Plantkunde verdient meer erkenning

Gedreven door passie kan een mens blijven gaan. Neem nu Gabriël Devriendt: 72 jaar straks, maar nog altijd fris als een hoentje en ambitieuzer dan ooit om met voedingssupplementen van puur natuurlijke nutriënten een verschil te maken voor onze gezondheid. 20 jaar al sensibiliseert hij artsen, specialisten en apothekers om ook eens naar zijn verhaal te luisteren. Met succes, want het bedrijf uit Beernem zit in de lift. Ook dochter Herlinde heeft de microbe inmiddels goed te pakken. Deze zomer neemt zij de fakkel als CEO over, vastberaden om de visie, kennis en producten van haar vader nog decennialang te blijven verspreiden.

1 december 2002 was de dag dat Gabriël Devriendt een 24-jarige carrière in de farmaceutische sector achter zich liet om zich volledig toe te spitsen op voedingssupplementen op basis van puur natuurlijke stoffen.

“Basisonderzoek voor geneeskunde is altijd gericht op planten, alleen resulteert dat steevast in geneesmiddelen gemaakt uit synthetische stoffen, omdat dat de enige zijn die je kan patenteren. Voor natuurlijke stoffen kan je dat dus niet, terwijl dat de enige zijn die efficiënt werken zonder bijwerkingen. Die paradox frustreerde me al een tijdje en stimuleerde me om een onderneming te beginnen die zich volledig focust op nutriënten en fytotherapie. Dat is de verzamelnaam voor de oudste geneeswijzen.”

Nieuwbouw

STERCK. Hoe ben je gestart?

Gabriël: “Helemaal in mijn eentje, aan een leeg bureau. De commerciële kant van het verhaal zei me eigenlijk niet veel, ik wou vooral mijn visie verspreiden. Ik had het geluk vrij snel in contact te komen met Bart Vergauwe van Phytophar uit Oostkamp: hij was meteen mee in mijn verhaal, waarna we snel tot een akkoord kwamen dat Phytophar de producten zou maken, zodat ik me vooral met de ontwikkeling kon bezig houden. Ik ben aanvankelijk in hun kantoren beginnen werken, tot we later verhuisden naar een huurkantoor annex -magazijn. In 2017 zijn we dan in onze eigen nieuwbouw getrokken.”

STERCK. Wat was je voornaamste uitdaging?

Gabriël: “Vreemd genoeg krijgen artsen in hun opleiding geen specifieke plantkunde. Het was dus essentieel om hen en andere academici, zoveel mogelijk kennis van natuurlijke stoffen bij te brengen. Dat is niet zo simpel, want zij hebben een drukke agenda en zitten niet te wachten op de dertiende vertegenwoordiger uit het dozijn. Tot ze horen wat je te vertellen hebt: dan krijg je hun aandacht en zijn ze zeer geïnteresseerd. Ik ben er dan ook trots op dat heel wat medische professionals onze producten voorschrijven. Dat is geen evidentie. Gelukkig delen steeds meer artsen onze visie.”

STERCK. Hoe komt het dat plantkunde een domein is waar medici minder mee vertrouwd zijn?

Gabriël: “Er bestaan voldoende klinische studies over de bewezen meerwaarde van dergelijke producten, alleen wordt hier onvoldoende aandacht of gevolg aan gegeven. Dat is ook de repliek die we vaak van artsen krijgen: ‘daar hebben we nooit iets over gelezen’. Daarom is het cruciaal die kennis te verspreiden via lezingen, symposia en opleidingen van artsen en apothekers. Zo geef ik aan ICZO (Instituut voor Complementaire Zorg Opleidingen, red.) onder meer les over fytotherapie.”

STERCK. In welke mate verschilt het Nutriphyt-aanbod van andere voedingssupplementen?

Gabriël: “We richten ons op complexe productformules, die steeds verschillende interessante planten combineren met nuttige vitaminen en mineralen. Zo kunnen we het lichaam optimaal ondersteunen om bij te dragen aan de gezondheid van elk persoon.”

Herlinde: “Momenteel telt ons aanbod 32 producten, maar het is zeker de bedoeling dat verder uit te breiden. We willen graag voor elk specialisme (cardiologie, gastro-enterologie, gynaecologie …) het product­gamma uitbreiden. We zijn dus nog lang niet klaar.”

Ingangsexamen

STERCK. Hoe ben jij in de zaak gerold, Herlinde?

