Begonnen met een simpel radiatorkastje, vandaag mededesigner van ‘haute couture’ meubilair voor toppers als Axel Enthoven: op tien jaar tijd knokte De Maatwerker zich een reputatie bijeen die velen hen benijden. Als bedenker en producent van unieke meubelstukken ontpopte het team rond Nick Van Kranenburg zich als een fonkelende ster aan het Knokse firmament. “Knokke heeft ons groot gemaakt, daarom blijven we met veel plezier hoofdzakelijk rond onze kerktoren actief. Werken voor klanten uit deze gemeente brengt ons automatisch af en toe ook naar andere mondaine plaatsen”, aldus de trotse oprichter.
Schrijnwerker worden? Toen Nick Van Kranenburg als jonkie die ambitie bij zijn ouders uitsprak, keken ze ietwat vreemd op en reageerden verrast. Ondanks wat protest dreef de jongeman uit Heist toch zijn zin door en volgde de (studie)keuze van zijn hart. “Vreemd genoeg doofde die passie wat toen ik aan het eind van mijn schoolperiode kwam”, legt hij uit. “Daarom verkende ik professioneel eerst andere horizonten, met ervaringen die stuk voor stuk mijn rugzakje vulden: van badkamerverkoper tot medewerker bij Club Med. Het duurde even tot mijn gevoel me weer naar mijn eerste liefde dreef: ik wou iets máken en ruilde mijn maatpak weer voor een werkbroek. Eerst werkte ik nog een tijdje voor een bouwpromotor, maar dat was niet echt mijn ding. Mede onder impuls van mijn vrouw besliste ik om, als schrijnwerker, professioneel op eigen benen te staan.”
- 30 gemiddelde leeftijd van het team
- 40 medewerkers
- 2010 oprichtingsjaar
- 2023 verhuis naar nieuwe locatie met belevingscentrum
Heilig vuur
STERCK. Dat was in oktober 2010. Wat herinner je je nog van die beginperiode?
Van Kranenburg: “Ik begon in een garagebox met een ietwat roestig, tweedehands bestelwagentje en voldeed dus aan alle typische startersclichés (lacht). Mijn eerste opdracht, een simpel radiatorkastje, was de spreekwoordelijke sneeuwbal die stelselmatig begon te rollen. Die groei is eigenlijk nooit meer gestopt, we sprongen met twee treden tegelijk. Zo zijn we geëvolueerd naar een ‘high level’ bedenker, producent en plaatser van maatwerkmeubilair. Blijkbaar werkte mijn enthousiasme aanstekelijk, want al snel bleek dat mijn eerste medewerkers ook het heilig vuur in zich hadden. Mijn derde personeelslid is vandaag ‘chef atelier’, de vijfde groeide uit tot werfleider. Mede dankzij het engagement van die ‘soulmates’ van het eerste uur, hebben we samen een sterke bedrijfscultuur opgebouwd die ons toeliet sterk te groeien, zonder onze initiële waarden te verloochenen.”
STERCK. Waarrond draait die bedrijfscultuur?
Van Kranenburg: “Het gaat om presteren boven verwachting. Dat is ook nodig in deze gemeente, waarin iedereen iedereen kent. Dit is bij uitstek een gemeenschap waar mond-tot-mondreclame het cruciale marketinginstrument is. Als je als leverancier onder het verwachte niveau hebt gepresteerd, doet dat nieuwtje veel sneller de ronde dan als een project wél volgens de regels van de kunst is afgewerkt. Wie zich vestigt in Knokke en bij de lokale bevolking wil scoren, moet aan heel hoge verwachtingen voldoen. Je kan gerust stellen dat Knokke ons scherp houdt én onze identiteit heeft bepaald. Als dit bedrijf zich 30 km verder had gesitueerd, was de levensloop totaal anders geweest. Het is dan ook constant zoeken naar innovaties om in de bovenste schuif van deze doelgroep te blijven liggen. Die uitdaging heeft me altijd getriggerd en zorgt ervoor dat we mooie, complexe dingen bedenken en maken. Dat maakt me trots. Tien jaar geleden had ik nooit durven dromen te staan waar we nu staan, maar eigenlijk is het een logisch gevolg van de wet van vraag en aanbod.”
Knokke is bij uitstek een gemeenschap waar mond-tot-mondreclame het cruciale marketing-instrument is.
STERCK. Welk niveau haalt De Maatwerker op vlak van kwaliteit?
Van Kranenburg: “Met de showroom die we vier jaar geleden hebben gecreëerd, zou je ons kunnen vergelijken met een restaurant dat één Michelin-ster haalt. De uitstraling van onze toonzaal creëert automatisch bepaalde verwachtingen, die je keer op keer weer moet inlossen. Uiteraard maken ook wij wel eens fouten, maar die gebeuren achter de schermen en we zijn bikkelhard voor onszelf: een saus die geschift is, moet je weggooien en niet op het bord van je klant scheppen. Het is aan die attitude te danken dat we in een veeleisende markt toch geen enkel geschil hebben lopen.”
“De lat zal in de toekomst nog hoger komen te liggen, want intussen hebben ook de ‘happy few’ ons ontdekt: er zijn in deze streek erg weinig spelers in deze nichemarkt, waardoor wij met beide handen de kans hebben gegrepen om ons ook daar te bewijzen. In functie daarvan openen we eind dit jaar een nieuwe showroom, waarmee we een nog hoger niveau bereiken. Het zal ervoor zorgen dat we nog regelmatiger projecten op andere ‘high end’-locaties zoals Sint-Martens-Latem, Brasschaat, Courchevel, Saint-Tropez en Genève voorgeschoteld zullen krijgen.”
STERCK. Wat kun je doen om het niveau nog op te trekken?
Van Kranenburg: “De liefde voor het vak en de pure ambacht in combinatie met een gesofisticeerd machinepark hadden we al, nu willen we evolueren naar de volgende dimensie inzake service. Zo bereiken we een doelgroep die maximale ontzorging wenst en alleen regelmatig op de hoogte wil worden gehouden van de vorderingen. We hebben daarop geanticipeerd met de aanwerving van onder meer extra tekenaars en projectmanagers. Net als bij onze stielmannen gaat het hoofdzakelijk om vrij jonge mensen uit deze streek, die onder de vleugels van onze gevestigde waarden de knepen van het vak leren binnen de muren van ons bedrijf. Het is zalig om hen te zien evolueren naar betrokken, gedreven en uiterst competente mensen.”
Appreciatie
STERCK. In hoeverre is Knokke een ondernemersvriendelijke gemeente?
Van Kranenburg: “Ik had de eer om onze vorige burgemeester enkele keren te ontmoeten. Ondanks de generatiekloof waardeer ik graaf Lippens enorm om wat hij van Knokke gemaakt heeft. Of het nu ten opzichte van industriële bedrijven of ‘Jan met de pet’ was: hij heeft altijd zijn visie bewaard en een klimaat gecreëerd waarin ook ik, als kleine jongen uit een kleine gemeente (Heist, red.), kansen kreeg om op te klimmen. Aangezien de nieuwe burgemeester een gelijklopende visie heeft en grotendeels door dezelfde entourage omringd is, heb ik er alle vertrouwen in dat we ook in de toekomst op een positieve manier kunnen blijven ondernemen. Ik ben de gemeente nog altijd dankbaar dat we enkele jaren geleden een pand van hen konden overkopen. Nu hebben we trouwens een perceel grond gekocht op een nieuwe kmo-verkaveling, waar we tegen 2023 een nieuwe productie-eenheid annex belevingscentrum op poten zullen zetten.”
Zonder namen van het referentielijstje te willen prijsgeven, is Nick Van Kranenburg trots op de bekende mensen en topondernemers die al een beroep deden op De Maatwerker. “In het begin voelde het wat onwennig om aan tafel te mogen zitten met mensen naar wie je echt opkijkt en die plots op jou rekenen om hun interieurproject gestalte te geven. Dat doen ze omdat ze je beschouwen als een expert in deze branche, een imago dat we elke dag opnieuw willen verdienen door te presteren op het niveau dat van ons wordt verlangd. Als dat dan telkens opnieuw lukt en je voelt de tevredenheid – zeker als zich dat vertaalt in nieuwe projecten – geeft dat natuurlijk een kick. Ook in andere sectoren merk ik dat ondernemers zichzelf elke dag tot het uiterste drijven om over de hoge lat van het microklimaat in Knokke te blijven springen. Het is geen toeval dat je hier echt de meest exquise merken vindt. Kwaliteit komt nooit toevallig, maar is altijd het resultaat van intelligente inspanningen.”
STERCK. Welke meerwaarde zal dat bieden?
Van Kranenburg: “Daar willen we onze spreekwoordelijke tweede Michelin-ster definitief verdienen. Het is de bedoeling er nog verfijnder en meer gestroomlijnd te kunnen werken. Het hele gebouw moet rock ’n roll en dynamiek ademen, net als onze dienstverlening. Bewust omkaderen we De Maatwerker niet met een elitair randje. Het is nog afwachten wat er met onze huidige site zal gebeuren. De kans bestaat dat we alles op de nieuwe locatie centraliseren, maar voorlopig sluit niets uit dat we deze hub blijven houden.”