voor COVID-19 draaiden we op maandbasis aan het einde van de zomer een licht betere omzet dan vorig jaar. Dankzij strenge maatregelen konden we snel heropstarten en kenden we weinig uitval”, zegt manager verkoop & operationele planning Xavier Sohier.
De kans is groot dat je op een doordeweekse dag onrechtstreeks in aanraking komt met het werk van Westlandia. Als vaste partner van tal van West-Vlaamse bedrijven levert het maatwerkbedrijf onderdelen en monteert en/of verpakt het producten. Daarnaast zijn de maatwerkers op heel wat plaatsen achter de schermen aan de slag. Voor het groenonderhoud of het schoonmaken van de gebouwen bijvoorbeeld. Van klaslokalen tot kantoren en van park tot patio. “Bij elk van die activiteiten garanderen we een hoge kwaliteit aan onze klanten”, benadrukt Xavier Sohier van Westlandia. “Het maatwerkdecreet van begin 2019 maakte komaf met de naam ‘beschutte werkplaats’. Tegelijk is ook een groot deel van de onterechte vooroordelen verdwenen over het werk dat we hier doen. Het resultaat moet niet onderdoen voor onze concullega’s.” Dat maakt Westlandia waar door complexe processen op te splitsen en aan te passen aan de mogelijkheden van de medewerkers. Met ergonomische werkplekinrichtingen en jobs op maat van hun kunnen. Zodat een constante kwaliteit gewaarborgd is.
STERCK. Laten we om te beginnen een open deur intrappen: het zijn pittige tijden. Wellicht ook voor jullie?
Sohier: “De coronacrisis heeft uiteraard extra inspanningen gevergd, in de eerste plaats op het vlak van organisatie. Maar dat is bij alle andere ondernemingen evengoed het geval. Na de lockdown zijn we vrij snel kunnen heropstarten. We hebben van meet af aan weliswaar strengere maatregelen genomen dan louter wat opgelegd werd. Van onze maatwerkers behoort ongeveer één op vier tot een risicogroep voor corona. Dan is extra voorzichtigheid geboden. Mondmaskers, eigen busvervoer, de inrichting van onze ateliers, noem maar op. We hebben meteen actie genomen. Met resultaat. Voor augustus en september lag onze omzet hoger dan vorig jaar. Het gaat om een kleine stijging, maar gezien de omstandigheden zijn we daar heel tevreden mee.
STERCK. Corona hopen we allemaal zo snel mogelijk achter ons te laten. Met welke andere uitdagingen heeft jullie sector te kampen?
Sohier: “Er zijn een aantal tendensen binnen de metaalbewerking die het voor ons extra pittig maken. De series worden kleiner en de stukken complexer. Grote series zijn de afgelopen jaren steeds meer verdwenen naar het buitenland. De eenvoudige onderdelen worden dan weer gemaakt door robots of geautomatiseerde productieflows. Dat maakt het lastiger voor ons om het maakproces van een onderdeel op te splitsen in eenvoudige, behapbare deeltaken. Bovendien moeten we meer moeite doen om onze expertise aan te tonen, het vertrouwen van (potentiële) klanten te winnen en zo een opdracht binnen te halen.”
“De afgelopen jaren heeft onze sector gelukkig wel meer bekendheid en een positiever imago gekregen. Als sociaal-economisch bedrijf hebben we hard ingezet op employer branding en marketing. Zowel om voldoende, geschikte medewerkers aan te trekken als om onze naam gekend te maken bij bedrijven. Onze koepelfederatie heeft bovendien mediacampagnes opgezet, om de kloof tussen maatwerkbedrijven en de reguliere economie kleiner te maken. Wellicht heeft dat meegespeeld in onze gestage groei van de afgelopen jaren. We zijn van 755 naar 810 medewerkers gegaan. Goed voor 452,5 FTE gesubsidieerde maatwerkers. Dat team van medewerkers kan in de toekomst veranderen. Zoals het maatwerkdecreet voorschrijft, proberen we onze mensen namelijk te laten doorstromen naar het NEC, het normaal economisch circuit. De reguliere arbeidsmarkt dus.”
STERCK. Hoe wapenen jullie zich tegen die uitdagingen en tegen de concurrentie van reguliere bedrijven?
