Mensen die zelfstandig willen worden, horen het wel vaker: ‘Doe nooit zaken met familie of goede vrienden’. Voor wie heldere afspraken maakt, gaat het cliché gelukkig niet op. Bij de familie Deknudt uit Deerlijk resulteerde dat zelfs in drie succesvolle bedrijven, waarvan het oudste – Deknudt Frames – dit jaar zijn honderdste verjaardag viert. Aan het roer: Bruno en Thijs Deknudt, een solide tandem die erin slaagt om met een team van 22 mensen in een erg concurrentiële nichemarkt toch heel relevant te blijven.
We schrijven 1923 als Aloïs Deknudt zijn passie voor fotografie en de hout- en schilderkennis van zijn ouders (die een klompenmakerij runden) verenigt in een nieuwe activiteit: de productie van fotokaders. Al snel krijgt hij de hulp van zijn broer Remi, tot ze na vier jaar beslissen elk hun eigen pad te bewandelen om familiale onenigheid te vermijden. Vanaf dat moment focust Remi zich op de productie van profielen voor fotokaders, terwijl Aloïs verder gaat met de frames zelf.
STERCK. In welke mate is de les die jullie grootvader daaruit heeft getrokken, van goudwaarde geweest voor het huidige Deknudt Frames?
Bruno Deknudt: “Het deed hem beseffen dat hij tijdig moest anticiperen op een vlekkeloze familiale opvolging. Aloïs had drie zonen en één dochter. Het was de tijd waarin de carrière van een vrouw doorgaans nog in de schaduw stond van die van de man, dus is mijn tante nooit in de zaak gekomen. Aloïs koesterde de ambitie om voor elke zoon een pad mee te helpen uitstippelen. Nadat zijn oudste zoon Frans in de zaak was gekomen, benutten ze hun kennis over metalen kaders, vernikkelen en verchromen om een spiegelbedrijf op te zetten. Nadat Frans (overleden, red.) en zijn zoon Francis die zaak hebben verder gezet, is het met Jan Deknudt intussen de beurt aan de vierde generatie bij Deknudt Mirrors.”
in cijfers
- 6,5 miljoen euro omzet 2022
- 9 landen België, Nederland, Luxemburg, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk, Noorwegen, Zweden en Zwitserland
- 63 medewerkers 22 in Deerlijk, 35 in Slovakije, 6 vertegenwoordigers
- 65% van omzet uit export
- 1923 oprichtingsjaar
“Ook de tweede zoon van Aloïs (Armand, intussen ook al gestorven, red.) kreeg eerst de kans ervaring op te doen in de kaderfabriek, waarna ze de knowhow over werken met metaal doeltreffend hebben gebruikt voor de productie van verlichtingsarmaturen (het huidige Deknudt Lighting, red.). Intussen is die zaak in handen van Lucia Deknudt en haar man Francis Clarysse, de derde generatie. Luc (de vader van Bruno en Thijs, red.) trad in de voetsporen van vader Aloïs in het kaderbedrijf en heeft de fakkel in 1997 aan ons doorgegeven.”
Joint venture in Slovakije
STERCK. Hoe is de verstandhouding tussen de drie familiale ondernemingen?
Thijs: “Die is prima en heeft geleid tot interessante synergieën. Nadat we met Deknudt Frames in 1995 onze productie wegens de hoge loonkosten noodgedwongen naar Slovakije hebben verhuisd, leidde dat na verloop van tijd tot een ‘joint venture’ met Deknudt Mirrors. In Slovakije maken ze dus zowel spiegels als kaders, die vervolgens naar Deerlijk komen om de logistieke operaties erg nauwkeurig te laten verlopen. Ook met Deknudt Lighting hebben we lang samengewerkt, op IT-vlak. Toen hun IT-verantwoordelijke met pensioen ging, hebben ze die activiteit uitbesteed en is ons partnership gestopt. De goede verstandhouding heeft daar nooit onder geleden.”
STERCK. Hoe evident was het voor jullie om jullie vader op te volgen?
Bruno: “We woonden niet vlak naast het bedrijf, het is dus niet zo dat het onze speeltuin was. Wel deden we hier regelmatig vakantiejobs, waardoor we voeling kregen met wat hier gebeurde. Onze ouders hebben nooit druk uitgeoefend opdat wij – hun twee kinderen – de zaak zouden verderzetten, maar ze waren wel blij toen het gebeurde. Door de aard van onze studies – ik volgde een economische richting, Thijs is industrieel ingenieur – was de rolverdeling ook vrij snel duidelijk: ik richt me vooral op het economische en het commerciële aspect, Thijs staat in voor de productie.”
Thijs: “De schaarse meningsverschillen die we hebben, lossen we nadien in een handomdraai weer op. Vader Luc had destijds nog aangeboden om bij eventuele conflicten als scheidsrechter te fungeren, maar dat is nooit nodig geweest.”
