Schakelen naar kruissnelheid
Marcel Buelens Internationale
luchthaven
Oostende-Brugge

Schakelen naar kruissnelheid

Regio - Internationale
luchthaven Oostende-Brugge

Een luchthaven kan een enorme economische driver voor een regio betekenen. Het is één van de redenen waarom ze in de ‘Koningin der Badsteden’ apetrots zijn op de Internationale Luchthaven Oostende-Brugge. Die heeft nu de perceptie van een heel rustige hub, maar het mag wel iets meer zijn. Dat vindt ook CEO Marcel Buelens, die sinds 2013 de leiding heeft over de vlieghaven. Voor de komende jaren wordt volop gewerkt aan een masterplan. “Helaas zullen ook wij door de coronacrisis vermoedelijk twee jaar verliezen.”

De luchthaven in de West-Vlaamse badstad is één van de zeventien luchthavens van de Franse Egis-groep. Ze maakt deel uit van een LOM-LEM-managementstructuur, waarbij Egis (luchthavenexploitatiemaatschappij) de commerciële uitbating behartigt en de overheid (luchthavenontwikkelingsmaatschappij) instaat voor de basisinfrastructuur. “Er was al tijdens de Eerste Wereldoorlog een luchthaven in Oostende”, weet Marcel Buelens. “De initiële infrastructuur bevond zich evenwel op een andere locatie (Stene). Gedurende WO II fungeerde Oostende, net als Antwerpen trouwens, als luchthaven voor de Duitse bezetter. De huidige luchthaven en het cargogebouw zijn in 1968 officieel geopend door wijlen Koning Boudewijn.”

Het zou een enorme meerwaarde zijn, mochten we twee spelers die voluit op citytrips mikken, kunnen aantrekken.

London calling

STERCK. Welke waren aanvankelijk de belangrijkste activiteiten van de luchthaven?

Buelens: “In de jaren zestig en zeventig was Oostende de grootste cargoluchthaven van België, vooral omdat veel Russische en Afrikaanse carriers Oostende als platform gebruikten. Toen bepaalde lawaaierige en erg milieuvervuilende vliegtuigtypes niet meer mochten worden gebruikt, viel dat businessplan in duigen en verschoof het accent naar vakantievluchten. Er kwamen hier toen veel passagiersvluchten uit Londen aan, met Britse toeristen én wagens aan boord. Eenmaal ze uit het vliegtuig en in hun auto waren gesprongen, reden heel wat Britten vanuit Oostende naar zonnige bestemmingen. We hebben nu het hele jaar door passagiersvluchten, met ook in de winter zeven  vaste bestemmingen (Hurghada, Sharm el Sheikh, Alicante, Malaga, Gran Canaria, Tenerife en Eskisehir), maar het zou best wat meer mogen zijn. Zo azen we al jaren op lijnvluchten naar Londen.”

STERCK. Wat is het struikelblok om die binnen te halen?

Buelens: “Je moet een overeenkomst bereiken met een luchtvaartmaatschappij die er echt in gelooft, en die zelf opereert vanuit Londen. Vaak hebben die nog andere opportuniteiten dan Oostende-Brugge. Onze luchthaven zou ook interessant kunnen zijn voor Britse toeristen die Brugge komen ontdekken (circa 20 procent van de toeristen in Brugge komen uit het Verenigd Koninkrijk, red.), maar die hebben er in het verleden altijd voor gekozen om per bus, of hoofdzakelijk per trein, naar België te reizen. De vraag naar directe luchtverbindingen is vanuit die hoek dus vrij beperkt. Toch blijven we op die markt inzetten. Om het aantal passagiersvluchten op te krikken, zou het een enorme meerwaarde zijn mochten we twee spelers die voluit op citytrips mikken – zoals bijvoorbeeld EasyJets – kunnen aantrekken. Dat zou een mooie aanvulling zijn op ons huidige aanbod aan ‘leisure’-vluchten.”

NSAC-terminal

STERCK. Hoe belangrijk zijn cargo en ‘general aviation’ vandaag voor de luchthaven?

Buelens: “Wat cargo betreft, verzetten we tegenwoordig op jaarbasis circa 25.000 ton vrachtvervoer. Dat is ooit hoger geweest, maar met de nabijheid van luchthavens als Brussel (Brucargo), Luik en enorme hubs als Londen, Parijs, Amsterdam en Frankfurt is de concurrentie erg groot. Mede daardoor zijn we een aantal jaar geleden beginnen inzetten op ‘general aviation’ (alles wat buiten vracht- en passagiersvluchten valt, red.). De investeringen in de NSAC-terminal (North Sea Aviation Center) werpen hun vruchten af: door de interessante faciliteiten die daar aanwezig zijn, wordt Oostende een almaar belangrijkere luchthaven voor privéjets. De nieuwe infrastructuur is minstens vergelijkbaar met die in Kortrijk (Wevelgem). We hebben er alle vertrouwen in dat die poot zich in de toekomst verder kan ontwikkelen. Naast leisure, cargo en general aviation krijgen we er in 2023 trouwens nog een pijler bij, als de militaire basis van Koksijde naar Oostende verhuist. Dan wordt Oostende voor Defensie onder meer de uitvalsbasis voor ‘search & rescue’-activiteiten per helikopter.”

STERCK. Hoe sterk is de interactie met de haven van Zeebrugge?

