Een lentedag bij zonsondergang: het decor voor een babbel met gouverneur Carl Decaluwé en gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu kan moeilijker idyllischer zijn. Dat doet deugd, in tijden waarin iedereen herademt na de pandemie. Ook kustondernemingen likken hun wonden, maar blikken vol vertrouwen vooruit naar een toekomst waarin ook de Blauwe Cluster de economie aan de Belgische kant van de Noordzee stevige impulsen geeft. “Toerisme is de belangrijkste driver van de economie hier, maar ook in andere sectoren timmeren bedrijven hard aan een innovatiepad dat hen verder kan laten groeien.”
Wandelende mensen op de zeedijk, horecazaken die gouden zaken doen terwijl de zon aanstalten maakt om zich te verbergen onder de waterspiegel … Tijdens de pandemie waren dergelijke taferelen niet altijd evident, maar stilaan ontwaakt iedereen uit de gedwongen coronaslaap.
Sabien Lahaye-Battheu: “Medewerkers van Westtoer (toeristische dienst West-Vlaanderen, red.) hebben de voorbije twee jaar heel andere dingen moeten doen dan ze gewoon zijn. Logisch, want de toeristische motor heeft enorm gesputterd. Gelukkig waren er nog veel mogelijkheden voor binnenlands toerisme. Sinds de krokusvakantie van dit jaar lijkt de revival definitief ingezet en mogen we hier weer veel Nederlanders, Fransen en Duitsers ontvangen. Twee jaar geleden was dat anders: toen was kusttoerisme ‘maar’ goed voor een omzet van 2,2 miljard euro (tegenover 3 miljard in normale jaren) en kromp de tewerkstelling volgens een gelijkaardige curve (van 30.000 naar 22.000 VTE’s). Dat had onder meer te maken met het dalend aantal overnachtingen van verblijfstoeristen en tweedeverblijvers (van 27,7 naar 23,2 miljoen overnachtingen).”
Sabien Lahaye-Battheu
Als gedeputeerde voor Toerisme is Sabien Lahaye-Battheu voorzitter van Westtoer. Ze maakte carrière in de advocatuur, met personen- en familierecht als belangrijkste specialisatie. Sinds 2003 bekleedt ze politieke mandaten. De Poperingse zetelt in de gemeenteraad van haar woonplaats en legde, na haar nieuwe verkiezing als provincieraadslid in 2018, datzelfde jaar de eed af als gedeputeerde. Tot haar bevoegdheden horen toerisme en recreatie, flankerend onderwijsbeleid, bovenlokale veiligheidsvoorzieningen en -initiatieven, erfgoed, ruimtelijke ordening, algemene en ondersteunende dienstverlening.
In de vuurlijn
Carl Decaluwé: “De kust is één van dé toeristische parels van ons land. Net daarom was het erg hard om tijdens de zwaarste golven van de pandemie mensen op te roepen om net niét naar deze regio te komen. Ook veel ondernemers hebben erg afgezien. Gelukkig hebben we via regelmatig overleg met de kustburgemeesters één lijn kunnen trekken met uniforme maatregelen. We stonden altijd in de vuurlijn, maar verdwijnen met plezier weer naar de achtergrond, zeker als we voor het eerst in drie jaar weer een normale zomer zouden mogen beleven.”
STERCK. Uit het overleg met de kustburgemeesters zijn ook blijvende initiatieven voortgekomen. Is de pandemie op die manier ergens ook waardevol geweest?
Lahaye-Battheu: “Via de druktebarometer kon iedereen op een heel laagdrempelige manier volgen waar het druk was en welke gemeenten en steden wel nog wat ruimte hadden. Elke kustgemeente en -stad heeft natuurlijk zijn eigenheid, maar dat heeft ons niet belet om in 2021 met Beaufort de driejaarlijkse kunsthappening in een nieuw jasje te steken. Heel veel mensen zijn daar met interesse naar komen kijken. In 2020 is al onze energie gekropen in het uitstippelen van de passende coronamaatregelen. Dit jaar tekenen we het beleidsplan voor de komende zes jaar uit en dit najaar hopen we voor het eerst in drie jaar opnieuw het startmoment voor kustondernemers te mogen organiseren. Dergelijke netwerkmogelijkheden hebben we hard gemist.”