Herlinde: “Ik had al behoorlijk wat ervaring opgedaan in andere branches (onder meer bij Philips en Advionics, red.) toen ik besefte hoe belangrijk het was dat de kennis van mijn vader ook op lange termijn behouden zou blijven. Alleen heb ik zelf geen medische achtergrond, wat voor vader de belangrijkste reden was om aanvankelijk de boot af te houden: ‘je bent geen wetenschapper, dus wat kan jij betekenen voor het bedrijf’. Tot ik hem kon overtuigen hoe belangrijk het was een organisatie rond zich te hebben die hem van allerlei zaken kon ontlasten, zodat hij zich vooral op productontwikkeling en sensibilisering kon toeleggen. Zes jaar geleden ben ik begonnen met een stevig ingangsexamen: de coördinatie van onze nieuwbouw. Als eerste project kon dat wel tellen, daar ben ik nog altijd trots op.”

STERCK. Hoe ziet jullie organisatie er vandaag uit?

Herlinde: “We hebben een team van 17 mensen, waaronder zes vertegenwoordigers. Dit jaar komt er nog een zevende salespersoon bij. De R&D behartigen we volledig zelf, onder leiding van vader die ook nadat ik het CEO-schap deze zomer van hem overneem, als ‘Scientific Director’ aan boord zal blijven. Zijn expertise en die van onze PhD in Biomedische Wetenschappen zijn cruciaal voor de ontwikkeling van nieuwe producten, de zorgzame keuze van grondstoffen, enzovoort. In functie van die kennisborging maken we ook regelmatig video’s die voor nieuwe medewerkers en klanten erg leerrijk kunnen zijn. De productie is in handen van Belgische producenten, waaronder nog altijd Phytophar. De distributie van onze producten verloopt via voorschrijvers en apothekers, al hebben we via de webshop wel een rechtstreekse link met de consument.”

STERCK. Schuilt daar ook een gevaar in?

Herlinde: “Ja en neen. In principe is het beter dat mensen niet op basis van een advies van ‘Dokter Google’ producten van ons afnemen, maar daarvoor aankloppen bij een arts, apotheker of paramedicus. Een professioneel anamnesegesprek bij een dokter is nog altijd de beste basis om de juiste producten voorgeschreven te krijgen. We merken wel erg veel interesse bij de consument. Toen we een tijdje geleden een heel succesvolle opendeurdag hielden in samenwerking met andere bedrijven in deze industriezone, zijn daar heel veel mensen op afgekomen. Drie jaar geleden hadden we die interesse al gemerkt, toen we de Publieksprijs kregen tijdens de UNIZO-verkiezing ‘kmo van het jaar’. Ook dat heeft ons ertoe aangezet om meer op sociale media actief te zijn, zodat meer mensen een zicht hebben op wat wij effectief doen. Daarnaast bouwen we ook onze website en -shop informatief uit, zodat de consument op basis daarvan de juiste producten voor zijn gezondheid kan selecteren.”

Steeds meer artsen delen onze visie.

Gabriël: “We krijgen steeds meer geloofwaardigheid door onze diepgewortelde kennis over hoe natuurlijke producten werken op het menselijk lichaam en voelen dat steeds meer artsen onze visie delen. Hoewel ze vaak nog onvoldoende vertrouwd zijn met het toepassen of gebruiken van voedingssupplementen, raken heel wat artsen echt overtuigd wanneer ze voedingssupplementen gaan gebruiken in combinatie met hun klassieke behandelingen. Pas dan merken ze hoe voedingssupplementen het lichaam hierbij extra kunnen ondersteunen.”

STERCK. Hoe zie je de verdere expansie van het bedrijf?

Herlinde: “We scoren al sterk in België, Nederland en Frankrijk en willen onze voetafdruk binnen Europa verder vergroten. Dat kan via distributeurs in die landen en onze eigen salesmensen, die eerst een uitgebreide interne opleiding krijgen om hen de basis van fytologie en onze producten bij te brengen. Naast die wetenschappelijke basis zijn ook hun organisatorische, communicatieve en salesvaardigheden erg belangrijk. We houden hen aan boord door te werken aan een sterk verbonden team en willen als werkgever op alle vlakken de gezondheidsgedachte uitstralen: via gratis biologisch fruit, flesjes voor drinkwater, gezamenlijke bewegingssessies en een mentor met een altijd positieve mindset.”

Gabriël: “We willen blijven groeien én pionieren. Zo draagt al 80% van onze producten het Clean Label, wat betekent dat ook de hulpstoffen (zoals coatings) van puur natuurlijke oorsprong zijn. Ook voor de rest van ons aanbod zijn we dat aan het doorvoeren. Dat voorbeeld krijgt intussen navolging, wat we alleen maar kunnen toejuichen.”