De bouwsector herademt. Dat mag je concluderen als je ziet hoe er her en der volop wordt gebouwd en verbouwd. Uiteraard had corona een vervelende impact, maar intussen is het weer ‘business as usual’. Veel werk, maar vooral veel uitdagingen. “De schaarste aan grondstoffen en instromend talent speelt ons parten. Daarom werken we graag mee aan campagnes om jong Vlaams en buitenlands talent naar een job in ons land te begeleiden. Het zal nodig zijn, want het werkvolume was al aanzienlijk en is nog gestegen door de impact van de overstromingen”, klinkt het bij Pedro Pattyn en Jan Libeer, respectievelijk voorzitter en algemeen directeur van Confederatie Bouw West-Vlaanderen.
Ja, de West-Vlaamse bouwbedrijven voelen ergens nog de sporen van corona, maar slaagden er dankzij hun veerkracht in om zich snel te herstellen.
Pedro Pattyn: “Pas op, het is niet evident geweest. Zeker aannemers die binnenshuis werken en specialisten in ruwbouw hebben tijdens de eerste lockdown weinig kunnen doen. Er was veel onzekerheid en verwarring, we werden overstelpt met vragen. Voor veel bouwondernemers was het een financiële geruststelling om te kunnen terugvallen op het stelsel van tijdelijke werkloosheid door overmacht. Gelukkig heeft Constructiv (de paritaire organisatie van en voor de bouwsector, red.) snel een protocol met onder meer preventiefiches opgesteld. Achteraf bekeken hadden een aantal ondernemingen die de activiteiten tijdelijk hadden gestaakt, perfect kunnen blijven doorwerken.”
- 8% minder nieuwe woningen in 2020
- 3,66 loonmassa aan 108% in miljard euro
- 24.270 werkgevers
- 108.177 FTE's, inclusief uitzendarbeid -7,8% ivm 2019
Vergunningen
Jan Libeer: “Veel kmo’s hebben daar het voorbeeld gevolgd van grotere ondernemingen die even waren gestopt. Dat protocol was cruciaal om aannemers de juiste informatie te bezorgen, waardoor ze snel konden schakelen. Het nam niet alle problemen weg, want nogal wat toeleveranciers kampten met een tekort aan materialen en een aantal particulieren waren niet bereid om vakmensen in hun woning toe te laten. Er zijn wel een aantal infrastructuurwerken versneld uitgevoerd, vermits er toch veel minder verkeer op de weg was. We merkten wel een daling in de woningbouw, onder meer omdat nogal wat ambtenaren van thuis uit werkten en het langer wachten was op vergunningen. Gelukkig hebben veel mensen wel geïnvesteerd in de opfrissing van hun woning.”
STERCK. Hoe heeft de Confederatie op de situatie gereageerd?
Pattyn: “Via onze website hebben we alle mogelijke informatie ter beschikking gesteld. We hebben ook een oproep gelanceerd bij aannemers om mondmaskers aan ziekenhuizen te schenken. Die solidaire actie kwam later als een boemerang terug, vermits nogal wat bedrijven daardoor te weinig mondmaskers hadden toen ze weer aan de slag mochten. We hebben van de gelegenheid gebruik gemaakt om een aantal opleidingen digitaal te organiseren. Nu komen daar ook weer fysieke opleidingen bij, vermoedelijk zullen we in de toekomst evolueren naar een hybride model.”
STERCK. Heeft de sector zich intussen helemaal herpakt?
Pattyn: “Ja, in zoverre zelfs dat de slinger nu volledig in de andere richting is doorgeslagen. Er is veel werk, maar grondstoffen zoals isolatie, hout, staal en verf zijn schaarser geworden. We verwachten wel iets van Vlaamse Veerkracht, het grootste investeringsplan dat een Vlaamse regering ooit heeft opgezet en waarbij 4,3 miljard in het herstel wordt gepompt. Daarvan gaat een flink deel naar de bouwsector. Dat is een goed signaal, alleen zullen we extra mensen nodig hebben om alles uit te voeren. Positief is wel dat bouwvakkers gebruik kunnen maken van de regeling waarbij ze 120 bijkomende vrijwillige overuren kunnen doen. Die maatregel is zowel voor werkgever als werknemer voordelig.”
Libeer: “De uitstroom is al jaren groter dan de instroom. Er zijn al behoorlijk wat inspanningen geleverd om het imago van de sector op te krikken, maar het is nog lang niet voldoende. Te weinig jongeren kiezen voor de bouw, hoewel we heel gevarieerde jobs hebben waarmee je goed je boterham kan verdienen.”
STERCK. In hoeverre vangen buitenlandse mensen die schaarste op?