“Eén van de ambities is om de kust te promoten als een plaats waar je tijdens elk van de vier seizoenen terecht kan. Uiteraard is deze regio vooral in de zomer populair, maar onder meer door actieve promotie van het wandel- en fietstoerisme willen we de aantrekkelijkheid van de kustlijn ook in de andere maanden van het jaar verhogen.”
- 3 belangrijke pijlers: dagtoerisme, verblijfstoerisme in commercieel logies en tweede verblijfstoerisme
- 33 procent van alle bestedingen gebeurt in de zomer
- € 45 gemiddelde besteding van één dagtoerist
- € 68 gemiddelde besteding van één verblijftoerist per dag en nacht
- 31.600 voltijds equivalenten door kusttoerisme
- 97.500 tweede verblijven
STERCK. Hoe groot is de duurzaamheidsdrang in deze regio?
Lahaye-Battheu: “Op micro- én macro-economisch niveau halen we alles uit de kast om daar werk van te maken. Zo kunnen kleine ondernemingen zich op kosten van Westtoer laten adviseren over hoe ze hun zaak een ‘groener’ karakter kunnen geven.”
Decaluwé: “De circulaire economie leeft hier almaar harder. De Blauwe Cluster (de Vlaamse innovatiecluster voor de ‘blauwe economie’) zorgt er bijvoorbeeld voor dat liefst 120 bedrijven (on)rechtstreeks met offshore-activiteiten bezig zijn. Dat alleen al is goed voor 14.000 arbeidsplaatsen. Op vlak van hernieuwbare energie, is de zee letterlijk en figuurlijk een cruciaal platform, zeker ook voor de havens van Oostende en Zeebrugge. Twee jaar geleden liet de haven van Oostende ruim 6.000 invaarten noteren die met windparkactiviteiten te maken hadden.”
Ventilus
STERCK. De energie op zee opwekken is één ding, ze aan land krijgen nog een ander paar mouwen…
Decaluwé: “Klopt. Via Ventilus doen we er alles aan om die tot bij de eindgebruiker te krijgen. Het gaat om een hoogspanningsverbinding, die cruciaal is om het huidige hoogspanningsnet in West-Vlaanderen te versterken. Om de energiebevoorrading te blijven verzekeren, moet er een nieuwe voedingslijn en een volwaardig hoogspanningsstation in Izegem komen, terwijl er ook in het noorden van de provincie een bijkomende hoogspanningsverbinding nodig is.”
Als voorzitter van het Vlaams Instituut voor de Zee is Carl Decaluwé trots op het kwalitatief interdisciplinair onderzoek van de oceaan, zeeën en de kust, waar deze organisatie voor staat. “Het VLIZ heeft de grootste databank inzake biodiversiteit van vissen ter wereld. Directeur Jan Mees was ruim vijf jaar lang voorzitter van de European Marine Board. Het instituut werkt regelmatig samen met andere vooraanstaande Europese organisaties voor marine-onderzoek en heeft op alle continenten bevoorrechte partnerships. De marinewetenschappers zetten bijvoorbeeld onderwaterdrones in om de aquacultuur grondig te onderzoeken.”
STERCK. Koken kost geld. Gelukkig kunnen dergelijke projecten rekenen op innovatiesteun…
Decaluwé: “We hebben wel moeten knokken om de Blauwe Cluster in West-Vlaanderen te krijgen. West-Vlaanderen stond in het verleden nooit op de eerste rij om innovatiesteun te krijgen, onder meer omdat we hier geen eigen universiteit hebben. Toch zijn we er maar mooi in geslaagd om het wetenschappelijke en het bedrijfsmatige dermate met elkaar te verweven, dat daar veel start-ups uit groeien en ook andere ondernemingen een mooie expansie doormaken. Net als in de horeca, is het voor dergelijke bedrijven vooral uitdagend om die groei te bestendigen door de juiste profielen aan te trekken. Voor zowat elke zelfstandige wordt dat dé uitdaging van de komende jaren.”
STERCK. Welke uitdagingen stellen zich inzake het ‘management’ van de Noordzee?
Decaluwé: “De Noordzee biedt opportuniteiten voor opslag van CO2 op zee. Daarnaast is het één van de drukst bevaren en tegelijk één van de meest complexe wateren om op te varen. Tegelijk creëert ze ook bedreigingen, zoals de zeespiegelstijging als gevolg van de klimaatverandering. Het is dan ook noodzakelijk om, onder meer via het project Kustvisie van de Vlaamse overheid, te bestuderen welke essentiële maatregelen nodig zijn om ons op lange termijn te beschermen tegen stormvloeden. Het is belangrijk ons hier nu al tegen te wapenen door kustversterking.”
