Recycleren doet galopperen
Philippe Lenssen Cojarec

Recycleren doet galopperen

Regio - Cojarec

Zuid-West-Vlaanderen was, is en blijft een mekka voor de textielsector. Toen die industrie harde noten kraakte, slaagden talrijke bedrijven erin toch relevant te blijven en zelfs een groeiverhaal te schrijven. Cojarec speelde gevat in op nieuwe noden van de markt en linkte dat naadloos aan het groeiend belang van recyclage en de circulaire economie. “Door uit afvalstromen van synthetische origine nieuwe grondstoffen te creëren, genereren we een meerwaarde voor veel fabrikanten en maken we zelf vezels voor paardenbodems”, zegt Philippe Lenssen, sinds kort mede-eigenaar en CEO.

Cojarec was lange tijd het zakelijk kindje van Jan Kenis en echtgenote Conny Versmissen. Het koppel was vroeger werknemer bij een bedrijf met gelijkaardige activiteiten, maar ging op zoek naar een andere professionele uitdaging toen die onderneming werd verkocht aan een Franse groep. “Uiteindelijk beslisten ze om zelf een gelijkaardige business op poten te zetten”, vertelt CEO Philippe Lenssen. “Aanvankelijk startten ze in Vichte, maar intussen is de onderneming verhuisd naar een huurpand in Wielsbeke.”

STERCK. Op welke twee pijlers steunt Cojarec?

Lenssen: “We zijn actief in twee nichemarkten van de circulaire economie. Ten eerste verwerken we synthetische reststromen van de talrijke tapijtfabrikanten die in de regio actief zijn. We verwerken die fracties, bestaande uit polyester (PE) en polypropyleen (PP), tot vezels (Cofibres®) die erg geschikt zijn voor de aanleg van paardenbodems, paardenpistes en manègebodems. Daarnaast behandelen we ook andere postindustrie- of postconsumerafvalstromen in PP of PE: we vermalen en shredderen die en bezorgen ze vervolgens terug aan producenten, die zelf hun eigen toepassing ermee verzorgen of mixen maken in functie van hun gepaste grondstoffenstroom.”

Cojarec_Philippe_Lenssen

OVAM-keuring

STERCK. Waarop moeten jullie vooral letten tijdens de productie van de paardenbodems?

Lenssen: “Het is essentieel dat er in de tapijtfracties geen resten van natuurlijke grondstoffen of vervuilende stoffen aanwezig zijn. We krijgen daarvoor strenge controles van OVAM (Openbare Vlaamse Afvalstoffen Maatschappij, red.), die ons een keuringsattest bezorgt als we aan alle voorwaarden voldoen. Als er wel natuurlijke stoffen in de restfracties zouden zitten, is de kans reëel dat die zouden beginnen rotten, stinken én dat paarden daarop zouden reageren. Als een paardenbodem vijf jaar in gebruik is, wordt de toplaag van de piste afgegraven, zodat die opnieuw inzetbaar is als grondstof voor andere toepassingen.”

STERCK. Hoe gaan jullie te werk bij de recyclage van de andere synthetische afvalstromen?

Lenssen: “Daar werken we op twee manieren. Als bedrijven ervoor opteren om hun PP- en PE-stromen te recupereren, bezorgen ze die fracties aan ons voor loonwerk: wij gaan die producten (onder meer plastic palletten, plastic dozen uit de voedingsindustrie, bloempotten …) eerst shredderen en vervolgens wassen. Daarna worden ze vermalen en verpakt in big bags, die opnieuw naar de leverancier van de restfracties gaan als secundaire grondstof voor hun producten. Dat wordt almaar belangrijker, vermits de overheid vraagt om tot 30% gerecycleerde stoffen te gebruiken tijdens de fabricage en dus niet louter te werken met ‘virgin’ materialen. Diverse studies hebben aangetoond dat dit absoluut geen negatief effect op de kwaliteit van het eindproduct heeft. Het vergt alleen ervaring van die producenten, vermits parameters zoals de vloeibaarheid en de temperatuur niet exact hetzelfde zijn als bij 100% ‘virgin’ materialen.”

“Daarnaast kopen we zelf nog beschikbare fracties op die hetzelfde behandelingsproces ondergaan, om die vervolgens te verkopen op de markt of aan onze klanten.”

De oorsprong van het materiaal is voor ons heel belangrijk en vergt een strakke opvolging.