Buelens: “We hebben met de havenautoriteiten altijd al constructieve contacten onderhouden. Die contacten kunnen nog intenser worden nu Zeebrugge de Europese uitvalsbasis van JD.com, een grote Chinese e-commercespeler, zou worden. Het gros van de trafiek zal via de scheepvaart blijven gebeuren, maar voor goederen die sneller Europa zouden moeten bereiken, is luchtvracht natuurlijk een valabele optie. Het management van JD.com had daarvoor aanvankelijk aan de luchthaven van Luik gedacht, tot MBZ (Maatschappij van de Brugse Zeehaven) hen op het bestaan van onze vlieghaven wees. Binnenkort zal duidelijk worden welke mogelijkheden ons dat zou bieden.”

Door de faciliteiten van de NSAC-terminal worden we een almaar belangrijkere luchthaven voor privéjets.

Comfortgevoel

STERCK. Eenmaal passagiers vanuit Oostende hebben gevlogen, willen ze dat bij voorkeur zoveel mogelijk doen. Hoe komt dat?

Buelens: “Op drukke dagen vertrekken hier circa tien vluchten, hoofdzakelijk verspreid over de zestien uren overdag. ’s Nachts is het vrij rustig. Hooguit komt er dan eens een vliegtuig terug dat hier gebaseerd is. Die perceptie van rustige luchthaven komt vooral omdat we hier veel minder ‘gebaseerde’ vliegtuigen hebben dan andere luchthavens. Dat maakt reizen vanuit Oostende erg comfortabel: de luchthaven is compact, overzichtelijk, het personeel is vriendelijk en betrokken. Dat comfortgevoel zal voor ons altijd prioritair blijven en zal ook standhouden als we zouden evolueren naar één vlucht om de twintig minuten, wat zou neerkomen op circa vijftig vluchten per dag. Dat is een redelijke ambitie voor een regionale luchthaven als de onze. Er liepen gesprekken met verschillende luchtvaartmaatschappijen om het aanbod te verhogen, tot de coro­nacrisis roet in het eten kwam strooien. Dat katapulteert ons minstens twee jaar terug in de tijd, want luchtvaartmaatschappijen hebben nu wel andere katten te geselen dan dergelijke besprekingen.”

Marcel Buelens

STERCK. Welke andere concrete gevolgen heeft de Covid-19-pandemie voor de luchthaven?

Buelens: “In vergelijking met talrijke andere luchthavens uit de Egis-groep mogen we niet klagen. Meer dan de helft van die andere vlieghavens is gesloten. Wij blijven in alle omstandigheden open, zelfs in tijden van oorlog: dan kunnen we door de NATO worden opgeëist als militaire luchthaven. Hoewel het aantal vluchten ook bij ons beperkter is, merken we toch een tijdelijke toename van de cargotrafiek. Dat heeft alles te maken met het tijdelijk stopzetten van grote intercontinentale passagiersvluchten, die normaliter elk steevast ook 25 à 30 ton cargo aan boord meenemen. Na de crisis zal dat volume weer naar de traditionele grote cargohubs gaan, maar intussen bieden wij een interessant alternatief.”

STERCK. Hoe zal de luchthaven de komende jaren verder worden uitgebouwd?

Buelens: “De jongste jaren is er al gevoelig geïnvesteerd geweest. Met Hall B is er een nieuwe, kindvriendelijke vertrekhal bijgekomen. Daarnaast zijn er ook extra bagagebanden voorzien, zijn er nu cateringfaciliteiten aan de gates en beschikken we over een nieuwe autoparking. Bovendien zijn we, in overleg met de stad, volop bezig met de uitwerking van een masterplan. Het is één van de ambities om sterk in te zetten op cargo, door een nieuw logistiek centrum te bouwen dat onder meer voor e-commercespelers kan worden ingezet. Dan zouden we het huidige cargogebouw, dat wordt uitgebaat door Aviapartner – één van onze handling partners – kunnen afbreken en heropbouwen als extra ruimte voor passagiersverkeer. Er ligt ook een plan op tafel om de kusttram een bocht langs de luchthaven te laten maken, wat eveneens nieuwe opportuniteiten zou creëren.”

In de lockdownperiode merkten we een tijdelijke toename van de cargotrafiek.

STERCK. Ben je tevreden over de progressie die gemaakt is sinds je in 2013 als CEO aan boord bent gekomen?

Buelens: “Tot mijn tevredenheid stel ik vast dat het businessplan dat toen op tafel lag, goed is uitgevoerd, waardoor we wat dat betreft voor zitten op schema. Weinig andere Egis-luchthavens doen beter op dat vlak. Anderzijds had ik gehoopt toch sneller te groeien. We hebben nog veel potentieel om meer activiteiten te ontwikkelen. Dat kan door de verdere uitbouw van cargo-activiteiten, maar ook door een nog intensere samenwerking met de stad Brugge. Ik heb in de luchtvaartsector al verschillende watertjes doorzwommen en was destijds ook betrokken bij de reconversie van de luchthaven van Charleroi. Als ik de vergelijking maak, zie ik dat de bereidwilligheid om dingen te realiseren bij de Waalse overheid toch een stuk groter is wat luchtvaart betreft. Het zou fijn zijn mochten we, eenmaal we de ergste gevolgen van de coronacrisis hebben gehad, diezelfde samenwerking en bereidwilligheid krijgen in Vlaanderen. Het hoeft geen betoog dat een luchthaven, net zoals een zeehaven, een economische motor is voor zijn regio.”

De luchthaven in cijfers
  • 120 eigen medewerkers op de payroll
  • 600 FTE’s directe tewerkstelling (fysiek personeel aanwezig op de luchthaven)
  • 24.757 ton cargo (2019, 10,7% daling tov 2018)
  • 457.423 passagiers in 2019 (8,9% groei tov 2018)

 

Top5 meest gelezen
    Top5 gedeelde artikels