Sohier: “In de eerste plaats houden we onze werkethiek hoog. We leveren stipt en zien nauw toe op de kwaliteit van wat hier gemaakt wordt. Bovendien kunnen we een scherpe prijsstelling aanbieden. Daarnaast zijn voortdurende investeringen een belangrijke pijler. We investeren continu aan een vrij hoog ritme in ons machinepark (zoals onze 47 CNC-freesmachines), onze infrastructuur en onze gebouwen. Steeds met onze missie van tewerkstelling voor ogen. Een extra gebouw in de Zwaanhofweg stelde ons vorig jaar bijvoorbeeld in staat een nieuwe montage-activiteit met veel volume en logistiek aan te nemen. Ook duurzaamheid stond hoog op onze investeringsagenda: zonnepanelen, elektrisch wagenpark, ledverlichting, waterrecuperatie, isolatie en zo meer. Digitalisatie was nog zo een grote investeringspost. Al blijven onze medewerkers natuurlijk ons belangrijkste kapitaal. Onlangs namen we een opleidingscoach in dienst om nog meer aan loopbaancoaching te kunnen doen en bijvoorbeeld leeftijdsbewust werken te coördineren. Focus op de mens is en blijft deel van onze strategie.”
Met een belangrijke activiteit als toeleveringsbedrijf voor de industrie is Westlandia onderhevig aan economische schommelingen. Doorheen de jaren vulde het maatwerkbedrijf zijn activiteiten aan met andere pijlers. Met een betere weerbaarheid en een grotere stabiliteit als resultaat. “Naast toelevering is onze dienstverlening in sneltempo een echt succesverhaal geworden”, licht Xavier Sohier toe. “Onze medewerkers doen onderhoud van groen, vaak in opdracht van steden of gemeentes. Onze schoonmaakdienst geeft ondertussen werk aan een twintigtal voltijdse equivalenten. En het uitvoeren van werken op locatie maakt zowat twintig procent van onze activiteiten uit. Die drie afdelingen zijn heel divers en een stuk minder vatbaar voor de economische conjunctuur. Al blijven de metaalafdeling, de montage en de verpakking natuurlijk minstens even belangrijk.”
STERCK. Welke rol speelt stad Ieper in jullie verhaal?
Sohier: “Al sinds de prille start is Westlandia nauw verbonden met Ieper. In 1968 stond de toenmalige burgemeester Albert Dehem mee aan de wieg van ons bedrijf. Een deel van onze maatwerkers is ook aan de slag voor de stad. We doen het groenonderhoud in een aantal wijken en onze schoonmaakdienst poetst een aantal gebouwen van de stad en de Cambio’s. Ook voor onder meer het plaatsen van dranghekken en tenten voor evenementen doen ze beroep op ons. Met meer dan 300 medewerkers uit Ieper zelf zijn we een grote lokale werkgever. Dat schept automatisch een band.”
STERCK. En hoe ervaar jij zelf Ieper als stad om in te ondernemen?
Sohier: “Ieper is een fijne stad om te ondernemen, maar heeft ook zijn typische uitdagingen. Zoals de ligging in de Westhoek. De A19 brengt ons van Kortrijk naar Ieper, maar niet verder. Een vlotte verbinding naar de kust zou zeker een bijkomende economische troef zijn. Het dossier om die A19 door te trekken, ligt al twintig jaar op tafel. Het blijkt een harde noot om te kraken. Daarnaast is er een schrijnend gebrek aan industriegronden. Geen nieuwe gronden, geen nieuwe bedrijven en dus ook geen nieuwe potentiële opdrachtgevers voor Westlandia. Er is dus nog werk aan de winkel. We staan allesbehalve aan de zijlijn toe te kijken tot de uitdagingen zichzelf oplossen. Via onze directeur Ignace De Ro zijn we actief in diverse verenigingen en platformen die de economische belangen van de Ieperse regio behartigen. Ook de generatiewissel die bij enkele grotere familiebedrijven in de streek op til is, zal ongetwijfeld een nieuwe dynamiek creëren met een positieve invloed op het ondernemersklimaat. Het beloven alvast boeiende jaren te worden.”