Libeer: “Door corona zijn behoorlijk wat buitenlandse bouwvakkers naar hun land vertrokken en niet meer teruggekeerd. Komt daarbij dat Polen buitenlandse inkomsten zwaarder belast, waardoor mensen uit dat land sneller kiezen voor een job in eigen streek, ook omdat de werkgelegenheid er is toegenomen. In het verleden zijn al promotiecampagnes gevoerd voor het aantrekken van buitenlandse arbeidskrachten, alleen zijn die de voorbije twee jaar quasi stilgevallen. Het is belangrijk om daar opnieuw werk van te maken, bijvoorbeeld via deelname aan buitenlandse beurzen. Dat is een interessant rekruteringskanaal voor bouwvakkers, projectleiders, bouwkundig ingenieurs, noem maar op.”
Duaal leren
STERCK. Welke initiatieven lopen er momenteel in eigen land?
Pattyn: “Een goede imagocampagne is #WERFZE, die via video’s bepaalde beroepen in het daglicht plaatst om sommige achterhaalde percepties en stereotiepe beelden eindelijk om te buigen. Ook scholen doen hun stinkende best, onder meer om het principe van duaal leren te promoten.”
Libeer: “Steeds meer bouwbedrijven werken met hoogstaande technologieën, denk maar aan gps-gestuurde graafmachines en experimenten waarbij bijvoorbeeld een huis via 3D-printing wordt gerealiseerd. Ook circulariteit en duurzaamheid zijn absolute prioriteiten geworden. In heel wat ondernemingen kunnen werknemers gebruikmaken van aantrekkelijke doorgroeimogelijkheden. Akkoord, sommige jobs blijven fysiek belastend, al zorgen slimme oplossingen ook daar vaak voor verlichting van de arbeid.”
STERCK. Wat kan er nog helpen om de instroom te doen groeien?
Libeer: “Een betere stroomlijning van bepaalde opleidingen zou een goede zaak zijn. Je hoeft niet op elke technische school dezelfde opleiding aan te bieden, bovendien is dat ook financieel zwaar omdat leslokalen idealiter uitgerust zijn met de recentst toegepaste technologieën. We kunnen daar scholen nog beter in ondersteunen.”
Multiplicator
STERCK. Intussen kloppen vastgoedmakelaars overuren om iedereen die op zoek is naar een woning, te bedienen.
Pattyn: “De huidige vraag is inderdaad erg groot: veel woongelegenheden zijn al verkocht nog voor ze gebouwd zijn. Vooral ruime appartementen en kleinere woningen met een beperkt tuintje zijn populair, zeker bij jongeren.”
Libeer: “Dat is, zeker gezien de forse prijsstijging, opmerkelijk. Gelukkig kunnen veel bouwheren twee jaar lang gebruik maken van de gunstige btw-regeling (6 ipv 21%) voor afbraak van een bestaande woning, gevolgd door het bouwen van een nieuw pand. Dat heeft ook een multiplicatoreffect: het budget dat vrijkomt door het gunstige btw-tarief, wordt dan gebruikt voor een mooiere afwerking of om ervoor te zorgen dat het gebouw nog beter voldoet aan de duurzaamheidsnormen. Door de krapte van het aanbod kiezen veel mensen ook voor de energetische renovatie van een bestaand pand.”
Het Vlaamse relanceplan is een goed signaal, alleen zullen we extra mensen nodig hebben om alles uit te voeren.
STERCK. Hoe kijken jullie naar die krapte aan ruimte?
Pattyn: “Vlaanderen is niet volgebouwd, maar er is vaak wel slecht gebouwd. Vooraleer te kijken naar de schaarse nog vrije grond, nemen we beter even het huidige patrimonium onder de loep. Zeker in de Westhoek en aan de kust (appartementen) is er nu en in de toekomst een hoge nood aan renovatie. Het zal erop aankomen daar slim op in te spelen met nieuwe woonvormen zoals cohousing, coliving, et cetera. De jeugd staat daar zeker voor open.”
STERCK. Welke evolutie merken jullie in het aantal bouwbedrijven?
Libeer: “Het aantal starters is gedaald. Dat lijkt me logisch: in onzekere tijden kies je er als vakman in de bouw sneller voor om nog even bij je huidige baas te blijven, dan om als zelfstandige te beginnen. Ik ben ervan overtuigd dat er op de markt altijd plaats zal zijn voor de kleine zelfstandige bouwondernemers, al maakt de complexere regelgeving het hen niet makkelijk. Net daarom laten bepaalde kmo-eigenaars hun zaak opnemen in een grotere groep, die al over voldoende bedienden beschikt om de uitgebreide administratieve plichten te behartigen.”