Carl Decaluwé
Carl Decaluwé vierde op 1 februari 2022 zijn tiende verjaardag in het ambt van West-Vlaams gouverneur. De Kortrijkzaan, in 1982 afgestudeerd als licentiaat economische geografie, fungeerde in de jaren 80 onder meer als assistent in het Europees Parlement en als lid van de ACW-studiedienst, voor hij in 1995 Vlaams volksvertegenwoordiger werd voor CD&V. In 2004 werd hij gepromoveerd tot eerste ondervoorzitter van het Vlaams parlement. Als gouverneur is hij onder meer verantwoordelijk voor de provinciale visserijcommissie en de internationale Zwincommissie. Hij is ook voorzitter van het Vlaams Instituut voor de Zee (VLIZ) en voorzitter van het Opleidingscentrum voor Veiligheid in Zedelgem.
“Lange droge periodes zijn ook niet echt goed nieuws: die leiden tot watertekorten en in de kustzone tot verzilting van het oppervlaktewater, wat problemen kan stellen voor de landbouw. Daarover wordt eigenlijk weinig gepraat, maar laat ons niet vergeten dat de agrarische sector evenzeer belangrijk is voor deze regio. Landbouwbedrijven in de kust- en hinterlandgemeenten waren in 2019 goed voor 24,8% van de totale West-Vlaamse sectorale omzet.”
STERCK. Hoeveel zelfstandigen zijn nog gefocust op visserij?
Decaluwé: “De tewerkstelling daarin mag dan teruglopen (ons land telde in 2020 370 erkende vissers, samen goed voor 74,3 miljoen euro omzet), deze traditionele sector blijft natuurlijk onlosmakelijk met de kust verbonden. Van de 246 Belgische bedrijven die in 2017 met visverwerking bezig waren, is dat voor 66 van hen de belangrijkste activiteit. De meeste van die ondernemingen zijn gevestigd aan de kust. Intussen wordt deze regio ook voor Defensie almaar belangrijker. De verschillende basissen waren in 2020 goed voor 2161 directe arbeidsplaatsen.”
Gedeputeerde Sabien Lahaye-Battheu ziet de kust vooral als een locatie met unieke geneugten, die altijd een vakantiegevoel oproept. “Als ik hier ben, zelfs al is het om professionele redenen, heb ik nooit het gevoel aan het werk te zijn. Daar is het decor in grote mate verantwoordelijk voor. Veel landgenoten hebben aan de kust een favoriete badplaats en hebben hopelijk ook kennisgemaakt met mooie provinciedomeinen, zoals Het Zwin, Duinpanne, Raversijde, Koolhofput en Zeebos. De Kustroute en het Wandelnetwerk Kust zorgen ervoor dat steeds meer fietsers en wandelaars de kust opzoeken. Ze kunnen er onder meer de Warandetoren in Middelkerke en de Vuurtoren in De Haan bewonderen. Binnenkort komt er ook in De Panne een dergelijke mooie uitkijktoren.”
STERCK. Hoe staat u tegenover de fusie van de havens van Brugge en Antwerpen?
Decaluwé: “Om verschillende redenen is dat een juiste strategische zet. Ten eerste laat het ons toe aan schaalvergroting te doen, in plaats van dat de havens elkaar onderling plat concurreren. Beide havens zijn ook complementair. Antwerpen heeft veel vervuilende industrie, terwijl we Brugge een ‘clean port’ mogen noemen die ook moet meegaan in de trend van nieuwe, groene brandstoffen, zoals waterstof.”
STERCK. Met 97.500 tweede verblijven heeft de kustlijn een vrij specifiek vastgoedpatrimonium. Welke evolutie hoopt u daarin te zien?
Decaluwé: “Ik denk dat het belangrijk is te investeren in mooie sites. Oosteroever, het nieuwe stadsdeel in Oostende, is daar een goed voorbeeld van. Om de attractiviteit van elke kustplaats te bevorderen, zou er eigenlijk in elk van de tien gemeenten en steden een iconisch gebouw moeten komen, zoals het gloednieuwe casino van Middelkerke er ongetwijfeld één wordt. Daarnaast zijn grote renovatie-inspanningen nodig, onder meer om de woningen te laten beantwoorden aan de recentste energienormen. Op dat vlak worden gelukkig nu al stevige inspanningen geleverd.”