STERCK. Wat is Lucs grootste verdienste geweest?
Thijs: “Hij heeft het productaanbod opgewaardeerd en opende daarmee ook de poort naar internationale groei. We hebben voor de productie lang gebruik gemaakt van lindenhout, waardoor we een heel unieke kwaliteit boden die onder meer in de Verenigde Staten en Scandinavië erg gegeerd was. Intussen hebben we voor andere materialen moeten kiezen, want met lindenhout werken is gewoon veel te duur geworden. Daardoor exporteren we niet meer naar de Verenigde Staten, in Scandinavië blijven we wel nog actief.”
STERCK. Een fotokader is een erg prijsgevoelig product en jullie verkopen niet aan discountzaken, waar het aanbod vooral uit goedkope kaders bestaat. Hoe slaagt Deknudt Frames erin om succesvol te blijven?
Thijs: “Ons assortiment telt zowat 7000 items die we op stock hebben. Die producten verkopen we vooral aan papierwaren-, fotografie- en decoratiezaken. Het klopt dat onze producten iets duurder zijn dan het prijsgunstiger aanbod, vooral uit Azië. Dat vangen we op met een hogere kwaliteit. Onze kaders herken je aan de verlijmde verbindingen, die langer meegaan dan geniete verbindingen. Dankzij het metalen voetje blijft het kader altijd stabiel en we beschermen de foto door gebruik te maken van ‘floatglas’, wat garant staat voor een betere kwaliteit. Daardoor gaan onze producten veel langer mee.”
Bruno: “De trouw van ons cliënteel danken we aan diverse zaken, waar de hoge productkwaliteit zeker toe behoort. Daarnaast hebben we altijd gefocust op een sterke service. Zo waren we in onze branche een pionier in het gebruik van elektronische ordertoestellen. Die waren de voorbode van de digitalisering, wat ons toegelaten heeft om onze logistieke en administratieve flow dermate te optimaliseren, dat de afhandeling van bestellingen altijd erg vlot verloopt. Loopt er dan toch eens ergens een wiel af, herstellen we dat meteen. Vertrouwen is de basis van een gezonde relatie met onze klanten, maar ook met onze medewerkers. Iedereen kan fouten maken, maar wie ze toegeeft en ze mee helpt oplossen, blijft in onze bovenste schuif liggen.”
STERCK. Even terug naar Slovakije: hoe kijken jullie, 28 jaar later, terug op de productieverhuis?
Bruno: “Het was de periode waarin de concurrentie met de lageloonlanden dermate begon te nijpen, dat we – net zoals zoveel andere ondernemingen – simpelweg geen andere keuze hadden. Ook de vakbonden hadden het volste begrip voor die noodzakelijke herstructurering: het is beter een voet te amputeren, dan de patiënt te laten sterven. De meeste afvloeiingen zijn toen vrij natuurlijk gebeurd, van een twintigtal mensen moesten we abrupter afscheid nemen. Gezien het arbeidsintensieve karakter van onze activiteiten, was er geen andere keuze. Het is één van de redenen waarom we digitalisering en automatisering hebben omarmd.”
Impulsaankoop
STERCK. Niet zo lang geleden leken digitale fotokaders de traditionele producten serieuze concurrentie aan te doen. Toch hebben de ‘fysieke’ kaders het pleit gewonnen?
Bruno: “Naar mijn gevoel is de grootste troef van die digitale kaders (de ‘rotatie’ van verschillende foto’s) ook het belangrijkste nadeel gebleken: mensen moeten moeite doen om nieuwe foto’s toe te voegen, weten ook niet altijd goed hoe dat te doen en blijven het daarom uitstellen. Een klassieke kader is eenvoudiger.”
Vader had destijds nog aangeboden om bij eventuele conflicten als scheidsrechter te fungeren, maar dat is nooit nodig geweest.
Thijs: “Toch is het belangrijk om onze producten zo goed mogelijk naar voor te brengen, want een fotokader is een typische impulsaankoop. Daarom hebben we vrij recent de inlegvellen aantrekkelijker gepresenteerd, want die ‘face papers’ zijn eigenlijk het enige visitekaartje van het product, zeker in zelfbedieningszaken zijn ze cruciaal.”
STERCK. Jullie zijn allebei gezonde vijftigers. In welke mate zijn jullie al bezig met de potentiële opvolging door de vierde generatie?
Bruno: “We hebben allebei drie kinderen, vijf van hen zijn dertigers. Minstens één keer per jaar zitten we met hen rond de tafel, om de evolutie van de zaak te bespreken en te verduidelijken waar we zoal mee bezig zijn.”
Thijs: “Er zijn al principiële afspraken over de opvolging gemaakt, die hebben we ook extern afgetoetst. Eenmaal duidelijk is aan wie we op termijn de scepter zullen overhandigen, kunnen we alles finaliseren, maar dat zal nog niet voor meteen zijn. Essentieel is dat de familiale relaties altijd goed blijven.”