STERCK. Welke andere redenen hebben klanten om bij jullie aan te kopen?

Lenssen: “Zeker kleinere klanten die hun grondstoffen aankopen bij grote chemiebedrijven, zijn afhankelijk van de goodwill van multinationals en hebben dus geen leveringszekerheid. Die bevoorradingszekerheid bieden wij wel, aan een relatief stabiele prijs, want afval is er altijd en voldoende. Bovendien zullen de verwerkingskosten in de toekomst hoog blijven, wat zal zorgen voor een sterke stijging in de grondstofprijzen voor kunststof. Daardoor zal recyclage nog populairder worden als rendabel alternatief.”

STERCK. Zijn beide pijlers – paardenbodems en de andere recyclageactiviteiten – omzetmatig even belangrijk?

Lenssen: “Deze business is gestart vanuit de productie van de paardenbodemvezels. Aangezien we dan toch de knowhow over en het machinepark voor de verwerking van afvalstromen in huis hadden, zijn de andere activiteiten daarrond gegroeid. 

De paardenbodems wegen iets zwaarder door in de omzet, vermits we die producten wereldwijd exporteren. Zo vertrok er gisteren nog een lading naar Zuid-Afrika. De wereldwijde interesse bewijst dat dit een heel relevante activiteit is, waarvoor we intussen een reputatie van kwaliteitsleverancier hebben opgebouwd. Je kan het je trouwens niet permitteren om die focus te verliezen, want de oorsprong van het materiaal is voor ons heel belangrijk en vergt een strakke opvolging.”

“De andere recyclageproducten zullen sowieso eerder aan de lokale economie gelinkt blijven, vermits je daar onder meer met de transportkosten zit.”

STERCK. Hoe zijn jullie erin geslaagd om ook in het buitenland een mooi marktaandeel te verwerven?

Lenssen: “De paardenwereld blijft een relatief kleine wereld, waarvan het epicentrum in Europa ligt. België heeft nog een streepje voor omdat het wereldwijd bekend is als een toonaangevend land in deze sport. Zo geniet ons land bijvoorbeeld een ijzersterke reputatie inzake de revalidatie van (top)paarden. We verdelen onze producten hoofdzakelijk via lokale distributeurs, die klanten ook helpen bij de aanleg van de paardenpistes. Hebben we plaatselijk geen verdeler, dan leveren we ook rechtstreeks.”

Cojarec in cijfers
  • 2 miljoen euro omzet 2021
  • 13 medewerkers
  • 2012 oprichtingsjaar
  • 5.200 ton jaarlijkse productie van paardenbodemvezels

Lokaal karakter

STERCK. U hebt Cojarec in juni 2022 overgenomen. Wat trok u zo aan in dit bedrijf?

Lenssen: “Cojarec maakt relevante producten voor een bloeiende en groeiende markt. Eerder was ik actief in onder meer de energiewereld, als adviseur voor bedrijven bij hun aankoop van elektriciteit. Het was de combinatie van die kennis met de toestand in Oekraïne die me even deed twijfelen, maar uiteindelijk ben ik er toch vol voor gegaan. Jan Kenis en zijn echtgenote waren pensioengerechtigd, ook hun beide zonen waren actief binnen deze onderneming. Ik heb de zaak samen overgenomen met de jongste zoon, Michiel Kenis, die het technische aspect heel goed onder de knie heeft en verantwoordelijk is voor de productie (COO). Zelf verzorg ik het management, de financiën en het commerciële plaatje. We zijn heel complementair en dat werpt zijn vruchten af.”

STERCK. Wat is de grootste meerwaarde van Wielsbeke als locatie voor jullie activiteiten?

Lenssen: “We zijn gevestigd op een site van Beaulieu, weliswaar in een pand waarvan deze bekende speler geen eigenaar is. De belangrijkste troef van deze locatie is de nabijheid van talrijke grote textielspelers, zoals Beaulieu, Balta, McThree en vele anderen. Het lokale karakter is cruciaal voor bedrijven die duurzaamheid hoog in het vaandel dragen. We koesteren de ambitie om te blijven groeien, al zitten we op de huidige locatie zowat aan het maximum van onze capaciteit. Om zo efficiënt mogelijk te blijven werken, opteren we binnenkort vermoedelijk voor een andere site, die ook ruimte biedt om ons machinepark uit te breiden.”

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels